Doorgaan naar hoofdcontent

L.A.P.D.



De zusjes Liesbeth en Angelique Raeven zijn een een-eïge tweeling.
Als het kunstenaarsduo L.A. Raeven maken ze videofilms en installaties die commentaar geven op de hedendaagse obsessies met eten, de maakbaarheid van het lichaam en de dwingende opdracht van de maatschappij om een 'ideaal individu' te zijn. 
Hun werk en hun leven lopen in elkaar over.
 Zelf hebben ze een dwangmatige omgang met eten en worstelen ze met hun tweelingschap, die elke vorm van  individualiteit in de weg staat.
 Als een spiegelbeeld dat de competitie aangaat met het origineel, strijden de zussen over de maakbaarheid van zichzelf en de ander.
Gisteren waren deze twee wonderlijke vrouwen te zien in televisieprogramma ‘24 uur met... ‘, waarin interviewer Wilfried de Jong licht verbijsterd leek te zoeken naar vragen op antwoorden die alleen al de aanwezigheid van de twee zussen opriep.
Het geheel deed me denken aan het boek ‘De Zwijgende Tweeling’ dat ik twintig jaar geleden las, geschreven door Marjorie Wallace. 
De tweeling June en Jennifer waren een ongewone tweeling. 
Al vroeg spraken ze een eigen taal en weigerden ze contact met volwassenen. 
Op school liepen ze rond als zombies: langzaam en geheel synchroon. 
Na hun schooltijd begonnen ze fanatiek te schrijven: gedichten, verhalen, romans en dagboeken waarin al hun gevoelens tot in detail staat beschreven. Toen ze achttien waren, stopten ze hun kluizenaarsbestaan en raakten verzeild in een wereld van drank, drugs, seks en uiteindelijk diefstal en brandstichting. 
De zusjes werden betrapt en veroordeeld tot een verblijf van onbepaalde duur in Broadmoor, een gevangenis voor zwaar gestoorde criminelen.
Schrijfster Marjorie Wallace woonde als verslaggeefster van de Sunday Times de rechtszaak bij. 
Ze won de sympathie van de tweeling en drong door in hun geheime wereld. Toen Jennifer in 1993 overleed hadden de meisjes jarenlang gescheiden geleefd.
Liesbeth Raeven heeft zich enkele jaren geleden losgemaakt van haar tweelingzus Angelique door de keus te maken niet meer samen te wonen. Gister was in ’24 uur met...’zichtbaar wat de gevolgen daarvan zijn. Angelique kan niet zonder haar zus en claimt de wegloper. 
Met manipulatie, drankzucht, eetbuien. 
Borende blikken met de oogopslag van een gewond hert.
Subtiel maar angstaanjagend uitvergroot in die benauwende ruimte waarin De Jong 24 uur met de dames optrok. 
Het  was moeilijk een andere conclusie dan deze te trekken; een van de twee zussen zal aan de identiteitscrisis die het tweeling-zijn oproept, kapotgaan.
Liesbeth zei het zelfs met zoveel woorden terwijl haar zus voor de zoveelste keer op het toilet was om waarschijnlijk haar anorexia aandacht te geven door middel van braken.
‘Hoe loopt dit af? ‘vroeg De Jong haar.
‘Ik weet het niet’ antwoordde een getergde Liesbeth. ‘Niet goed, denk ik’.
Als het levensverhaal van de Zwijgende Tweeling exemplarisch is voor de wijze waarop sommige een-eïge tweelingen verstrikt raken in een levenslange identiteitscrisis die ze wederzijds voeden, dan loopt het  waarschijnlijk inderdaad slecht af met Liesbeth Raeven. 
Zoals te zien was in 24 uur met: de werkelijkheid diende zich steeds opnieuw dwingend aan als de eenheid van de tweeling wankelde door individuele keuzes.
Bij L.A.Raeven strijden kunst en leven om voorrang. 
Wie beslist: het werk of de werkelijkheid? 
Het individu of de tweelingzus? 
Eten of sterven?

Reacties

Populaire posts van deze blog

Echec

    Je leugens liggen nu op straat. Als de zon schijnt, worden ze hel verlicht. Regent het, dan worden ze slijmerig, als mos of alg. Niet alleen ik hoorde je leugens opnieuw. Hij hoorde het ook. Toch schaamde je je nergens voor. Geen enkele vraag heb je beantwoord. Geen enkele. Noch die van hem, noch die van mij. Je haalde letterlijk steeds je schouders op en liet drie zinnen rouleren: -daar heb ik al een keer iets over gezegd -ik heb geen zin om erover te praten -daar weet ik niets meer van. De armzalige munitie van een leugenaar. Die een schot hagel lost. Maar geen doel treft. Toen ik je lang aankeek, deed je er alles aan om mijn blik te ontwijken. Je nam slok na slok van je als stevig houvast meegebrachte fles water. Dorst had je niet. Grip had je nodig. Op jouw glibberige pad dat onvermijdelijk naar beneden leidde. Tegen al je verwachtingen in. Tegen al je duistere verachting in. Je waterfles was je schraag. Hij hielp je niet. Want o

Vrij.

    Zoals je een gewonde duif zou optillen, Met alle voorzichtigheid die van je zachte handen een schep maakt. Zodat je zien zou waar de wond zit. Geronnen bloed, de witte botten zichtbaar in de rauwe wond. Zo. Zo zal het zijn als de schade schande wordt. Wanneer de schade tot schande wordt gemaakt. Die wond: een rotte plek in je ziel. Schuldenaar van de zonden van de anderen.   Zoals je mond wolkjes maakt op koude sneeuwdagen Wolkenadem door de vochtige kilte. Zo ijl ben je zelf geweest, onstoffelijk. Een schim van jezelf. Een gedaante, een droombeeld wellicht. Zo. Zo zal het zijn als de waarheid werkelijkheid wordt. En het getij van gevoel door je heen slaat als razend. Raakbaar word je. In plaats van onaanraakbaar. Je bent de duif die opgepakt wordt. Wiens wonden verzorgd worden. Al die gebroken botten heel. En de bestraffing. En de vergelding. Ze zullen met elke klapwiek van genezen vleugels verdwijnen.   Zo zal het zij

Reptiel.

  Voor de aangekondigde dood klopt hij op de deur. Treedt binnen en neemt een stoel. Je hoeft hem niets te vragen. Hij legt zijn warme arm om je heen, kijkt je diep in je ogen en betuigt alvast zijn medeleven. Zijn hese stem maakt hem geloofwaardig. De weken daarna is hij steeds in de buurt. Als een schaduw lijkt hij jou te volgen. Het is of hij je observeert vanuit zijn comfortabele positie op die stoel in jouw woning. Terloops vraagt hij naar de dingen die zullen achterblijven. Het horloge. De klok. Het schilderij. Hij zal thee voor je maken in jouw eigen huis. Het weekend daarna komt hij weer. Tot en met de dood blijft hij komen. Zijn handen op de tafel gelegd. Werkeloos. De vingers spelend met een van de vele sigaretten die hij rookt. Zijn ogen ontwijken de jouwe. Je hoeft hem niets te vragen. Na een onaangekondigde dood is hij de eerste die op de deur klopt. Zwijgend veegt hij zijn voeten op jouw mat. Hij zal ruiken naar rotte herfstbladeren, regen