Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit februari, 2024 tonen

Droom.

Iets meer dan een week slaap ik nu in mijn oude bed in mijn nieuwe huis. De eerste nachten waren kort. Ik was doodmoe en ging slapen, maar de verhuis-adrenaline maakte mij nog voor vijf uur   ’s ochtends klaarwakker. De poes was verheugd met zoveel aandacht op weer een lange dag. Na vier korte nachten begon het dromen. Elke nacht dezelfde droom. Met een schok realiseerde ik mij in de duisternis in mijn halfslaap, dat al mijn spullen nog in het oude huis stonden. En dat wij dat allemaal aanstaande vrijdag zouden moeten verhuizen. Het bed. Vooral het bed moest verhuisd worden. Dat grote, grote bed. Met het enorme headboard. Middels slechts één busje van Ad Rem moesten wij die klus gaan klaren. Alleen T. en ik. Samen dragen, sjouwen en tillen. Een onmogelijke opgave. Hoe verder de droom vorderde, hoe meer ik in paniek raakte. Dan werd ik tot slot wakker en tastte om mij heen. Realiseerde mij dat ik in mijn eigen bed lag. Tastte met mijn handen over het zachte m

Zwart.

  Ik weet nog de eerste keer dat iemand mij zo noemde. Mijn hart klopte een slag luider in mijn borst. Mijn ogen werden iets groter. Ik voelde het kloppen en verwijden in mij. Pure angst sloeg door mij heen. Intern startte onmiddellijk de zoektocht. Zoals een man zijn portefeuille zoekt door te kloppen op zijn borstzak. Zo ving ik intern het kloppen aan.Met denkbeeldige handen om in mijn binnenste af te tasten wat er mis zou zijn met   mij. Niets wist ik nog van familieverbanden. Waarbij het belangrijk is dat door de hele groep één bliksemafleider aangewezen wordt. Om de spanningen die generaties lang geheim moesten blijven, te kanaliseren. Een reden, een oorzaak, een afvallige op wie alle lelijke gedragingen geprojecteerd kunnen worden. Waarbij meerdere daders handen in onschuld wassen. Na elke schending opnieuw. Ik weet nog alle talloze keren erna. Dat zij mij benoemden. Mijn hart sloeg er al lang niet meer van over. Mijn ogen vernauwden zich, nu. Ik voelde

Genade.

    Elke dag verhoud ik mij opnieuw tot jou. In een klein ritueel dat als vanzelf ontstond. Waarvan ik later pas begreep dat het me aan jou verbond. Waartoe het diende, wat ik deed. Elke dag raak ik aan wat van jou in mij resteert. Ik pak het in, in jouw ragfijne zwarte kanten zakdoek die ik erfde. Leg het daar te ruste, elke keer op dezelfde plek. Ik druk een kus op wat ik inpak, ik zeg je naam. Ik leg je neer in stilte. Raak met mijn vingers zacht een laatste keer je ziel. Zoals ik toen, jaren terug, mijn vingers om je koude stijve handen vouwde en mijn lichaam op de grond zonk. En ik zocht naar een manier om dag tegen jou te zeggen. Elke dag verhoud ik mij opnieuw tot jou. En nog steeds is er verbinding. Meld jij je bij mij, zoals ik aan jouw onstoffelijke voeten denkbeeldig mijn vragen neerleg. Ik eer je in een ritueel. En ik vergeef je elke dag. Voor alle dagen dat je niet bij me was. Voor al die jaren dat je niet meer bij me bent. Elke dag