Twee frisse meisjes belden aan. De een donkerharig, de ander asblond. Goed gekleed. Goed gekapt. Neutraal van look. Een dikke sjaal om de nek omdat de lente nog steeds geen aanstalten maakte en het soms plotseling goot van de regen. Toornige buien, met hagel en een koude wind. ‘Goedemorgen’ schalde een van de meisjesstemmen het trapgat in. Ik groette terug. Nog zag ik het niet. ‘Wij komen om u een boodschap van blijdschap te brengen’ sprak de donkerharige, opkijkend naar mijn gestalte bovenaan de trap. Het was of een onzichtbare sluier, die tot zojuist tussen haar en mij had gehangen, plotseling werd weggetrokken. Jehova’s Getuigen, klonk het zonder geluid in blokletters in mijn hoofd. ‘Oké’ aarzelde ik een seconde. ‘Wij komen de boodschap van God brengen en zouden graag met u over de Bijbel willen spreken...’ Ik onderbrak vriendelijk maar vastberaden. ‘Nee, dankjewel’ zei ik, ‘ik heb daar geen tijd voor en eigenlijk ook geen zin in. Maar ik wens jullie we
...and thank you for site-seeing!