Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit oktober, 2014 tonen

Voor aap.

Bij de chimpansees was het niet druk. Zowel voor als achter het gewapende glas van het apenverblijf was het rustig. Meisje M. en haar vriendin P. keken naar de lange handen van een wat mottige chimpansee.  Diens zwarte vingers krabden in een kalm tempo de rechterschouder. Zijn magere billen rustten daarbij op de betonnen rand van het waterbassin dat de apen-speelweide omsingelde. Plotseling kwam een lang blond meisje naast Meisje   M. staan.  Net buiten mijn gehoorsafstand stak deze achtjarige een verhandeling af. Meisje M., eerst wat verlegen, wendde al gauw haar gezicht helemaal naar het meisje toe en luisterde aandachtig. Vriendin P. leunde met   hoofd en bovenlichaam naar links, zodat ze de vertelster aan kon kijken. Net toen ik naast P. ging staan, was de monoloog klaar. En stapte het blonde meisje weg. Even plotseling als ze gekomen was, leek ze verdwenen. Terwijl het helemaal zo druk niet was. In de dierentuin. Meisje M. keek P. aan. P. vroeg met

Tinie H.

  Toen ik in opleiding was om   journalist te worden, werden we er als rookies op uit gestuurd om een ‘interessant onderwerp’ te zoeken en daarvan een reportage te maken. In tekst en beeld. Zo gezegd, zo gedaan. Samen met klasgenoot en vriendin E. die toen al een aardig potje kon fotograferen, pakte ik de trein . En dat was helemaal gratis. Want in de tijd van minister Ritzen kreeg elke student een OV-kaart waarmee je dag en nacht met elk denkbaar openbaar vervoermiddel voor niks kon reizen. Wij reisden naar onze favoriete hang-out: Amsterdam. Daar, op perron 1 van het Centraal Station, dachten wij een ‘interessant onderwerp‘ bij de hoorns te kunnen vatten. En wel: de bonte verzameling bezoekers van het toilet dat in de verste uithoek van dat winderige perron verscholen lag. We werden niet teleurgesteld. Aan die bezoekers van divers pluimage kwamen we helemaal niet toe, want daar, als een bulldog die haar bastion bewaakte, troffen wij de vrouw die de sch

Damnatio Memoriae

  ‘De herinnering’ zei ik vijf jaar geleden tegen mijn vader, ‘i s als...’. Hij maakte mijn zin af: ‘...een hond die gaat liggen waar hij wil’. Dat het citaat van Cees Nooteboom was, ontdekten we pas later die middag. Eerst las mijn vader kleine stukjes voor uit datgene wat hij op een aanzienlijk dikke stapel A4tjes had geschreven; herinneringen aan zijn jeugd. In het Septemberlicht las hij ’s middags voor aan zijn twee dochters en zijn pasgeboren kleindochter. Sommige dingen wisten we. De meeste herinneringen kenden we nog niet. Het was een kleine schatkist aan informatie over een al meer dan tachtig jaar durend leven. We luisterden met gespitste oren. Zijn herinneringen hadden het formaat van statige Deens doggen. Van Koningspoedels. Weimaraners met glanzende vacht Naast hem zat toen mijn moeder. Een gruwelijke vergeetachtigheid speelde haar destijds al enkele jaren parten. Ook zij had herinneringen. Die aan haar jeugd waren moeiteloos op te ro

Quand on Reve.

In mijn droom zag ik vannacht de in 2009 overleden Martin Bril op een hek zitten. Terwijl ik in mijn voortuin- die in mijn droom niet eens op mijn voortuin leek-tussen bergen zwerfvuil een zieltogend struikje in een pot probeerde te zetten zodat hij kon overleven, zat Bril op dat witte hek. ( Amateurpsychologen die aan Freudiaanse droomuitleg doen, zouden uit mijn tuinieren waarschijnlijk destilleren dat ik op de rokende puinhopen van een oud bestaan probeer te redden wat er te redden valt, dat ik een oud leven in stand probeer te houden op de nog na-schuddende grondvesten van het nieuwe, dat ik tussen ouwe rotzooi het beste gedij dan wel dat ik me nodig eens moet laten nakijken). Hoe dan ook. De getalenteerde Martin Bril zat daar. In mijn droom. Op een archetypisch drie-kleine-kleutertjes hek. Zo een met witte spijlen en een dwarslat waarop je met veel oefening net stil kunt   blijven zitten. Hij zat daar en praatte met de overbuurman. Het gekke was; die overbuu