Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit april, 2014 tonen

Monoloog 4.

  Als je geboren wordt, ik bedoel, vlak ervoor, dat is de meest bepalende beleving van elk mens, denk je niet? En toch herinneren we ons er niets van. Maar die eerste ervaring van elk menselijk wezen is universeel: een te nauwe doorgang. Als een laag abces, tegen anaal, dat op exploderen staat.  Die claustrofobische ervaring zou nederig moeten stemmen. Maar dat doet het niet. De meeste mensen leven met de voortdurende drang naar meer. Een honger die brandt. En er zijn geen grenzen. Omhoog, omhoog willen ze, de kinderen van de nacht. Erop af! En ze hebben ergens gelijk. Het is nu of nooit. Dat moet je toch met me eens zijn? Zo donker als het hier is. Morgen kan het zomaar te laat zijn. Wordt er bijvoorbeeld nog gewacht tegenwoordig? Alles is zo laag bij de gronds. Weinig jonge dieren. Weinig geluk. We moeten afstand nemen, jij en ik.  Zeg eens iets. Ik heb er spijt van. Dat wilde ik je nog zeggen. En toch heb ik het niet expres gedaan. Het is belangrijk dat je me gel

P.

Haar stem, door de telefoon, deed hem denken aan iemand anders.  Haar aa ’s waren langgerekt met een scherp randje. Ze lachte veel. De eerste keren dacht hij dat ze stilviel, middenin hun gesprek.  Later begreep hij   dat het de stilte voor het lachen was. Eerst haalde ze geluidloos adem en dan zwol al dat lachen aan.  Hij glimlachte steeds, als hij haar dan uiteindelijk naar adem hoorde happen. Als hij met haar belde, altijd vanuit de beslotenheid van zijn auto, stelde hij zich haar gezicht voor. Hij had haar zo’n twintig keer gebeld, misschien zestig keer ge-smst, en vele keren gemaild.  Het was of hij haar al jaren kende. Er was een vreemd soort vertrouwdheid in de manier waarop ze met elkaar praatten. Toch was het pas anderhalve week aan de gang. En had hij haar nog maar twee keer gezien. De eerste keer was in het halfdonker van een nachtclub, hun beider blik vertroebeld door drugs.  Hij herinnerde zich de vorm van haar mond en haar koortsige drugs-ogen en de za