Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit april, 2015 tonen

Ros.

Zijn vermomming was briljant.   Door de bruinlederen loafers, de wollen Pringle-trui, de rode bandplooibroek en de grijze gedistingeerde krullen, leek hij op een oogarts. Een chirurg. Een opticien, op zijn minst. Zijn vrouw verraadde hem een beetje.  Met het uiterlijk van een Roemeense huishoudster en de geslagen hondenblik van een vrouw die zich al jaren in openbare gelegenheden kapot schaamt voor haar man, kende ze haar plaats. Ze at haar soep met neergeslagen ogen.  En negeerde het publiek dat aan belendende tafeltjeshet hoofd om de beurt richting haar echtgenoot draaide. Om te kijken wat er gaande was, dat uur dat haar man   zijn maaltijd nuttigde. In de stilte die tijdens de hele voorstelling duurde, was elke op-en aanmerking die haar echtgenoot plaatste tegen de serveerster en de chef, van a tot z te volgen. Het begon ermee dat hij de wijn proefde en vervolgens om de fles vroeg.  Na hoofdschuddende bestudering van het etiket en ‘t nogmaals rond spoe

Kerk.

F.vroeg me, of ik gelovig was. Dit is wat ik hem schreef: ‘Ik ben altijd graag in kerken geweest. Vanwege de stilte en de rust die daar zijn. Ik geloof zelf niet. Maar het ontroert me erg, mensen te zien die gelovig zijn. Ik weet niet waarom. Het is zo. Ik ben met meisje M.heel veel naar de kerk geweest. Vanaf haar eerste jaar. Een prachtige Rooms Katholieke Basiliek was het. En we kwamen vooral om te kijken naar het preekgestoelte daar. Dat is een -uit een Antwerpse schuilkerk afkomstige- enorme kansel van hout. Gemaakt rond 1780. Afgebeeld staat de Heilige Franciscus die tot de dieren sprak 'toen de mensen niet meer naar hem wilden luisteren'. Achter, naast en om hem heen een boom met daarin en daaronder uit hout gesneden levensgrote dieren; pauw, konijn, schaap, aap, duif. Dat preekgestoelte was een walhalla voor kleine en ook grote meisjes. Meisje M. vond het er zo heerlijk, ze wilde nooit weg. We waren daar dan helemaal alleen, op een doord

Mis.

Er is iets niet in orde. Iets is   er grondig mis. Verschoven is een rangschikking. Een volgorde is door elkaar geschud. Mijn vader is een maand geleden gestorven. En sindsdien klopt mijn hart voor twee. Hard en luid maar rustig bonkt mijn hart in mijn borstkas. Ik tel de slagen. Nooit eerder deed ik dat. Ik voel mijn hartslag resoneren in alles in mij. Ik leef, ik leef, ik leef bonkt mijn bloed op het ritme van mijn hartenklop   tegen mijn binnenste. Toch is iets niet in orde. Want hoewel ik leef, is mijn vader er niet meer. De opstelling klopt niet. De structuur van de dingen is weg. De verdeling is door elkaar gegooid en de schikking van de zaken van het leven is voorgoed veranderd. Ik zit en ik luister slechts. Steeds opnieuw ontdek ik hetzelfde: het is erg stil in mij. Ik hoor mijn hart, het bloed ruist in mijn oren. Dat is het Zo rustig was ik nooit. En dat is niet in orde. Ik herinner me alles. Tot de laatste hartslag va