Elke dag verhoud ik mij opnieuw tot jou.
In een klein ritueel dat als vanzelf ontstond.
Waarvan ik
later pas begreep dat het me aan jou verbond.
Waartoe het diende, wat ik deed.
Elke dag raak ik aan wat van jou in mij resteert.
Ik pak het in, in jouw ragfijne zwarte kanten zakdoek die ik erfde. Leg het
daar te ruste, elke keer op dezelfde plek.
Ik druk een kus op wat ik inpak, ik zeg je naam. Ik leg je neer in stilte. Raak
met mijn vingers zacht een laatste keer je ziel.
Zoals ik toen, jaren terug, mijn vingers om je koude stijve handen vouwde en
mijn lichaam op de grond zonk. En ik zocht naar een manier om dag tegen jou te zeggen.
Elke dag verhoud ik mij opnieuw tot jou.
En nog steeds is er verbinding.
Meld jij je bij mij, zoals ik aan jouw onstoffelijke voeten denkbeeldig mijn
vragen neerleg.
Ik eer je in een ritueel.
En ik vergeef je elke dag.
Voor alle dagen dat je niet bij me was.
Voor al die jaren dat je niet meer bij me bent.
Elke dag verhoud ik mij opnieuw tot jou.
Geef jouw ziel rust.
Ik laat jou rusten in vrede.
Ik laat jou rusten in kracht.
Reacties
Een reactie posten