Doorgaan naar hoofdcontent

Betalen.


Voormalig zanger van de Bee Gees, Robin Gibb, heeft al anderhalf jaar kanker.
In zijn darmen en lever.
De altijd al magere, bleke Gibb ziet er zo mogelijk slechter uit dan ooit.
Het gevecht tegen de ziekte is niet het enige dat hem overkwam.
In 1980 verloor hij namelijk zijn jongere broertje en in 2003 overleed zijn tweelingbroer.
Een definitief einde aan de Bee Gees.
Maar Robin Gibb leeft.
Nog steeds.
Een feit dat hij alleen kan bevatten als hij gelooft in iets groters dan hijzelf.
In een recent interview stelt Gibb: "Hoewel we er altijd heel hard voor hebben gewerkt, denk ik soms dat dit de prijs is die ik moet betalen voor al het succes dat we met de Bee Gees hebben gehad."
Prachtig voorbeeld van het aloude Memento Mori, dat het Christendom haar schaapjes eeuwenlang heeft ingewreven.
Niets komt voor niets.
Een oog voor een oog, een tand voor een tand.
Maar er is helemaal geen prijs die we betalen.
Er is geen Alziend Oog.
Er bestaat geen spreekwoordelijk Boek van Sinterklaas waarin onze goede en onze slechte daden bij worden gehouden in een rekening, waarvan aan het eind van het jaar de balans wordt opgemaakt.
Wij leven.
Wij zijn domweg allemaal in leven.
En het enige waarvan je echt zeker bent in je leven, is dat je op een gegeven moment dood zult gaan.
Robin Gibb en zijn broers hadden een groot talent.
En het bezitten van een gave kan voelen als een last, een te betalen schuld.
Een kado van iets Groters dan Jijzelf.
Waarmee je zorgvuldig dient om te gaan.
Omdat er anders een straf op staat.
Misschien luistert Robin Gibb nu en dan eens naar de liedjes waarmee hij en zijn broers wereldberoemd zijn geworden.
En misschien is er iemand die die ernstig zieke man zegt, dat het meer dan goed was.
Dat God- als die al zou bestaan- goedkeurend geluisterd zou hebben naar de driestemmige samenzang in How Deep Is You Love.
En geglimlacht zou hebben.
Beste Robin Gibb; er is geen God die op deze gouden kleurenregen neerkijkt.
Dit is het.
Dit prachtige leven.
Je hebt je stinkende best gedaan.
Ga door!

Reacties

Populaire posts van deze blog

Echec

    Je leugens liggen nu op straat. Als de zon schijnt, worden ze hel verlicht. Regent het, dan worden ze slijmerig, als mos of alg. Niet alleen ik hoorde je leugens opnieuw. Hij hoorde het ook. Toch schaamde je je nergens voor. Geen enkele vraag heb je beantwoord. Geen enkele. Noch die van hem, noch die van mij. Je haalde letterlijk steeds je schouders op en liet drie zinnen rouleren: -daar heb ik al een keer iets over gezegd -ik heb geen zin om erover te praten -daar weet ik niets meer van. De armzalige munitie van een leugenaar. Die een schot hagel lost. Maar geen doel treft. Toen ik je lang aankeek, deed je er alles aan om mijn blik te ontwijken. Je nam slok na slok van je als stevig houvast meegebrachte fles water. Dorst had je niet. Grip had je nodig. Op jouw glibberige pad dat onvermijdelijk naar beneden leidde. Tegen al je verwachtingen in. Tegen al je duistere verachting in. Je waterfles was je schraag. Hij hielp je niet. Want o

Vrij.

    Zoals je een gewonde duif zou optillen, Met alle voorzichtigheid die van je zachte handen een schep maakt. Zodat je zien zou waar de wond zit. Geronnen bloed, de witte botten zichtbaar in de rauwe wond. Zo. Zo zal het zijn als de schade schande wordt. Wanneer de schade tot schande wordt gemaakt. Die wond: een rotte plek in je ziel. Schuldenaar van de zonden van de anderen.   Zoals je mond wolkjes maakt op koude sneeuwdagen Wolkenadem door de vochtige kilte. Zo ijl ben je zelf geweest, onstoffelijk. Een schim van jezelf. Een gedaante, een droombeeld wellicht. Zo. Zo zal het zijn als de waarheid werkelijkheid wordt. En het getij van gevoel door je heen slaat als razend. Raakbaar word je. In plaats van onaanraakbaar. Je bent de duif die opgepakt wordt. Wiens wonden verzorgd worden. Al die gebroken botten heel. En de bestraffing. En de vergelding. Ze zullen met elke klapwiek van genezen vleugels verdwijnen.   Zo zal het zij

Reptiel.

  Voor de aangekondigde dood klopt hij op de deur. Treedt binnen en neemt een stoel. Je hoeft hem niets te vragen. Hij legt zijn warme arm om je heen, kijkt je diep in je ogen en betuigt alvast zijn medeleven. Zijn hese stem maakt hem geloofwaardig. De weken daarna is hij steeds in de buurt. Als een schaduw lijkt hij jou te volgen. Het is of hij je observeert vanuit zijn comfortabele positie op die stoel in jouw woning. Terloops vraagt hij naar de dingen die zullen achterblijven. Het horloge. De klok. Het schilderij. Hij zal thee voor je maken in jouw eigen huis. Het weekend daarna komt hij weer. Tot en met de dood blijft hij komen. Zijn handen op de tafel gelegd. Werkeloos. De vingers spelend met een van de vele sigaretten die hij rookt. Zijn ogen ontwijken de jouwe. Je hoeft hem niets te vragen. Na een onaangekondigde dood is hij de eerste die op de deur klopt. Zwijgend veegt hij zijn voeten op jouw mat. Hij zal ruiken naar rotte herfstbladeren, regen