Doorgaan naar hoofdcontent

Dood.


Ik reed met meisje M. naar mijn vader.
Naast mij op de autostoel drie bosjes narcissen voor mijn moeder, bij wie we ook op visite zouden gaan
Bij mijn vader lag ik op de bank toen hij  de overbuurvrouw belde.
Om te horen hoe het met de gezondheid van haar man was.
In een flits zag ik deze mensen in mijn herinnering voor me.
Fietsend langs hun huis op late avonden, zag ik ze soms samen dansen in hun kleine huiskamer.
Tegen elkaar aangedrukt draaiden ze samen rustig rondjes, op voor mij onhoorbare muziek.
Hij groot, sterk, grof.
Zij klein, bleek, fragiel.
Het leek me toen -als puber- het meest romantische dat je kon bereiken in een relatie; na dertig jaar huwelijk zomaar, op een avond, samen dansen.
Ik hoorde mijn vader in  de keuken tijdens het telefoongesprek meermalen haar voornaam uitspreken , met brekende stem.
Ik begreep het zonder dat ik het wist.
Die grote stille, inmiddels al oude man,  was overleden.
Plotseling.
Mijn vader bracht me het bericht. In zijn ogen stonden tranen.
Ik pakte mijn jas.
En twee van de die bosjes narcissen, bestemd voor mijn moeder.
Ik stapte het tuinpad aan de overkant op, waar ik na mijn vijftiende nooit meer was geweest.
Ik belde aan.
Zij deed open, kleiner en bleker dan ik ooit voor mogelijk had gehouden.
Ik was drie kwartier in haar gezelschap. Haar zwijgende broer, die gek genoeg veel weg had van haar net overleden man, zat zwijgend bij ons. Ik pakte haar hand en die liet ze niet meer los.
Ze sprak over hun liefde die zestig jaar had geduurd.
Waarin ze geen dag zonder elkaar waren geweest.
Ze besefte het nog niet, zei ze. Met tranen in haar ogen vertelde ze dat ze steeds het gevoel had dat hij nog terug zou keren uit het ziekenhuis.
Later die middag reed ik naar mijn moeder. Ik deed de resterende narcissen in een vaas en zette die op har tafel. Meisje M. gaf ik haar stiften en een schetsblok. Toen probeerde ik mijn moeder te bewegen haar rusteloze gedrentel te staken en te gaan zitten. Omdat ik haar iets wilde zeggen. Toen ze eindelijk zat, vertelde ik haar dat de overbuurman overleden was.’Ach’ zei ze en ze liet har handen plotseling in haar schoot vallen. Ze keek naar meisje M. en zei’ ‘Leven en dood. Zo dicht bij elkaar’.
Die avond aten mijn vader, meisje M. en ik in een restaurant. Wij proostten met wijn op een huwelijk van zestig jaar en wensten de weduwe in gedachten alle kracht toe die we haar maar wensen konden.
Ik besefte me ineens dat haar man overleden was op Valentijnsdag.
 De dag die de Liefde moet vieren.
Toen we nar het dinertje  thuiskwamen en de straat inreden, was het huis op de hoek helemaal donker.
Dicht.
Leeg.
Dood.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Cantat, Rady, Trintignant.

    Waar was jij de avond van 26 juli 2003? Ik weet waar ik was. Ik vierde mijn verjaardag op De Parade in Utrecht, met mijn vrienden. En precies negentien dagen daarna zou ik degene ontmoeten die bijna mijn ondergang werd. Die tot tweemaal toe plotseling en razendsnel zijn handen om mijn keel zou zetten in een poging om me dood te knijpen. Op momenten dat ik het niet met hem eens was. En hem dat had laten weten. Ik weet ook waar de Franse actrice   Marie Trintignant was, die avond.  Op 26 juli 2003 was ze voor filmopnamen in de Litouwse stad Vilnius. De man met wie ze een affaire had aangeknoopt was bij haar. Bertrand Cantat was de frontman van de populaire Franse band   Noir DĆ©sir.  Getrouwd met de moeder van zijn twee kinderen, Krisztina Rady, was hij maanden daarvoor een affaire begonnen met de eveneens al getrouwde Trintignant. Hun affaire ging gepaard met ups en downs. Er waren ruzies. Er was de voortdurende zuigende aanwezig...

Duw het.

  Elke keer als ik die clip zie, sta ik denkbeeldig onmiddellijk in die geweldige discotheek onder het Stadhuis in Utrecht. Het is het begin van de jaren negentig. En Salt-N-Pepa hebben het nummer ‘Tramp’ uitgebracht, enkele jaren ervoor. De hiphopgroep, die uit drie meiden bestaat, krijgt echter wereldwijd succes met de B-kant van 'Tramp’. Deze hit ‘Push it’ is een van de eerste hiphopbeats die ik in Fellini hoorde. In die nachtclub waren veel eerste keren voor mij. Niet alleen werd er op donderdagavonden geweldige salsa- en latinmuziek gedraaid. Ook hoorde ik er de definitieve overgang van disco, soul en funk naar hip hop. En later naar electrobeats als trance en hard-bop, vervolgens ten slotte naar house.  Deze jaren, zo  bleek later, waren een snijpunt in de tijd waarin mode en muziek definitief veranderden. Drie avonden per week was ik in Fellini te vinden. Soms met een grote groep vrienden, soms met vriendinnen, bij gelegenheid alleen. Net als nu was ik ...

Dodenherdenking

    Onder een wolkenhemel waar de avondzon doorheen piepte terwijl het soms zachtjes motregende, was daar de Dodenherdenking. In het Walkart-park speelde het Koninklijk Zeister Harmonie Muziekgezelschap prachtige koralen. De burgemeester sprak een menigte mensen toe. Er waren jongeren die samen stonden. Gezinnen of moeders met grote en kleine kinderen. Ouderen, sommigen zeer slecht ter been die onder de grote kastanjes stilstonden. Boven alle hoofden was het enige geluid dat hoorbaar was in de diepe stilte, het gekwetter van de levendige groep knalgroene papegaaien. Die tussen de ruisende kruinen van de bomen hoog in de lucht dansten. Na de diepe, lange stilte werden kransen gelegd bij het Monument Voor De Gevallen.   Waarna de tocht ging naar het Joods Monument met daarop de 153 namen van Joodse Zeistenaren die omkwamen als gevolg van de Holocaust. De kranslegging eindigde bij het IndiĆ« Monument, daar geplaatst...