-->
Leven is zoeken.
Is uitvinden.
Wie je bent.
Wie anderen zijn.
Wat je vindt.
Wat anderen vinden.
Door te zoeken en uit te vinden, heb ik
me in 45 jaar tijd geslepen aan de ander.
Voor al dat zoeken bedacht ik
gereedschap.
Dat waren een pen, een schaar en lijm.
Dummie na dummie vulde ik met dat wat
andere mensen zeiden en dachten.
In zwarte, lege A4 boeken schreef en
plakte ik op ruw papier woorden die anderen spraken.
Over zaken waarover ik mij verwonderde.
Of waarover ik vragen had.
Die me verbijsterden.
Onhelder waren.
Over dingen die waar waren.
Of op De Waarheid leken.
Of die domweg te hilarisch waren om ze
niet voor eeuwig te bewaren in mijn persoonlijke levensbibliotheek.
Ik verzamelde in al die jaren meer dan
vijfduizend quotes van schrijvers, vrienden, presentreutels (‘Ja, ik ben helemaal behept met
koken’-Cas Spijkers) regisseurs, acteurs, dirigenten.
Ik bewaarde delen uit songteksten, stukjes uit
de Bijbel, zinnen die anonieme mannen en vrouwen uitspraken op straat, op tv,
op de radio, in de krant.
Alles dat ik van waarde vond en dat op
dat innerlijke a ha-knopje drukte.
Mijn zwarte boeken gaan steevast over
de liefde en haar mooie en duistere kanten.
Over geloven in God.
Over sterven en afscheid nemen.
Over taalfouten maken en daardoor per
ongeluk iets grappigs zeggen.
Over filosofie.
Over de kunst van hoe te leven.
Hoe te overleven.
Hoe lief te hebben.
Hoe afstand te doen van woede,
eenzaamheid, de kaalheid soms van louter het in leven zijn.
Maanden terug mailde mijn vader aan mijn zus
en mij een worddocument.
Het waren een heleboel quotes van
andere mensen.
In de begeleidende tekst stelde hij dat
zijn verzameling ons wellicht ooit eens van pas zou kunnen komen als we ons
eens in een situatie zouden bevinden waar de teksten hulp of raad zouden kunnen
geven.
Ik was vebijsterd.
Mijn vaders citaten gaan ook over de
kunst van het leven.
Over taal en de grappen daarmee.
Over de-ander–en-ik.
Over begijpen wat niet te snappen valt.
Mijn vader is een bijna 85 jaar oude eik: de
voeten stevig in de aarde, een ruwe bast waartegen het altijd goed steun zoeken
is.
Ik ben een wilde wingerd; moeizaam
houvast zoekend, snel onderhevig aan rukwinden die schade berokkenen.
Maar we zijn uit hetzelfde hout
gesneden.
De taal.
De mens.
De liefde.
Op
zoek naar herkenning in een wereld, zo groot.
Mooooooooi!
BeantwoordenVerwijderen