Doorgaan naar hoofdcontent

Lunch.

  
Soms ga ik naar de slager.
Ik heb dan geen idee dat ik me in een winkel bevind.
Ik kijk wat rond, bestel een onsje salami en begeef me weer naar de straat.
Niemand heeft mij ooit verteld dat een slagerij een winkel is.
Op andere momenten bevind ik mij in een speeltuin.
Meestal betreed ik zo’n terrein via een openstaand hek.
Ik zou niet weten of zo’n plek tot ‘de openbare ruimte’ behoort.
Ik heb gewoon zin er met meisje M. heen te gaan.
Dus ga ik.
Als ik in mijn auto rijd, bevind ik mij volgens mij gewoon op straat.
Ik hoorde laatst dat dat 'de openbare weg' wordt genoemd. 
Mij maakt het niet uit.
Ik rijd waar ik wil, wanneer ik dat wil.
In een warenhuis sta ik soms op zo’n dinges, zo’n, kom hoe heet het, een trap die heen en weer gaat van boven naar beneden.
Een roltrap.
Het schijnt dat je je in een warenhuis in ‘een publieke ruimte’ begeeft.
Geeft niks.
Ik houd wel van publiek.
Gister las ik iets merkwaardigs.
Kickbokser Badr Hari was net op vrije voeten.
Maar is weer opgepakt.
Hari zat sinds juli vast omdat justitie hem onder meer verdenkt van een poging tot doodslag op zakenman Koen Everink. 
Tijdens dancefeest Sensation White in de Amsterdam Arena zou Hari Everink onder meer tegen het hoofd en tegen het lichaam hebben geschopt.
Hari zelf zegt dat hij Everink alleen een ‘corrigerende tik’ heeft gegeven omdat deze een beledigende opmerking maakte over zijn vriendin Estelle Gullit-Cruijff.
Het Openbaar Ministerie heeft nog acht andere verdenkingen van gewelddadigheden tegen Hari.
Afgelopen vrijdag liet de rechter Hari vrij totdat zijn proces zal beginnen.
En sinds gisteravond zit de kickbokser alweer vast.
Dat is slechts een krappe drie dagen na zijn vrijlating.
Ik snap het niet.
Hari mocht zijn berechting in vrijheid afwachten mits hij zich niet in horecagelegenheden liet zien.
Nou schijnt hij gister met zijn vriendin Estelle een broodje zijn gaan eten.
In een broodjeszaak.
En hij had geen idee dat een broodjeszaak een horecagelegenheid was.
Dat snap ik wel.
Onder een horecagelegenheid versta ik een plek waar je met je maten binnenvalt, de uitbater schoffeert en bedreigt én eventueel met een corrigerende tik laat weten wie de baas is.
Bovendien: is een broodjeszaak nou een winkel, een openbare gelegenheid of een park?
Ik zou het ook zo één, twee, drie niet weten.
Het is natuurlijk een grof schandaal dat Hari weer vast zit.
Ik bedoel; hij mag toch zelf wel weten waar hij zijn broodje eet?
Thuis.
Of in een publieke gelegenheid?

Reacties

Populaire posts van deze blog

Echec

    Je leugens liggen nu op straat. Als de zon schijnt, worden ze hel verlicht. Regent het, dan worden ze slijmerig, als mos of alg. Niet alleen ik hoorde je leugens opnieuw. Hij hoorde het ook. Toch schaamde je je nergens voor. Geen enkele vraag heb je beantwoord. Geen enkele. Noch die van hem, noch die van mij. Je haalde letterlijk steeds je schouders op en liet drie zinnen rouleren: -daar heb ik al een keer iets over gezegd -ik heb geen zin om erover te praten -daar weet ik niets meer van. De armzalige munitie van een leugenaar. Die een schot hagel lost. Maar geen doel treft. Toen ik je lang aankeek, deed je er alles aan om mijn blik te ontwijken. Je nam slok na slok van je als stevig houvast meegebrachte fles water. Dorst had je niet. Grip had je nodig. Op jouw glibberige pad dat onvermijdelijk naar beneden leidde. Tegen al je verwachtingen in. Tegen al je duistere verachting in. Je waterfles was je schraag. Hij hielp je niet. Want o

Vrij.

    Zoals je een gewonde duif zou optillen, Met alle voorzichtigheid die van je zachte handen een schep maakt. Zodat je zien zou waar de wond zit. Geronnen bloed, de witte botten zichtbaar in de rauwe wond. Zo. Zo zal het zijn als de schade schande wordt. Wanneer de schade tot schande wordt gemaakt. Die wond: een rotte plek in je ziel. Schuldenaar van de zonden van de anderen.   Zoals je mond wolkjes maakt op koude sneeuwdagen Wolkenadem door de vochtige kilte. Zo ijl ben je zelf geweest, onstoffelijk. Een schim van jezelf. Een gedaante, een droombeeld wellicht. Zo. Zo zal het zijn als de waarheid werkelijkheid wordt. En het getij van gevoel door je heen slaat als razend. Raakbaar word je. In plaats van onaanraakbaar. Je bent de duif die opgepakt wordt. Wiens wonden verzorgd worden. Al die gebroken botten heel. En de bestraffing. En de vergelding. Ze zullen met elke klapwiek van genezen vleugels verdwijnen.   Zo zal het zij

Reptiel.

  Voor de aangekondigde dood klopt hij op de deur. Treedt binnen en neemt een stoel. Je hoeft hem niets te vragen. Hij legt zijn warme arm om je heen, kijkt je diep in je ogen en betuigt alvast zijn medeleven. Zijn hese stem maakt hem geloofwaardig. De weken daarna is hij steeds in de buurt. Als een schaduw lijkt hij jou te volgen. Het is of hij je observeert vanuit zijn comfortabele positie op die stoel in jouw woning. Terloops vraagt hij naar de dingen die zullen achterblijven. Het horloge. De klok. Het schilderij. Hij zal thee voor je maken in jouw eigen huis. Het weekend daarna komt hij weer. Tot en met de dood blijft hij komen. Zijn handen op de tafel gelegd. Werkeloos. De vingers spelend met een van de vele sigaretten die hij rookt. Zijn ogen ontwijken de jouwe. Je hoeft hem niets te vragen. Na een onaangekondigde dood is hij de eerste die op de deur klopt. Zwijgend veegt hij zijn voeten op jouw mat. Hij zal ruiken naar rotte herfstbladeren, regen