Doorgaan naar hoofdcontent

Tentakels.


Octomum is toch uit de kleren gegaan.
Ondanks het feit dat de moeder van veertien kinderen in 2010 zwoor het nooit te zullen doen, is ze nu toch overstag. 
Nadya Suleman zit financieel zo aan de grond dat ze geen andere uitweg meer zag. 
Afgelopen maart werd haar huis geveild.
Een ander onderkomen voor haar en haar veertien kinderen is inmiddels gelukkig al wel gevonden, maar geld voor de huur was er nog niet.
"Ik doe het omdat ik mijn kinderen moet voeden. Ik moet mijn rekeningen betalen", zegt Nadya volgens bronnen van de Amerikaanse entertainmentsite TMZ.
Suleman krijgt 10.000 dollar voor een naaktshoot in het tijdschrift Closer.
Da’s niet heel veel geld.
Zeker niet als je het vergelijkt met de miljoen dollar die Vivid Entertainment haar in 2009 bood voor een nude-shoot.
Deze aanbieding sloeg Nadya af.
Suleman is een vrouw aan wie controverse kleeft als de spreekwoordelijke honing aan de kont.
De moeder van zes kinderen beviel na een vruchtbaarheidsbehandeling in 2009 van een achtling, wat haar de bijnaam ‘octomum’ opleverde.
De publieke opinie was not amused over de geboorte van maar liefst acht nieuwe kinderen in een een-ouder-gezin van zes kinderen dat al leefde van bijstand.
Omdat Suleman geen werk had.
Of zocht.
Nu staat Octomum in al haar glorie op TMZ.com.
Ik weet niet wat ik triester vind; de blik in de ogen van de naakt poserende Suleman.
Of de keiharde commentaren van bezoekers op de site die hun ongezouten mening geven op uiterlijk en lichaam van de al zwaar bekritiseerde Suleman.
Ik heb de foto’s bekeken.
De snedige commentaren van het wrede publiek gelezen dat zijn tentakels diep in het vlees van Suleman slaat.
Keihard.
Toen heb ik zelf ook een berichtje gepost.
Het is een quote van Henry Wadsworth Longfellow, een Amerikaanse dichter .
Dit is wat ik er, dankzij Longfellow, over te zeggen had; 
''We judge ourselves by what we feel capable of doing, while others judge us by what we have already done.”

Reacties

Populaire posts van deze blog

Echec

    Je leugens liggen nu op straat. Als de zon schijnt, worden ze hel verlicht. Regent het, dan worden ze slijmerig, als mos of alg. Niet alleen ik hoorde je leugens opnieuw. Hij hoorde het ook. Toch schaamde je je nergens voor. Geen enkele vraag heb je beantwoord. Geen enkele. Noch die van hem, noch die van mij. Je haalde letterlijk steeds je schouders op en liet drie zinnen rouleren: -daar heb ik al een keer iets over gezegd -ik heb geen zin om erover te praten -daar weet ik niets meer van. De armzalige munitie van een leugenaar. Die een schot hagel lost. Maar geen doel treft. Toen ik je lang aankeek, deed je er alles aan om mijn blik te ontwijken. Je nam slok na slok van je als stevig houvast meegebrachte fles water. Dorst had je niet. Grip had je nodig. Op jouw glibberige pad dat onvermijdelijk naar beneden leidde. Tegen al je verwachtingen in. Tegen al je duistere verachting in. Je waterfles was je schraag. Hij hielp je niet. Want o

Vrij.

    Zoals je een gewonde duif zou optillen, Met alle voorzichtigheid die van je zachte handen een schep maakt. Zodat je zien zou waar de wond zit. Geronnen bloed, de witte botten zichtbaar in de rauwe wond. Zo. Zo zal het zijn als de schade schande wordt. Wanneer de schade tot schande wordt gemaakt. Die wond: een rotte plek in je ziel. Schuldenaar van de zonden van de anderen.   Zoals je mond wolkjes maakt op koude sneeuwdagen Wolkenadem door de vochtige kilte. Zo ijl ben je zelf geweest, onstoffelijk. Een schim van jezelf. Een gedaante, een droombeeld wellicht. Zo. Zo zal het zijn als de waarheid werkelijkheid wordt. En het getij van gevoel door je heen slaat als razend. Raakbaar word je. In plaats van onaanraakbaar. Je bent de duif die opgepakt wordt. Wiens wonden verzorgd worden. Al die gebroken botten heel. En de bestraffing. En de vergelding. Ze zullen met elke klapwiek van genezen vleugels verdwijnen.   Zo zal het zij

Reptiel.

  Voor de aangekondigde dood klopt hij op de deur. Treedt binnen en neemt een stoel. Je hoeft hem niets te vragen. Hij legt zijn warme arm om je heen, kijkt je diep in je ogen en betuigt alvast zijn medeleven. Zijn hese stem maakt hem geloofwaardig. De weken daarna is hij steeds in de buurt. Als een schaduw lijkt hij jou te volgen. Het is of hij je observeert vanuit zijn comfortabele positie op die stoel in jouw woning. Terloops vraagt hij naar de dingen die zullen achterblijven. Het horloge. De klok. Het schilderij. Hij zal thee voor je maken in jouw eigen huis. Het weekend daarna komt hij weer. Tot en met de dood blijft hij komen. Zijn handen op de tafel gelegd. Werkeloos. De vingers spelend met een van de vele sigaretten die hij rookt. Zijn ogen ontwijken de jouwe. Je hoeft hem niets te vragen. Na een onaangekondigde dood is hij de eerste die op de deur klopt. Zwijgend veegt hij zijn voeten op jouw mat. Hij zal ruiken naar rotte herfstbladeren, regen