Doorgaan naar hoofdcontent

Acteren.



Wat een jurk, drugs en een nieuwe interpretatie van het woord ‘zingen’ voor je kunnen betekenen, weten we sinds Marilyn Monroe ‘Happy Birthday’ zong voor de president van de Verenigde Staten.
De actrice zong op 19 mei 1962 in het Madison Square Garden in New York op onnavolgbare wijze haar president en vermeende minnaar John F. Kennedy toe. 
Gekleed in een voor de gelegenheid ontworpen jurk van ontwerper Jean Louis die zó strak zat dat Monroe er in genaaid werd, hijgde  de filmster zich op bijna gênante wijze door het bekende verjaardagslied.
Hoe ongecoördineerd Monroe’s optreden ook mag lijken op het zwart-wit filmpje dat van het optreden bewaard is gebleven: alles eraan, inclusief de gedachteloos langs de rechterborst omhoog kruipende hand, is helemaal ingestudeerd.
In minstens twee boeken staat gedocumenteerd hoe Monroe het nog geen minuut durende optreden plande en instudeerde.
Ze kwam gepland te laat op het toneel.
Ze klonk expres alsof ze gerend had en nog slechts buiten adem hijgend kon zingen omdat ze te laat was.
Ze deed- kortom- een perfecte imitatie van de vrouw die ze tot in de puntjes geperfectioneerd had; de sexy, verleidelijke actrice.
De verleidster.
De seksbom.
De mythe.
Foto’s van een repeterende Monroe, diezelfde dag in Madison Square Garden, tonen het bewijs.
Die laten de echte vrouw zien achter het masker van glamoureus kindvrouwtje.
Daar staat ze.
Nog niet gestyled, opgemaakt, gekapt of in haar twaalfduizend dollar kostende glitterjurk genaaid.
De belichting is slecht, ze draagt een bril.
Haar niet gecoiffeerde haar zit –slordig weggestopt- onder een ouwelijk makende hoofddoek.
Op haar welgevormde neus prijkt een onflatteuze bril. 
Daar staat ze, en voor de ontelbaarste maal die weken zingt ze Happy Birthday.
Repeteert ze het hijgen.
Oefent ze het sexy kijken.
Doet ze keer op keer dat kunstje van het verleidelijk en zwoel bewegen.
Precies zoals ze het straks zal doen vanavond.
Eén hand licht opkruipend langs haar boezem.
Het enorme publiek aansporend tot meezingen met een welgemikte, gepassioneerde zwaai van haar gebalde vuisten.
Straks –precies op tijd- zal  lang genoeg wachten zodat ze exact te laat opkomt.
En strak getimed zal ze dan de stola laten zakken en de zaal een blik gunnen op haar sensationele jurk.
Maar nu nog niet.
Nee.
Monroe was geen slechte actrice.
Ze was geniaal.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Echec

    Je leugens liggen nu op straat. Als de zon schijnt, worden ze hel verlicht. Regent het, dan worden ze slijmerig, als mos of alg. Niet alleen ik hoorde je leugens opnieuw. Hij hoorde het ook. Toch schaamde je je nergens voor. Geen enkele vraag heb je beantwoord. Geen enkele. Noch die van hem, noch die van mij. Je haalde letterlijk steeds je schouders op en liet drie zinnen rouleren: -daar heb ik al een keer iets over gezegd -ik heb geen zin om erover te praten -daar weet ik niets meer van. De armzalige munitie van een leugenaar. Die een schot hagel lost. Maar geen doel treft. Toen ik je lang aankeek, deed je er alles aan om mijn blik te ontwijken. Je nam slok na slok van je als stevig houvast meegebrachte fles water. Dorst had je niet. Grip had je nodig. Op jouw glibberige pad dat onvermijdelijk naar beneden leidde. Tegen al je verwachtingen in. Tegen al je duistere verachting in. Je waterfles was je schraag. Hij hielp je niet. Want o

Vrij.

    Zoals je een gewonde duif zou optillen, Met alle voorzichtigheid die van je zachte handen een schep maakt. Zodat je zien zou waar de wond zit. Geronnen bloed, de witte botten zichtbaar in de rauwe wond. Zo. Zo zal het zijn als de schade schande wordt. Wanneer de schade tot schande wordt gemaakt. Die wond: een rotte plek in je ziel. Schuldenaar van de zonden van de anderen.   Zoals je mond wolkjes maakt op koude sneeuwdagen Wolkenadem door de vochtige kilte. Zo ijl ben je zelf geweest, onstoffelijk. Een schim van jezelf. Een gedaante, een droombeeld wellicht. Zo. Zo zal het zijn als de waarheid werkelijkheid wordt. En het getij van gevoel door je heen slaat als razend. Raakbaar word je. In plaats van onaanraakbaar. Je bent de duif die opgepakt wordt. Wiens wonden verzorgd worden. Al die gebroken botten heel. En de bestraffing. En de vergelding. Ze zullen met elke klapwiek van genezen vleugels verdwijnen.   Zo zal het zij

Reptiel.

  Voor de aangekondigde dood klopt hij op de deur. Treedt binnen en neemt een stoel. Je hoeft hem niets te vragen. Hij legt zijn warme arm om je heen, kijkt je diep in je ogen en betuigt alvast zijn medeleven. Zijn hese stem maakt hem geloofwaardig. De weken daarna is hij steeds in de buurt. Als een schaduw lijkt hij jou te volgen. Het is of hij je observeert vanuit zijn comfortabele positie op die stoel in jouw woning. Terloops vraagt hij naar de dingen die zullen achterblijven. Het horloge. De klok. Het schilderij. Hij zal thee voor je maken in jouw eigen huis. Het weekend daarna komt hij weer. Tot en met de dood blijft hij komen. Zijn handen op de tafel gelegd. Werkeloos. De vingers spelend met een van de vele sigaretten die hij rookt. Zijn ogen ontwijken de jouwe. Je hoeft hem niets te vragen. Na een onaangekondigde dood is hij de eerste die op de deur klopt. Zwijgend veegt hij zijn voeten op jouw mat. Hij zal ruiken naar rotte herfstbladeren, regen