Voor er computers en
digitale klokken waren, had je op je studentenkamer hooguit een horloge en een
wekker.
En vrijwel zeker een
platenspeler.
Met een naald, die
een baard van stof had.
Dankzij deze
combinatie – studentenkamer, geen zicht op tijd, platen- kon je je echt
helemaal verliezen in muziek.
Kon je je totaal,
tijdloos verliezen in muziek.
Je zette de platenspeler
aan.
Hoorde die doffe
static door je boxen.
Zette geconcentreerd,
het hoofd scheef, de naald in de groef.
En daar kwam het.
Eerst poosje een dof
tikken en krassen
En dan: de muziek.
Die vanzelf naar zijn
einde liep, van de eerste tot de laatste groef.
Richting het label
dat het hart van die elpee vormde.
Waar het geheel weer
eindigde in een oneindig gruizig rondjes draaiend.
Tot je de naald opgetild had
en in zijn houder had teruggeplaatst.
Gister zag ik op
YouTube de ‘clip’ horend bij het nummer van Sister Sledge.
He’s The Greatest
Dancer.
Het filmpje bestaat
uit niets meer dan een paar mannenhanden die de elpee op een platenspeler legt
en vervolgens een statische opname maakt van het draaiende vinyl.
Briljant.
Zo draaide ik vroeger
mijn plaatjes.
En danste ik op mijn
studentenkamer.
Alleen.
Vlak voor ik uitging.
En aan de plek waar
de naald was zag je hoe lang je dansen nog duren zou.
Niks geen digitale
timers.
Geen wekkerradio.
Geen horloge.
Alleen die stoffige
naald die in een onbestemde tijdzone langzaam over je elpee naar het label
kroop.
Vervolgens gruizig
gekraak uit de speakers.
Stilte na die heerlijke
tijdloosheid.
En dan: schoenen aan,
licht uit en op de fiets naar het Echte Danswerk in de Disco.
Omdat je aan je water
voelde dat het nú tijd was.
Zie je wel.
Vroegah Was Alles
Betah!
Reacties
Een reactie posten