Doorgaan naar hoofdcontent

Weg.


Op exact de dag dat je kind 33 jaar geleden vermist raakte, hoor je wat er met hem is gebeurd.
Je zoon Etan Patz verdween op de eerste dag dat je hem zelfstandig naar de halte van de  schoolbus liet lopen.
Vlakbij je huis was dat.
En het was een lentedag in New York.
Je  zoon was zes jaar.
Het zou de laatste dag zijn dat je hem zag, al wist je dat niet toen je hem gedag kuste en trots keek hoe hij uit zicht verdween.
Daar liep hij, helemaal zelf.
Naar de halte.
Hij werd al groot.
Nooit kwam hij terug van school.
Honderden agenten zochten wekenlang intensief naar je zoon.
En nooit meer hoorde je iets van hem.
Je liet zijn gezicht op melkpakken drukken.
Je zoon, Etan, stond bij miljoenen mensen op de keukentafel.
Niemand gaf de politie tussen 1979 en 2012 de gouden tip.
33 jaar lang was je alleen met je hoop.
Je stelde je voor dat Etan op een dag terug zou keren.
Je verhuisde niet.
Je bleef waar je was.
Je speurde onwillekeurig elke gezicht af van elk blond kind dat nu zo oud zou zijn als jouw zoon.
Etan zou op een dag weer terugkomen in je leven.
Je wist het niet zeker.
Maar je dacht er constant aan.
Je  voelde het.
Je dacht dat je het voelde.
Het moest.
33 jaar lang hield je je wanhopig vast aan je hoop.
Vandaag hoorde je waar Etan heen is gegaan, die lentedag.
Hij liep precies dezelfde weg naar de halte van de schoolbus als jij altijd met hem liep.
Hij passeerde dus de kruidenierswinkel.
Daar sprak –zeer waarschijnlijk- de toen 19 jarige Pedro Hernández je zoon aan.
Of die frisdrank wilde.
Etan zei ja.
Hernández nam je zoon mee naar de kelder van de kruidenierswinkel.
En wurgde hem daar.
Niemand weet nog waarom.
Daarna werkte hij dat lieve, mooie lichaam van je zoon weg.
Door het bij het vuilnis te zetten.
Op de dag af 33 jaar na de verdwijning van je zoon, krijg je dit bericht.
Want dit jaar werd de politie getipt door iemand die Hernández kende en aan wie de verdachte zijn geheim had toevertrouwd.
Nu weet je het.
Etan is dood.
En zijn lichaam is als grof vuil langs de weg gezet.
Hij komt nooit meer terug.
Je wereld is voor de tweede keer in 33 jaar helemaal kapotgeslagen.
Nu voorgoed.
Hernández is gearresteerd.
33 jaar geleden moet hij melk hebben gekocht.
En aan het ontbijt zijn cereal hebben gegeten.
Kijkend naar het gezicht van jouw zoon.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Echec

    Je leugens liggen nu op straat. Als de zon schijnt, worden ze hel verlicht. Regent het, dan worden ze slijmerig, als mos of alg. Niet alleen ik hoorde je leugens opnieuw. Hij hoorde het ook. Toch schaamde je je nergens voor. Geen enkele vraag heb je beantwoord. Geen enkele. Noch die van hem, noch die van mij. Je haalde letterlijk steeds je schouders op en liet drie zinnen rouleren: -daar heb ik al een keer iets over gezegd -ik heb geen zin om erover te praten -daar weet ik niets meer van. De armzalige munitie van een leugenaar. Die een schot hagel lost. Maar geen doel treft. Toen ik je lang aankeek, deed je er alles aan om mijn blik te ontwijken. Je nam slok na slok van je als stevig houvast meegebrachte fles water. Dorst had je niet. Grip had je nodig. Op jouw glibberige pad dat onvermijdelijk naar beneden leidde. Tegen al je verwachtingen in. Tegen al je duistere verachting in. Je waterfles was je schraag. Hij hielp je niet. Want o

Vrij.

    Zoals je een gewonde duif zou optillen, Met alle voorzichtigheid die van je zachte handen een schep maakt. Zodat je zien zou waar de wond zit. Geronnen bloed, de witte botten zichtbaar in de rauwe wond. Zo. Zo zal het zijn als de schade schande wordt. Wanneer de schade tot schande wordt gemaakt. Die wond: een rotte plek in je ziel. Schuldenaar van de zonden van de anderen.   Zoals je mond wolkjes maakt op koude sneeuwdagen Wolkenadem door de vochtige kilte. Zo ijl ben je zelf geweest, onstoffelijk. Een schim van jezelf. Een gedaante, een droombeeld wellicht. Zo. Zo zal het zijn als de waarheid werkelijkheid wordt. En het getij van gevoel door je heen slaat als razend. Raakbaar word je. In plaats van onaanraakbaar. Je bent de duif die opgepakt wordt. Wiens wonden verzorgd worden. Al die gebroken botten heel. En de bestraffing. En de vergelding. Ze zullen met elke klapwiek van genezen vleugels verdwijnen.   Zo zal het zij

Reptiel.

  Voor de aangekondigde dood klopt hij op de deur. Treedt binnen en neemt een stoel. Je hoeft hem niets te vragen. Hij legt zijn warme arm om je heen, kijkt je diep in je ogen en betuigt alvast zijn medeleven. Zijn hese stem maakt hem geloofwaardig. De weken daarna is hij steeds in de buurt. Als een schaduw lijkt hij jou te volgen. Het is of hij je observeert vanuit zijn comfortabele positie op die stoel in jouw woning. Terloops vraagt hij naar de dingen die zullen achterblijven. Het horloge. De klok. Het schilderij. Hij zal thee voor je maken in jouw eigen huis. Het weekend daarna komt hij weer. Tot en met de dood blijft hij komen. Zijn handen op de tafel gelegd. Werkeloos. De vingers spelend met een van de vele sigaretten die hij rookt. Zijn ogen ontwijken de jouwe. Je hoeft hem niets te vragen. Na een onaangekondigde dood is hij de eerste die op de deur klopt. Zwijgend veegt hij zijn voeten op jouw mat. Hij zal ruiken naar rotte herfstbladeren, regen