In de wachtkamer van de afdeling plastisch chirurgie van het ziekenhuis zat een handvol mensen. Twee oudere mannen waarvan er één met een pijnlijk gezicht over zijn handgewricht wreef, een jonge scholiere met haar moeder. Het was zo vroeg, dat de lampen in de hal net aan werden gedaan toen ik de wachtkamer betrad.
Nadat ik een poosje in de meegebrachte krant had gelezen, arriveerde een meisje van een jaar of zestien.
Haar lange donkere haar zat verstopt onder een hoodie.
Ze ging niet onzacht zitten op de stoel schuin tegenover mij.
Strekte haar benen.
En sloot onmiddellijk haar ogen in haar prachtige gezicht.
Het leek of zij in diepe slaap was. Haar moeder zette zich naast haar. Even donker haar. Een oosters uiterlijk. Syrië. Turkije, misschien.
Zij bekeek vacatures op haar telefoon.
En hield haar zich slapend houdende dochter voortdurend op fluistertoon op de hoogte van haar bevindingen.
Die gaf geen enkele reactie. Met gesloten ogen leek ze te doen wat ze zojuist nog in haar warme bed had gedaan: slapen. Doorslapen. Uit alle macht. Zoals alleen pubers dat doorgaans kunnen.
Na een poos stopte de moeder haar telefoon in haar tas en zei zachtjes: ‘Ik vind het heel zwaar werk, allemaal’.
Zonder haar ogen te openen antwoordde de dochter monotoon: 'Trouw een rijk iemand. Een Saoudi-Arabiër of zo’.
Ze vertrok geen spier.
‘Dat is meer iets voor knappe meisjes van vijftien’ riposteerde de moeder.
De ogen vlogen open. Het slungelige lijf werd hoger op de stoel gehesen.
‘Dánk je wel, mama’ zei de puber.
‘Jij’, zo was het antwoord, ‘hebt geen enkel respect voor jezelf als je dat doet. Trouwen met een rijke man, alleen omdat je zijn geld wil’.
De dochter bleef rechtop zitten. Wreef met twee handen door haar bleke gezicht, de amberkleurige ogen gericht op haar Adidassen die naast elkaar op het rode linoleum stonden.
‘Ja’ antwoordde het meisje toen.
‘Zeker’ zei ze even daarna.
Toen was het even stil.
’Nó way’ zei ze toen tegen haar moeder die nog steeds haar hoofd schudde en een zachtjes ‘tsssss’ liet horen.
Het was pas tien voor half negen in de ochtend. Ik was naar het ziekenhuis gekomen om de schade aan mijn hand zoveel mogelijk te laten beperken.
Maar de lucht was nu al gevuld met onuitputtelijke mogelijkheden.
Nadat ik een poosje in de meegebrachte krant had gelezen, arriveerde een meisje van een jaar of zestien.
Haar lange donkere haar zat verstopt onder een hoodie.
Ze ging niet onzacht zitten op de stoel schuin tegenover mij.
Strekte haar benen.
En sloot onmiddellijk haar ogen in haar prachtige gezicht.
Het leek of zij in diepe slaap was. Haar moeder zette zich naast haar. Even donker haar. Een oosters uiterlijk. Syrië. Turkije, misschien.
Zij bekeek vacatures op haar telefoon.
En hield haar zich slapend houdende dochter voortdurend op fluistertoon op de hoogte van haar bevindingen.
Die gaf geen enkele reactie. Met gesloten ogen leek ze te doen wat ze zojuist nog in haar warme bed had gedaan: slapen. Doorslapen. Uit alle macht. Zoals alleen pubers dat doorgaans kunnen.
Na een poos stopte de moeder haar telefoon in haar tas en zei zachtjes: ‘Ik vind het heel zwaar werk, allemaal’.
Zonder haar ogen te openen antwoordde de dochter monotoon: 'Trouw een rijk iemand. Een Saoudi-Arabiër of zo’.
Ze vertrok geen spier.
‘Dat is meer iets voor knappe meisjes van vijftien’ riposteerde de moeder.
De ogen vlogen open. Het slungelige lijf werd hoger op de stoel gehesen.
‘Dánk je wel, mama’ zei de puber.
‘Jij’, zo was het antwoord, ‘hebt geen enkel respect voor jezelf als je dat doet. Trouwen met een rijke man, alleen omdat je zijn geld wil’.
De dochter bleef rechtop zitten. Wreef met twee handen door haar bleke gezicht, de amberkleurige ogen gericht op haar Adidassen die naast elkaar op het rode linoleum stonden.
‘Ja’ antwoordde het meisje toen.
‘Zeker’ zei ze even daarna.
Toen was het even stil.
’Nó way’ zei ze toen tegen haar moeder die nog steeds haar hoofd schudde en een zachtjes ‘tsssss’ liet horen.
Het was pas tien voor half negen in de ochtend. Ik was naar het ziekenhuis gekomen om de schade aan mijn hand zoveel mogelijk te laten beperken.
Maar de lucht was nu al gevuld met onuitputtelijke mogelijkheden.
Reacties
Een reactie posten