Doorgaan naar hoofdcontent

Gedogen.




Meisje M. gaat naar school nabij het centrum van Utrecht.
In de Laan van Puntenburg staat haar basisschool.
Het is een eenrichtingsstraat, direct achter het Moreelsepark.
De talloze parkeervakken aan de ene zijde van deze straat worden ’s morgens tussen 08.15 en 08.35 uur veel gebruikt door ouders die hun kinderen per auto naar school brengen.
’s Middags is er weer even een parkeerpiek tussen 14.40 en 15.05 wanneer de school om kwart voor drie uitgaat.
Op andere tijden wordt er niet veel geparkeerd.
Nagenoeg alle belendende bedrijven hebben een eigen parkeerterrein-of garage. In principe is de Laan van Puntenburg dan uitgestorven voor parkerend verkeer.
Minder dan 20% van de parkeerplekken is dagelijks bezet.
Behalve dus in voornoemde korte piekmomenten.
Voor Parkeerbeheer valt er dus weinig eer te behalen aan het handhaven op parkeren in de Laan van Puntenburg.
Het is immers een dood stukje stad waar weinig mensen wat te zoeken hebben. En parkeren doe je als automobilist op het terrein van het bedrijf van je bestemming.Niet in die straat.
Maar daar heeft de Gemeente Utrecht wat op gevonden.
Sinds kort cirkelen Handhavers op scooters tijdens piekuren in de Laan van Puntenburg.
Prent na prent wordt uitgedeeld aan automobilisten die op dat moment gedurende enkele minuten hun kind in school brengen.
In de school brengen, inderdaad.
Want de gemeentelijke pennenlikkers zijn niet zichtbaar op het moment dat geparkeerd wordt.
Ze komen pas wanneer het gros van de ouders in de school hun kinderen naar de klassen begeleidt.
En ze zijn weer weg wanneer de meute hun auto weer instapt.
Vanmorgen werd er Sinterklaas gevierd op school. Meer ouders dan gewoonlijk waren per auto gearriveerd vanwege de soms forse surprises die moesten worden meegenomen naar school.
Vanaf de Laan van Puntenburg was van tientallen meters ver te zien dat de Sint op het schoolplein arriveerde en werd toegezongen door ouders en kinderen.
Twee handhavers op scooters waren druk bezig met hun digitale boetes, gerieflijk zittend op hun scooter.
Easy does it.
Scannen, bonnetje, volgende.
‘Makkelijk hoor’, zei ik bij het passeren tegen een van beiden en schudde mijn hoofd.
Ik stapte in mijn auto en verwijderde mijn parkeerontheffing van het stuur.
Daar kwam de man die maar wat graag Oom Agent had willen zijn.
Blauwe jas, pet op. Scooter langszij manoeuvrerend. Mij bruusk blokkerend bij het willen uitrijden.
Hopend op het betrappen van een bestuurster die weg wilde rijden zonder zich te willen laten beboeten.
Maar ik was er klaar voor.
Ik deed mijn raam naar beneden.
‘Goeiemorgen’ sprak de handhaver.
Ik groette terug. En zei:’Vindt u dit zelf niet al te makkelijk? Elke ochtend hier komen om talloze mensen te beboeten die hier even moeten staan om hun kind weg te brengen?’
‘Dat is opdracht van de gemeente’ zei hij geroutineerd. Natuurlijk: Altijd alles van je af.
 l’Enfer, c’est les autres.
‘Ik vind het van een pathetische gemakzucht om zo geld binnen te harken’ antwoordde ik. ’En nou wilt u zeker weten of ik betaald heb of dat ik stiekem weg wilde rijden?’
‘Mag ik uw kaartje zien? ‘antwoord hij stoïcijns.
Ik drukte mijn ontheffing bijna in zijn gezicht.
‘En bij de gemeente kunt u navragen hoe ik hieraan kom’ zei ik nog waarna ik mijn raampje sloot.
Er bestaat voor situaties als dit een prachtig woord.
Dat is: gedoogbeleid.
Het betekent dat het beleid van een bestuursorgaan is, om overtredingen van een bepaalde wet niet te vervolgen. Men ziet af van het toepassen van handhavingsmiddelen. Gedoogbeleid kan  een bewuste keus zijn als een wet of de handhaving ervan als niet zinvol wordt gezien, terwijl een wijziging of intrekking van de betreffende wet politiek te gevoelig ligt.
 Gedogen kan actief of passief gebeuren.  Bij passief of stilzwijgend gedogen heeft het bestuursorgaan kennis van een overtreding maar treft geen maatregelen en treedt niet op.
De Gemeente Utrecht kan passief een gedoogbeleid toepassen op de Laan van Puntenburg tijdens de schoolpiekuren.
En als ze dat niet willen, dan stel ik voor dat handhavers om 08 uur ’s ochtends alvast aanwezig zijn in betreffende straat.
Gewoon rustig op de scooter gaan zitten wachten, in het zich van arriverende automobilisten die weten waar ze dan aan toe zijn.
Niet laf komen wanneer je ongezien beboeten kunt.
Maar gewoon, met opgeheven hoofd als handhaver de wet uitvoeren en de mensen te woord staan die er vragen over hebben.
Dat hoort bij het vak.
Lekker gezellig onder de mensen de hele dag.
En wie stout is, krijgt de roe.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Echec

    Je leugens liggen nu op straat. Als de zon schijnt, worden ze hel verlicht. Regent het, dan worden ze slijmerig, als mos of alg. Niet alleen ik hoorde je leugens opnieuw. Hij hoorde het ook. Toch schaamde je je nergens voor. Geen enkele vraag heb je beantwoord. Geen enkele. Noch die van hem, noch die van mij. Je haalde letterlijk steeds je schouders op en liet drie zinnen rouleren: -daar heb ik al een keer iets over gezegd -ik heb geen zin om erover te praten -daar weet ik niets meer van. De armzalige munitie van een leugenaar. Die een schot hagel lost. Maar geen doel treft. Toen ik je lang aankeek, deed je er alles aan om mijn blik te ontwijken. Je nam slok na slok van je als stevig houvast meegebrachte fles water. Dorst had je niet. Grip had je nodig. Op jouw glibberige pad dat onvermijdelijk naar beneden leidde. Tegen al je verwachtingen in. Tegen al je duistere verachting in. Je waterfles was je schraag. Hij hielp je niet. Want o

Vrij.

    Zoals je een gewonde duif zou optillen, Met alle voorzichtigheid die van je zachte handen een schep maakt. Zodat je zien zou waar de wond zit. Geronnen bloed, de witte botten zichtbaar in de rauwe wond. Zo. Zo zal het zijn als de schade schande wordt. Wanneer de schade tot schande wordt gemaakt. Die wond: een rotte plek in je ziel. Schuldenaar van de zonden van de anderen.   Zoals je mond wolkjes maakt op koude sneeuwdagen Wolkenadem door de vochtige kilte. Zo ijl ben je zelf geweest, onstoffelijk. Een schim van jezelf. Een gedaante, een droombeeld wellicht. Zo. Zo zal het zijn als de waarheid werkelijkheid wordt. En het getij van gevoel door je heen slaat als razend. Raakbaar word je. In plaats van onaanraakbaar. Je bent de duif die opgepakt wordt. Wiens wonden verzorgd worden. Al die gebroken botten heel. En de bestraffing. En de vergelding. Ze zullen met elke klapwiek van genezen vleugels verdwijnen.   Zo zal het zij

Reptiel.

  Voor de aangekondigde dood klopt hij op de deur. Treedt binnen en neemt een stoel. Je hoeft hem niets te vragen. Hij legt zijn warme arm om je heen, kijkt je diep in je ogen en betuigt alvast zijn medeleven. Zijn hese stem maakt hem geloofwaardig. De weken daarna is hij steeds in de buurt. Als een schaduw lijkt hij jou te volgen. Het is of hij je observeert vanuit zijn comfortabele positie op die stoel in jouw woning. Terloops vraagt hij naar de dingen die zullen achterblijven. Het horloge. De klok. Het schilderij. Hij zal thee voor je maken in jouw eigen huis. Het weekend daarna komt hij weer. Tot en met de dood blijft hij komen. Zijn handen op de tafel gelegd. Werkeloos. De vingers spelend met een van de vele sigaretten die hij rookt. Zijn ogen ontwijken de jouwe. Je hoeft hem niets te vragen. Na een onaangekondigde dood is hij de eerste die op de deur klopt. Zwijgend veegt hij zijn voeten op jouw mat. Hij zal ruiken naar rotte herfstbladeren, regen