Doorgaan naar hoofdcontent

Nauw.

  -->


Dertien dagen geleden stierf Leonard Engleitner.
Honderdzeven jaar oud werd de Oostenrijker.
Engleitner was de oudste nog levende survivor van de nazi-concentratiekampen.
Hij zat tussen 1939 en 1943 achtereenvolgens gevangen in Buchenwald, Niederhagen en Ravensbrück.
Het mag een Godswonder heten dat toen 33-jarige Engleitner niet één, maar drie van die gruwelijke oorden overleefde.
Wat nog miraculeuzer genoemd mag worden, is de wilskracht van deze man.
Hij weigerde zijn Jehovah-geloof op te geven in ruil voor zijn vrijheid.
Uiteindelijk werd hij in 1943 uit Ravensbrück vrijgelaten, op  voorwaarde dat hij de rest van zijn leven als werkslaaf op het land zou werken.
Op dat moment woog Engleitner nog slechts 28 kilo.
Hij koos voor ‘vrijlating’.
Drie jaar werkte deze bijna-dode op een boerderij vlabij zijn huis in Bad Ischl in Oostenrijk. 
Toen hij werd opgeroepen voor Duitse militaire dienst vluchtte Engleitner de bergen in. 
Daar werd hij uiteindelijk in 1946 door Amerikaanse troepen bevrijd.
Veertig jaar oud was hij.
De rest van zijn leven heeft Engleitner niet aflatend zijn verhaal gedaan. 
Op scholen door heel Europa en zelfs in de Verenigde Staten sprak de Oostenrijker meer dan een halve eeuw lang keer op keer over wat hem is overkomen.
Hij werd een publiek figuur toen de Oostenrijkse schrijver en filmproducer Bernhard Rammerstorfer zijn biografie schreef en in 1999 een documentaire over Engleitner’s leven maakte.
‘Unbroken Will’ is de toepasselijke titel daarvan. 
De verschrikkingen die Leonard Engleitner meemaakte tussen zijn 33e en 40e levensjaar, het vermogen daar tot het eind van zijn leven over te kunnen en willen spreken en de standvastigheid niet te buigen voor het opgeven van een geloof, getuigen van een enorme wilskracht en een hoop die altijd levend is gebleven. 
Zelfs in het zwartste der zwarte.
In zijn achternaam klinkt iets door van het leven dat de man geleid heeft: Engleitner.
Nauw lijden.
Dichtbij het lijden.
Bernhard Rammerstorfer schreef twee weken geleden op zijn website dat het ‘bijzonder moeilijk was om de pijnlijke mededeling te doen dat zijn beste vriend was gestorven’.
Engleitner is rustig ingeslapen in de liefdevolle familie van Rammerstorfer.
Vanavond om precies acht uur is het even stil.
Denk aan Engleitner.
En aan alle anderen die slachtoffer werden van een gruwelijke verschrikking.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Echec

    Je leugens liggen nu op straat. Als de zon schijnt, worden ze hel verlicht. Regent het, dan worden ze slijmerig, als mos of alg. Niet alleen ik hoorde je leugens opnieuw. Hij hoorde het ook. Toch schaamde je je nergens voor. Geen enkele vraag heb je beantwoord. Geen enkele. Noch die van hem, noch die van mij. Je haalde letterlijk steeds je schouders op en liet drie zinnen rouleren: -daar heb ik al een keer iets over gezegd -ik heb geen zin om erover te praten -daar weet ik niets meer van. De armzalige munitie van een leugenaar. Die een schot hagel lost. Maar geen doel treft. Toen ik je lang aankeek, deed je er alles aan om mijn blik te ontwijken. Je nam slok na slok van je als stevig houvast meegebrachte fles water. Dorst had je niet. Grip had je nodig. Op jouw glibberige pad dat onvermijdelijk naar beneden leidde. Tegen al je verwachtingen in. Tegen al je duistere verachting in. Je waterfles was je schraag. Hij hielp je niet. Want o

Vrij.

    Zoals je een gewonde duif zou optillen, Met alle voorzichtigheid die van je zachte handen een schep maakt. Zodat je zien zou waar de wond zit. Geronnen bloed, de witte botten zichtbaar in de rauwe wond. Zo. Zo zal het zijn als de schade schande wordt. Wanneer de schade tot schande wordt gemaakt. Die wond: een rotte plek in je ziel. Schuldenaar van de zonden van de anderen.   Zoals je mond wolkjes maakt op koude sneeuwdagen Wolkenadem door de vochtige kilte. Zo ijl ben je zelf geweest, onstoffelijk. Een schim van jezelf. Een gedaante, een droombeeld wellicht. Zo. Zo zal het zijn als de waarheid werkelijkheid wordt. En het getij van gevoel door je heen slaat als razend. Raakbaar word je. In plaats van onaanraakbaar. Je bent de duif die opgepakt wordt. Wiens wonden verzorgd worden. Al die gebroken botten heel. En de bestraffing. En de vergelding. Ze zullen met elke klapwiek van genezen vleugels verdwijnen.   Zo zal het zij

Reptiel.

  Voor de aangekondigde dood klopt hij op de deur. Treedt binnen en neemt een stoel. Je hoeft hem niets te vragen. Hij legt zijn warme arm om je heen, kijkt je diep in je ogen en betuigt alvast zijn medeleven. Zijn hese stem maakt hem geloofwaardig. De weken daarna is hij steeds in de buurt. Als een schaduw lijkt hij jou te volgen. Het is of hij je observeert vanuit zijn comfortabele positie op die stoel in jouw woning. Terloops vraagt hij naar de dingen die zullen achterblijven. Het horloge. De klok. Het schilderij. Hij zal thee voor je maken in jouw eigen huis. Het weekend daarna komt hij weer. Tot en met de dood blijft hij komen. Zijn handen op de tafel gelegd. Werkeloos. De vingers spelend met een van de vele sigaretten die hij rookt. Zijn ogen ontwijken de jouwe. Je hoeft hem niets te vragen. Na een onaangekondigde dood is hij de eerste die op de deur klopt. Zwijgend veegt hij zijn voeten op jouw mat. Hij zal ruiken naar rotte herfstbladeren, regen