Op de dag dat we poes P. lieten inslapen, mailde iemand mij.
Zij mailde dat ze haar poes had laten inslapen en dat vreselijk vond.
Maar dat ze twee maanden later merkte dat ze de poes eigenlijk niet meer miste.
Deze tekst was bedoeld als troost voor wat ons te doen stond.
En het gekke is; ik dacht op dat moment , nee, hoopte vurig dat ik poes P. na twee maanden niet meer missen zou.
Maar dat ze twee maanden later merkte dat ze de poes eigenlijk niet meer miste.
Deze tekst was bedoeld als troost voor wat ons te doen stond.
En het gekke is; ik dacht op dat moment , nee, hoopte vurig dat ik poes P. na twee maanden niet meer missen zou.
Dat het me net zo zou vergaan als die ander;uit het oog , uit het hart.
Niets was minder waar.
Dat wist ik natuurlijk in dat uur tussen leven en dood waarin P. vocht tegen het sterven.
Ik wist het toen ze in haar doodstrijd haar urine liet lopen over mijn legergroene rokje en ik meteen wist dat die geur er niet meer uit zou gaan. En hoe niet erg ik dat vond.
Dat wist ik natuurlijk in dat uur tussen leven en dood waarin P. vocht tegen het sterven.
Ik wist het toen ze in haar doodstrijd haar urine liet lopen over mijn legergroene rokje en ik meteen wist dat die geur er niet meer uit zou gaan. En hoe niet erg ik dat vond.
Ik wist het toen ze eindelijk wegzakte in een schijnslaap, de voor-dood en ze slap in mijn armen hing en ik haar geur opsnoof.
Steeds maar weer mijn neus in haar nog warme vel duwde en haar naam zei. Ik wist het toen ik de tranen van E., zag en die van mijzelf op P.’s vachtje zag rollen.
Zoveel zag ik er nog nooit.
Steeds maar weer mijn neus in haar nog warme vel duwde en haar naam zei. Ik wist het toen ik de tranen van E., zag en die van mijzelf op P.’s vachtje zag rollen.
Zoveel zag ik er nog nooit.
Het missen is niet minder.
Elke dag zie ik het zwart geworden plekje op het hout van de slaapkamerdeur waar ze steevast haar kopje doorheen drukte om te kijken of we in bed lagen.
Ik zie de plek bij de wasmachine waar ze de laatste dagen lag, op de warme buizen van de verwarming op die vloer.
En ik denk aan haar.
Elke keer als ik mijn werkkamer inkom, betreed ik haar domein.
En herinner ik me alles.
En ik denk aan haar.
Elke keer als ik mijn werkkamer inkom, betreed ik haar domein.
En herinner ik me alles.
Ik mis haar.
Ze was niet mijn poes, maar ik heb haar de mijne gemaakt.
Ik heb al mijn liefde , aandacht en zachtheid aan haar gegeven.
En ze gaf zich aan me over.
En ze gaf zich aan me over.
Ze was een babypoes die heel snel oma werd en heel langzaam stierf.
Er is geen zwarte poes meer die op mij komt liggen als ik in de werkkamer op het tapijt ga liggen om na te denken.
Er is bovendien niets meer om over na te denken.
Alles wat resteren zal, is gemis.
Dat niet overgaat, na twee maanden.
Twee maanden na nu.
Nooit.
Reacties
Een reactie posten