De
laatste tijd komt het woord ‘karma’ regelmatig in mijn hoofd op.
Dat
heeft te maken met een aantal zaken.
Eén
ervan is de haast lachwekkende hoeveelheid leugens die verteld worden over mij.
Waar
ik zelf bij ben.
En -ook
nog- ten overstaan van vertegenwoordigers van het wettelijk gezag.
Het
betreffen aantoonbaar onjuiste grove leugens over mij.
Over mijn
kind.
De
geschiedenis van mij en mijn kind.
Het
woord karma komt uit het Sanskriet.
Het
is een begrip uit het hindoeïsme en het boeddhisme, dat letterlijk vertaald
wordt als 'handeling', 'actie' of 'daad'.
In
zowel het hindoeïsme als het boeddhisme omvat karma de fysieke en mentale
acties van een individu die gevolgen hebben voor het leven.
In
het dagelijks gebruik bedoelt men er vaak mee dat alles wat we doen, denken of
zeggen weer ons zelf terugkomt.
Karma
gaat dan over zowel de daad als over het gevolg dat uit die daad voortkomt.
De
gevolgen en het karma worden daarmee gezien als een volstrekt natuurlijk
principe, een wet van "actie en reactie".
Er
is dus geen God aan het werk die straft of beloont.
Een
goede daad heeft van nature goede gevolgen, slechte daden hebben van nature
slechte gevolgen.
Eigenlijk
staat de wet van Karman -die het Karma regelt)- boven het onderscheid van goed
en slecht.
Karman is dus zonder oordeel daarover.
Een
betere duiding is daarom, dat daden met een bepaalde karakteristiek, gevolgen
van dezelfde karakteristiek veroorzaken.
Ik
geloof niet in een God.
Ook
geloof ik niet in Sinterklaas, de Paashaas, zelfs niet in de volgende maand
nieuw te kiezen paus.
Wel
geloof ik in alle Nederlandse vertalingen van het fenomeen ‘karma’
-Wie goed doet, die goed
ontmoet.
-Boontje komt om zijn
loontje.
-Wie wind zaait, zal storm
oogsten
-Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf
in.
En,
tot slot, de mooiste:
Wie de bal kaatst, kan hem
terug verwachten.
Reacties
Een reactie posten