Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit 2025 tonen

Waar.

  Tussen het slapen en het waken valt de werkelijkheid plotseling samen met de winterschemering in de kamer. Stil ligt je lichaam terwijl het luistert naar het denken dat langzaam aanzwelt. Je gedachten zijn vlaggen met rafelranden die klapperen in een onhoorbare stevige wind. Ze zijn een koord dat tikt tegen een mast. Het hinderlijk aanlopen van een fietswiel tegen het eigen spatbord. Alleen als je gaat bewegen, luwt de storm. En zit je op de bedrand, kort, naar de tijd op de klok te kijken. Vroeg in de ochtend. Maar te laat voor alles. Zo is opnieuw gebleken.

Duw het.

  Elke keer als ik die clip zie, sta ik denkbeeldig onmiddellijk in die geweldige discotheek onder het Stadhuis in Utrecht. Het is het begin van de jaren negentig. En Salt-N-Pepa hebben het nummer ‘Tramp’ uitgebracht, enkele jaren ervoor. De hiphopgroep, die uit drie meiden bestaat, krijgt echter wereldwijd succes met de B-kant van 'Tramp’. Deze hit ‘Push it’ is een van de eerste hiphopbeats die ik in Fellini hoorde. In die nachtclub waren veel eerste keren voor mij. Niet alleen werd er op donderdagavonden geweldige salsa- en latinmuziek gedraaid. Ook hoorde ik er de definitieve overgang van disco, soul en funk naar hip hop. En later naar electrobeats als trance en hard-bop, vervolgens ten slotte naar house.  Deze jaren, zo  bleek later, waren een snijpunt in de tijd waarin mode en muziek definitief veranderden. Drie avonden per week was ik in Fellini te vinden. Soms met een grote groep vrienden, soms met vriendinnen, bij gelegenheid alleen. Net als nu was ik ...

In de ban van de ring.

    Er was de ring. Te klein om over de knokkel van mijn ringvinger te schuiven. Iets te groot voor om mijn pink. Hij was van een eenvoudig ontwerp. Tussen de uiteinden van een gouden smalle band, hield een ingenieus scharnier een munt vast. Daarop afgebeeld stond Anna Galeria Faustina, waarschijnlijk geboren in het jaar 98 na Christus. Vrouw van de Romeinse keizer Antoninus Pius. Pius liet haar na haar dood goddelijk verklaren door de Senaat . Zij kreeg de titel diva en hij liet een tempel op het Forum Romanum voor haar bouwen. Faustina was daarmee de eerste keizerin die een permanente aanwezigheid - in de vorm van een tempel - had in het toenmalige politieke centrum van de Romeinse wereld. Ook liet Pius een enorme hoeveelheid munten met haar beeltenis slaan.  Met daarop de tekst DIVA AVG(VSTA) FAVSTINA, wat zoveel betekende als ‘vergoddelijkte keizerin Faustina’. Na 147 , toen hun enige nog levende dochter Faustina keizerin werd, veranderde dit in DIVA F...

Chin.Rest.Azie

  Aan alles komt een eind.  Zo bewijst de geschiedenis van Chinees restaurant Azie in Zeist.  In de volksmond ‘het spookhuis’ genoemd. En daarvan is geen woord gelogen. Op Hemelvaartsdag vandaag waaide een vochtige maar warme wind rond de verwaarloosde gevel van dit pand, dat sinds 2016 leeg staat.  Duiven vlogen in en uit door de openstaande ramen in de gevel onder het dak.     En boven wat eens de ingang was van een bloeiend restaurant, hadden de luchtratten nu een ingang gemaakt.  Onder de in pagode-stijl weergegeven overkapping waren de vogels zo vaak in en uit gevlogen, dat en deel ervan naar beneden hing. 'Azie' was allang geen Chinees restaurant meer. Maar een enorme volière voor tientallen vogels. Als je door de ramen tuurde zag je de blauw-wit gestipte vloerbedekking, de lambrisering en achterin de bar met de diamant-vormige spiegel.  Een rode Chinese lantaarn hing bloedeloos aan het plafond.  Op glazen panelen ...

Gesternte.

  In de tijd dat zij geboren werd in mij, leek het geluk met ons. Even later bleek dat haar en mijn voorspoed exact die negen maanden duren zou. Daarna klopte De Beproeving op de deur. Met een harde droge tik kondigde hij een tragedie aan die zou voortduren tot de dag van vandaag. Het brak niet alleen mijn leven in tweeën. Maar verbrijzelde een ziel nog voor deze werkelijk tot wasdom kon komen. Maar laten we niet vergeten dat zij en ik niet onder een ongelukkig gesternte geboren zijn. In onze constellatie heerst de zon. Wij zijn vastberaden. Sterk van wil. En hebben een grote liefde voor het leven. Hoe gespleten dit heden ook is. Leeuwen zijn nergens bang voor. Zeker niet voor De Beproeving. Want die is bijna ten einde. Na vijftien jaar. Wacht maar af. Nobis gloria.

In Cold Blood

Gister in het Rijksmuseum stond ik oog in oog met het portret van Dick Hickock bij de ‘American History’ tentoonstelling. Het was lang geleden dat ik de naam Hickock las. Meer dan vijfendertig jaar geleden. Als student aan de School voor de Journalistiek las ik in de jaren negentig het boek ‘In Cold Blood’ van Truman Capote. Daarin beschrijft Capote de gruwelijke moord op een heel gezin in 1959 in een klein plaatsje in Kansas. Capote hoorde van de viervoudige moord voordat de moordenaars werden opgepakt. En reisde naar Kansas om over de misdaad te schrijven. Hij werd vergezeld door zijn jeugdvriend en collega-auteur Harper Lee, en ze interviewden inwoners en rechercheurs die aan de zaak waren toegewezen en maakten duizenden pagina's aan aantekeningen. De moordenaars, Richard (Dick) Hickock en Perry Smith, werden zes weken na de moorden gearresteerd en later door de staat Kansas geëxecuteerd. Capote werkte uiteindelijk zes jaar aan het boek. Het boek deed in mi...

Dodenherdenking

    Onder een wolkenhemel waar de avondzon doorheen piepte terwijl het soms zachtjes motregende, was daar de Dodenherdenking. In het Walkart-park speelde het Koninklijk Zeister Harmonie Muziekgezelschap prachtige koralen. De burgemeester sprak een menigte mensen toe. Er waren jongeren die samen stonden. Gezinnen of moeders met grote en kleine kinderen. Ouderen, sommigen zeer slecht ter been die onder de grote kastanjes stilstonden. Boven alle hoofden was het enige geluid dat hoorbaar was in de diepe stilte, het gekwetter van de levendige groep knalgroene papegaaien. Die tussen de ruisende kruinen van de bomen hoog in de lucht dansten. Na de diepe, lange stilte werden kransen gelegd bij het Monument Voor De Gevallen.   Waarna de tocht ging naar het Joods Monument met daarop de 153 namen van Joodse Zeistenaren die omkwamen als gevolg van de Holocaust. De kranslegging eindigde bij het Indië Monument, daar geplaatst...

Liegen.

  Alles kwam uit. En als een puzzelstuk vielen al die vreemde dagen op hun plek. De dagen van door het huis schuiven, de ogen neergeslagen. De schouders gekromd. Het niet willen praten. Het zich terugtrekken. Het doordringende zwijgen. De boosheid. Het afwijzen. De afkeer. Nu liggen de leugens op tafel. En volgen consequenties. Liegen lijkt onschuldig. Maar wie dieper kijkt, ziet hoe destructief liegen werkelijk kan zijn. Het is meer dan een verbuiging van de waarheid. Het is een poging om de wereld naar je hand te zetten. Vaak gebeurt dat onbewust, vanuit de drang om je veilig te voelen, om controle te houden. Veel leugens komen voort uit een diepgewortelde angst. Angst voor afwijzing, verlies, teleurstelling. Een gezonde dosis angst is normaal en soms zelfs levensreddend — zoals angst voor gevaar of onveiligheid. Maar als angst en onzekerheid de overhand nemen, raken we verwijderd van wie we werkelijk zijn. Dan begin je te twijfelen aan je waarde, aan je cap...

Cantat, Rady, Trintignant.

    Waar was jij de avond van 26 juli 2003? Ik weet waar ik was. Ik vierde mijn verjaardag op De Parade in Utrecht, met mijn vrienden. En precies negentien dagen daarna zou ik degene ontmoeten die bijna mijn ondergang werd. Die tot tweemaal toe plotseling en razendsnel zijn handen om mijn keel zou zetten in een poging om me dood te knijpen. Op momenten dat ik het niet met hem eens was. En hem dat had laten weten. Ik weet ook waar de Franse actrice   Marie Trintignant was, die avond.  Op 26 juli 2003 was ze voor filmopnamen in de Litouwse stad Vilnius. De man met wie ze een affaire had aangeknoopt was bij haar. Bertrand Cantat was de frontman van de populaire Franse band   Noir Désir.  Getrouwd met de moeder van zijn twee kinderen, Krisztina Rady, was hij maanden daarvoor een affaire begonnen met de eveneens al getrouwde Trintignant. Hun affaire ging gepaard met ups en downs. Er waren ruzies. Er was de voortdurende zuigende aanwezig...

Samen.

  Zittend aan mijn tafel zie ik elke ochtend rond elf uur en elke avond rond zes uur een ouder echtpaar. Ze begeven zich op die uren samen op het balkon aan de achterzijde van hun woning. Die uitkijkt op mijn tuin. ’s Ochtends opent de vrouw de balkondeur. Zij is een lange, statige dame met onberispelijk gewatergolfd kapsel, de smaakvolle outfit beschermd met een keukenschort. Aansluitend komt haar man naar buiten. Meestal gekleed in een trui en overhemd. Op koude ochtenden daagt hij zijn winterjas. In zijn ene hand heeft hij een borstel, in de andere de blauwe badmat. Die laatste hangt hij over de rand van het balkon. Waarna hij, geconcentreerd door zijn bril kijkend, minutenlang centimeter voor centimeter de mat afschuierd met de borstel. Tegen de vleug in. Na deze klus sluit hij de balkondeur. Nooit kijkt hij op van zijn karwei. Geen enkele keer hebben zij mij aangekeken, hun onderbuurvrouw die vaak aan haar keukentafel zit te schrijven of tekenen. Hi...

Poes.

  Daar was ze. Eerlijk gezegd had ik haar al veel eerder verwacht. Want de doden dienen zich vroeg of laat altijd aan. Ook in mijn slaap. Vlak voor de wekker afging, meldde zij zich. In een levendige droom waarin het schemertijd was. Maar kleur zich al langzaam uit het duister losmaakte. Ik was de trap afgelopen en zette mijn voet op de tegels in de keuken. Ik hoorde haar vier pootjes roffelen op de houten trap tussen woonkamer en keuken. Zoals altijd. ‘Ach Raaffie’ zei mijn droomzelf hardop. Want hoewel ik niet wakker was maar sliep, was er wel degelijk het besef dat ik voor het eerst in bijna zes maanden de kans had haar vacht te voelen, haar stem te horen. Ze passeerde mij zonder me te zien. Haar stem was een kort maar zwak, klaaglijk schreeuwen. Ze rende naar haar etensbakje onder de trap. Eventjes zag ik haar maar. Vlak voor de wekker ging. Maar er was iets niet in orde. Haar vacht stond in stoffige plukken overeind. Haar oogjes leken gebroke...

Vondst.

  Gister een rondje kringloop gedaan. Ik was op zoek naar een rond bijzettafeltje van hout. Of een op zijn kop gezette grote vaas die als pilaar kon dienen. Of een grote pot die ik zwart zou kunnen spuiten als zuil. Affijn. Ik zocht iets, waartegen mijn oog zou stoten. Waarvan ik dan zou weten dat het dát was, wat ik zocht. Bij de potterie stond buiten in de regen iets zwarts. Het leek een bloempot. Of een tonnetje. Het had een vreemd handvat in het midden, volledig verroest. Ik pakte het op. Het sprak me aan. Een vreemd object was het. Smoezelig en inktzwart. Te vies om aan te pakken. Precies mijn ding. Twee euro vijftig moest het kosten. Ik bracht het naar de kassa en liet het bemodderde, kletsnatte ding apart zetten. Ik neusde verder en vond een klein handzaam cakeblik voor mijn bananenbrood. En een handgeschilderde kan van Portugees aardewerk in donkere tonen met twee zwarte honden die de wacht hielden onder een vrolijk gestreept handvat. Ik rekende alle...