Doorgaan naar hoofdcontent

Musea


 

Ooit droomde ik enkele malen exact hetzelfde.
Op een grote vlakte droom-wandelde ik langs manshoge bomen. In elk van die bomen zat een holte. Waarin-zo zag ik in die terugkerende droom- dode lichamen werden geplaatst. Ze werden er met de voeten eerst in neergelaten, via het gat. Waarna de stijve lichamen vanzelf naar beneden zakten in de holte.

Ik droomde veel, vroeger. Ook dromen die steeds terugkeerden. Maar deze stopte gelukkig na een keer of vier.

Gister ontving ik van M. op de stoep voor haar huis een van de prachtigste giften die ze me ooit gaf. M. reisde veel in haar leven.
Haar woning is een museum vol schatten uit Egypte, Griekenland, India, Indonesië . Haar geheugen een databank vol gedetailleerde verhalen uit een wereld die niet meer bestaat.
Ze geeft mij en Meisje M. met regelmaat een stuk uit haar prachtige verzamelingen; een handbeschilderd doosje van gelakt papier maché, Een turquoise stenen scarabee. Een zilveren speld in de vorm van een orchidee.

Gister gaf ze mij plotseling een hoornen vogeltje.
De rug gekromd, de snavel naar de tenen toe gebogen, is het vogeltje van een ontroerende schoonheid. Ik was verbaasd over dit fantastische cadeau. Want ik hou zo van vogels. Kleine boodschappers zijn het tussen Hier en Daar. Levend tussen hemel en aarde belichamen ze de ziel. 

Ik  vroeg M. naar de herkomst van dit bijzondere vogeltje.
Het kwam uit Sulawesi, het Indonesische eiland Celebes. Waar M. het in de jaren vijftig zelf had gekocht. ‘ Ik was 44 jaar toen’ zei ze. ‘maar de mensen van wie ik het kocht waren zelf al heel oud, bijna 80 jaar. Dus waarschijnlijk is dit vogeltje echt heel oud. I want you to have it. It will make me happy to know it is with you’.

Ze vertelde over de gebruiken van de mensen op Celebes. Een ervan deed mijn mond openvallen. Op Zuid Sulawesi bestaat een bijzonder en voor ons Europeanen wat macaber begrafenisritueel. Vroeger hadden de bewoners daar de gewoonte om overleden baby’s die nog geen tandjes hadden, te begraven in een verticale holte in bomen. Naar verloop van tijd groeide de boom om het lijkje heen. De gedachte hierachter was dat de boom de ziel van de kinderen zou beschermen tegen kwade geesten.

Op een stoep in Utrecht kwam ineens van alles bij elkaar. Van vogels die boodschappers zijn tot een onverklaard gebleven droom die werkelijk waar bleek te kunnen zijn.
Over tijd, ruimte en verstand heen, vliegen meer dan alleen gevederde dieren.
Energie, verhalen en ervaringen zijn vrij als een vogel.
Ze reizen ongezien over continenten en vinden grond in iemands geest.
De Vogel staat sinds gister op mijn kast.
Naast De Engel van mijn moeder.
En Het Hart van T.
Het is een klein museum.
Een nieuw museum.
Dat van De Ongederfde Levensvreugde.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Echec

    Je leugens liggen nu op straat. Als de zon schijnt, worden ze hel verlicht. Regent het, dan worden ze slijmerig, als mos of alg. Niet alleen ik hoorde je leugens opnieuw. Hij hoorde het ook. Toch schaamde je je nergens voor. Geen enkele vraag heb je beantwoord. Geen enkele. Noch die van hem, noch die van mij. Je haalde letterlijk steeds je schouders op en liet drie zinnen rouleren: -daar heb ik al een keer iets over gezegd -ik heb geen zin om erover te praten -daar weet ik niets meer van. De armzalige munitie van een leugenaar. Die een schot hagel lost. Maar geen doel treft. Toen ik je lang aankeek, deed je er alles aan om mijn blik te ontwijken. Je nam slok na slok van je als stevig houvast meegebrachte fles water. Dorst had je niet. Grip had je nodig. Op jouw glibberige pad dat onvermijdelijk naar beneden leidde. Tegen al je verwachtingen in. Tegen al je duistere verachting in. Je waterfles was je schraag. Hij hielp je niet. Want o

Vrij.

    Zoals je een gewonde duif zou optillen, Met alle voorzichtigheid die van je zachte handen een schep maakt. Zodat je zien zou waar de wond zit. Geronnen bloed, de witte botten zichtbaar in de rauwe wond. Zo. Zo zal het zijn als de schade schande wordt. Wanneer de schade tot schande wordt gemaakt. Die wond: een rotte plek in je ziel. Schuldenaar van de zonden van de anderen.   Zoals je mond wolkjes maakt op koude sneeuwdagen Wolkenadem door de vochtige kilte. Zo ijl ben je zelf geweest, onstoffelijk. Een schim van jezelf. Een gedaante, een droombeeld wellicht. Zo. Zo zal het zijn als de waarheid werkelijkheid wordt. En het getij van gevoel door je heen slaat als razend. Raakbaar word je. In plaats van onaanraakbaar. Je bent de duif die opgepakt wordt. Wiens wonden verzorgd worden. Al die gebroken botten heel. En de bestraffing. En de vergelding. Ze zullen met elke klapwiek van genezen vleugels verdwijnen.   Zo zal het zij

Reptiel.

  Voor de aangekondigde dood klopt hij op de deur. Treedt binnen en neemt een stoel. Je hoeft hem niets te vragen. Hij legt zijn warme arm om je heen, kijkt je diep in je ogen en betuigt alvast zijn medeleven. Zijn hese stem maakt hem geloofwaardig. De weken daarna is hij steeds in de buurt. Als een schaduw lijkt hij jou te volgen. Het is of hij je observeert vanuit zijn comfortabele positie op die stoel in jouw woning. Terloops vraagt hij naar de dingen die zullen achterblijven. Het horloge. De klok. Het schilderij. Hij zal thee voor je maken in jouw eigen huis. Het weekend daarna komt hij weer. Tot en met de dood blijft hij komen. Zijn handen op de tafel gelegd. Werkeloos. De vingers spelend met een van de vele sigaretten die hij rookt. Zijn ogen ontwijken de jouwe. Je hoeft hem niets te vragen. Na een onaangekondigde dood is hij de eerste die op de deur klopt. Zwijgend veegt hij zijn voeten op jouw mat. Hij zal ruiken naar rotte herfstbladeren, regen