Sinds
haar dood is mijn moeder voortdurend aanwezig.
Ook
in mijn dromen.
Anders
dan tijdens haar leven, is ze in al die dromen een metgezel.
Ze
is bij me, naast mij, achter me.
Vannacht
liepen zij en ik in een gedroomde straat.
Links
naast ons manshoge struiken van een diepe roestbruine kleur.
Mijn
moeder wandelde rechts naast mij.
Klein
was ze, veel kleiner dan toen ze nog leefde.
Zij
sprak niet tegen mij.
Maar
vergezelde mij over die zomerse stoep, die verdacht veel leek op de hoek van de
straat van ons ouderlijk huis.
Ik
praatte honderduit tegen mijn moeder, die zo lief en klein was.
Ik
telde de zilveren armbanden om mijn arm.
En
bij elke armband vertelde ik haar iets over de herkomst en geschiedenis ervan.
En
over hoe lang dat sieraad al om mijn pols zat.
Mijn
moeder glimlachte en keek voor zich uit.
En
soms keek ze mij aan.
Genietend
van haar kind.
Lief
was ze, daar op die stoep.
Met
mij.
Zo
, heel lief.
She says goodbye.. #100days
BeantwoordenVerwijderen