Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit maart, 2025 tonen

Cantat, Rady, Trintignant.

    Waar was jij de avond van 26 juli 2003? Ik weet waar ik was. Ik vierde mijn verjaardag op De Parade in Utrecht, met mijn vrienden. En precies negentien dagen daarna zou ik degene ontmoeten die bijna mijn ondergang werd. Die tot tweemaal toe plotseling en razendsnel zijn handen om mijn keel zou zetten in een poging om me dood te knijpen. Op momenten dat ik het niet met hem eens was. En hem dat had laten weten. Ik weet ook waar de Franse actrice   Marie Trintignant was, die avond.  Op 26 juli 2003 was ze voor filmopnamen in de Litouwse stad Vilnius. De man met wie ze een affaire had aangeknoopt was bij haar. Bertrand Cantat was de frontman van de populaire Franse band   Noir Désir.  Getrouwd met de moeder van zijn twee kinderen, Krisztina Rady, was hij maanden daarvoor een affaire begonnen met de eveneens al getrouwde Trintignant. Hun affaire ging gepaard met ups en downs. Er waren ruzies. Er was de voortdurende zuigende aanwezig...

Samen.

  Zittend aan mijn tafel zie ik elke ochtend rond elf uur en elke avond rond zes uur een ouder echtpaar. Ze begeven zich op die uren samen op het balkon aan de achterzijde van hun woning. Die uitkijkt op mijn tuin. ’s Ochtends opent de vrouw de balkondeur. Zij is een lange, statige dame met onberispelijk gewatergolfd kapsel, de smaakvolle outfit beschermd met een keukenschort. Aansluitend komt haar man naar buiten. Meestal gekleed in een trui en overhemd. Op koude ochtenden daagt hij zijn winterjas. In zijn ene hand heeft hij een borstel, in de andere de blauwe badmat. Die laatste hangt hij over de rand van het balkon. Waarna hij, geconcentreerd door zijn bril kijkend, minutenlang centimeter voor centimeter de mat afschuierd met de borstel. Tegen de vleug in. Na deze klus sluit hij de balkondeur. Nooit kijkt hij op van zijn karwei. Geen enkele keer hebben zij mij aangekeken, hun onderbuurvrouw die vaak aan haar keukentafel zit te schrijven of tekenen. Hi...

Poes.

  Daar was ze. Eerlijk gezegd had ik haar al veel eerder verwacht. Want de doden dienen zich vroeg of laat altijd aan. Ook in mijn slaap. Vlak voor de wekker afging, meldde zij zich. In een levendige droom waarin het schemertijd was. Maar kleur zich al langzaam uit het duister losmaakte. Ik was de trap afgelopen en zette mijn voet op de tegels in de keuken. Ik hoorde haar vier pootjes roffelen op de houten trap tussen woonkamer en keuken. Zoals altijd. ‘Ach Raaffie’ zei mijn droomzelf hardop. Want hoewel ik niet wakker was maar sliep, was er wel degelijk het besef dat ik voor het eerst in bijna zes maanden de kans had haar vacht te voelen, haar stem te horen. Ze passeerde mij zonder me te zien. Haar stem was een kort maar zwak, klaaglijk schreeuwen. Ze rende naar haar etensbakje onder de trap. Eventjes zag ik haar maar. Vlak voor de wekker ging. Maar er was iets niet in orde. Haar vacht stond in stoffige plukken overeind. Haar oogjes leken gebroke...