Doorgaan naar hoofdcontent

Intentie.


 

 

‘Kinderen die vragen, worden overgeslagen’ luidde het adagium toen ik jong was. Wanneer ik bonbons voorbij zag komen en van geluk vergat dat er anderen waren die eerst mochten kiezen, hoorde ik deze zin. Uitgesproken met de bedoeling schaamte te brengen. Met succes. Kleiner dan op zulke momenten voelde ik me niet.

Het is een van de meest fnuikende zinnen die je als mens kunt horen. En bovendien klopt hij niet.

Want vragen staat vrij. Kinderen die vragen ontdekken, hebben hun nieuwsgierigheid aan staan, willen zich de wereld eigen maken, vragen om hulp en leren hoe ze kunnen krijgen wat ze graag hebben willen.

 

 

Iets vragen om iets te krijgen, kan ook zonder anderen erbij. Door in je hoofd een intentie te zetten. Het is een voornemen dat je in je hoofd creëert. Een vraag over een ervaring waarvan je graag wil dat die gebeurd. Een intentie is gericht op actie en op beleving. En is gekoppeld aan de dingen die écht belangrijk voor je zijn. Je stemt je bewustzijn actief af op hetgeen je vraagt. En daar begint het.

 

Zoals je roze olifanten zien zult wanneer iemand je vraagt juist niet aan een roze olifant te denken, zo zal je geest zich na een intentie openstellen voor hetgeen je vroeg.

Zich focussen en de dingen opmerken die je gaan helpen je doel te realiseren.


Vragen om wat je hebben wilt kan zo simpel of uitgebreid als je zelf wilt. Bedenk gewoonweg: hoe wil ik me aan het eind van de dag voelen? Of: wat wil ik vandaag ervaren? Denk aan eenduidige woorden als liefde, vriendschap, vertrouwen, rust.
Een andere manier is: hoe wil ik dat een bepaalde activiteit zal verlopen? Doorloop in gedachten de meest succesvolle manier van deze activiteit. En laat het los.

 

Het allerbelangrijkste bij het zetten van een intentie? Geloof in de kracht van je gedachten. Geloof dat als je vraagt, je krijgen zult. Wees doodgewoon de schaamteloze ontvanger van hetgeen je geest naar je toe brengt.

Ik vroeg en kreeg veel in mijn leven. Geen bonbons. Wel antwoorden op prangende kwesties. Oplossingen voor Grote Problemen. En het juiste huis, de gewenste partner. Een kerngezond kind terwijl de kans daarop extreem klein was. Soms denk ik dat er meer is tussen hemel en aarde. Omdat er zoveel moois naar me toekomt. Terwijl ik er alleen maar om heb hoeven vragen. En overgeslagen word ik niet. Nooit meer.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Echec

    Je leugens liggen nu op straat. Als de zon schijnt, worden ze hel verlicht. Regent het, dan worden ze slijmerig, als mos of alg. Niet alleen ik hoorde je leugens opnieuw. Hij hoorde het ook. Toch schaamde je je nergens voor. Geen enkele vraag heb je beantwoord. Geen enkele. Noch die van hem, noch die van mij. Je haalde letterlijk steeds je schouders op en liet drie zinnen rouleren: -daar heb ik al een keer iets over gezegd -ik heb geen zin om erover te praten -daar weet ik niets meer van. De armzalige munitie van een leugenaar. Die een schot hagel lost. Maar geen doel treft. Toen ik je lang aankeek, deed je er alles aan om mijn blik te ontwijken. Je nam slok na slok van je als stevig houvast meegebrachte fles water. Dorst had je niet. Grip had je nodig. Op jouw glibberige pad dat onvermijdelijk naar beneden leidde. Tegen al je verwachtingen in. Tegen al je duistere verachting in. Je waterfles was je schraag. Hij hielp je niet. Want o

Vrij.

    Zoals je een gewonde duif zou optillen, Met alle voorzichtigheid die van je zachte handen een schep maakt. Zodat je zien zou waar de wond zit. Geronnen bloed, de witte botten zichtbaar in de rauwe wond. Zo. Zo zal het zijn als de schade schande wordt. Wanneer de schade tot schande wordt gemaakt. Die wond: een rotte plek in je ziel. Schuldenaar van de zonden van de anderen.   Zoals je mond wolkjes maakt op koude sneeuwdagen Wolkenadem door de vochtige kilte. Zo ijl ben je zelf geweest, onstoffelijk. Een schim van jezelf. Een gedaante, een droombeeld wellicht. Zo. Zo zal het zijn als de waarheid werkelijkheid wordt. En het getij van gevoel door je heen slaat als razend. Raakbaar word je. In plaats van onaanraakbaar. Je bent de duif die opgepakt wordt. Wiens wonden verzorgd worden. Al die gebroken botten heel. En de bestraffing. En de vergelding. Ze zullen met elke klapwiek van genezen vleugels verdwijnen.   Zo zal het zij

Reptiel.

  Voor de aangekondigde dood klopt hij op de deur. Treedt binnen en neemt een stoel. Je hoeft hem niets te vragen. Hij legt zijn warme arm om je heen, kijkt je diep in je ogen en betuigt alvast zijn medeleven. Zijn hese stem maakt hem geloofwaardig. De weken daarna is hij steeds in de buurt. Als een schaduw lijkt hij jou te volgen. Het is of hij je observeert vanuit zijn comfortabele positie op die stoel in jouw woning. Terloops vraagt hij naar de dingen die zullen achterblijven. Het horloge. De klok. Het schilderij. Hij zal thee voor je maken in jouw eigen huis. Het weekend daarna komt hij weer. Tot en met de dood blijft hij komen. Zijn handen op de tafel gelegd. Werkeloos. De vingers spelend met een van de vele sigaretten die hij rookt. Zijn ogen ontwijken de jouwe. Je hoeft hem niets te vragen. Na een onaangekondigde dood is hij de eerste die op de deur klopt. Zwijgend veegt hij zijn voeten op jouw mat. Hij zal ruiken naar rotte herfstbladeren, regen