Doorgaan naar hoofdcontent

Zoet.

Ze hadden het zelf bedacht.
Meisje M. en haar vriendin P.
Eerst zouden ze tekeningen maken.
Voor 'de opa aan de overkant'. Die altijd met zijn zwarte hondje door de straat wandelt. En zo vriendelijk is.
Vervolgens de straat uit, langs de deuren om 'de mensen' te vragen hun kunstwerken te kopen.
'Voor geld!!!' riep P.
Ik probeerde feestvreugde wat te temperen door de dames voor te bereiden op mogelijke teleurstellingen.
Ik suggereerde dat mensen de tekening mochten hebben of , als ze wilden, konden betalen met iets anders.
'Ja snóep!!'' schreeuwde Meisje M. extatisch.
We gingen op pad.
Buiten kwamen we -als was het afgesproken- onmiddellijk de overbuurman tegen.
Om wie het allemaal begonnen was.
Hij kreeg tot zijn vreugde op straat  vier tekeningen overhandigd waarop hijzelf te zien was met zijn hond.
Boven één ervan stond geschreven; 'Voor u wand u ben lif maar ook aut'.
Het gaf niet; de overbuurman was verguld met alle plotselinge aandacht.
De dames kregen een hand.
Op naar de makelaar.
De telefoniste hoorde uit twee meisjesmonden van de deal, wees op de schaal met pepermunt en sprak; 'Neem maar een pepermuntje hoor, dan mag je de tekening aan iemand anders geven'.
Naar de snackbar ging het, uitgebaat door een Chinees echtpaar.
De taalbarriere bleek enorm.
Maar toen de man uiteindelijk begreep wat de bedoeling was, gaf hij zijn vrouw instructies.
Zij pakte twee papieren zakjes en deponeerde in elk ervan 5 dikke dropsleutels en zure matten.
De meisjes konden het haast niet geloven.
Ook hier bleef geen tekening achter; de Chinese man zette met pen een ferme krul op elke tekening en zwaaide ons uit.
Extatisch van geluk staken de meisjes de weg over.
Bij de kleine huisjes aan de overkant van het water was het prijsschieten.
Overal waar aangebeld werd of de voordeuren al open stonden vanwege het zachte herfstweer, kwamen dames en heren naar buiten.
Iedereen kocht een tekening.
En er werd flink betaald; in de snackbar-zakjes kwamen toffees, voor ieder een hele rol topdrop en als klap op de vuurpijl een dertig centimeter lange dropstaaf.Voor elk één.
De zegetocht werd beëindigd in de speeltuin waar een klein beetje van de gage gedeeld werd met twee vriendinnetjes.
Op de terugweg raapten we nog kastanjes die we later in de oven zouden poffen, kwamen we de bovenbuurman met zijn vrolijke honden tegen en stopten de meiden alle overgebleven tekeningen in diverse brievenbussen.
'Voor gratis'.
Ja.
Het was een mooie dag.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Echec

    Je leugens liggen nu op straat. Als de zon schijnt, worden ze hel verlicht. Regent het, dan worden ze slijmerig, als mos of alg. Niet alleen ik hoorde je leugens opnieuw. Hij hoorde het ook. Toch schaamde je je nergens voor. Geen enkele vraag heb je beantwoord. Geen enkele. Noch die van hem, noch die van mij. Je haalde letterlijk steeds je schouders op en liet drie zinnen rouleren: -daar heb ik al een keer iets over gezegd -ik heb geen zin om erover te praten -daar weet ik niets meer van. De armzalige munitie van een leugenaar. Die een schot hagel lost. Maar geen doel treft. Toen ik je lang aankeek, deed je er alles aan om mijn blik te ontwijken. Je nam slok na slok van je als stevig houvast meegebrachte fles water. Dorst had je niet. Grip had je nodig. Op jouw glibberige pad dat onvermijdelijk naar beneden leidde. Tegen al je verwachtingen in. Tegen al je duistere verachting in. Je waterfles was je schraag. Hij hielp je niet. Want o

Vrij.

    Zoals je een gewonde duif zou optillen, Met alle voorzichtigheid die van je zachte handen een schep maakt. Zodat je zien zou waar de wond zit. Geronnen bloed, de witte botten zichtbaar in de rauwe wond. Zo. Zo zal het zijn als de schade schande wordt. Wanneer de schade tot schande wordt gemaakt. Die wond: een rotte plek in je ziel. Schuldenaar van de zonden van de anderen.   Zoals je mond wolkjes maakt op koude sneeuwdagen Wolkenadem door de vochtige kilte. Zo ijl ben je zelf geweest, onstoffelijk. Een schim van jezelf. Een gedaante, een droombeeld wellicht. Zo. Zo zal het zijn als de waarheid werkelijkheid wordt. En het getij van gevoel door je heen slaat als razend. Raakbaar word je. In plaats van onaanraakbaar. Je bent de duif die opgepakt wordt. Wiens wonden verzorgd worden. Al die gebroken botten heel. En de bestraffing. En de vergelding. Ze zullen met elke klapwiek van genezen vleugels verdwijnen.   Zo zal het zij

Reptiel.

  Voor de aangekondigde dood klopt hij op de deur. Treedt binnen en neemt een stoel. Je hoeft hem niets te vragen. Hij legt zijn warme arm om je heen, kijkt je diep in je ogen en betuigt alvast zijn medeleven. Zijn hese stem maakt hem geloofwaardig. De weken daarna is hij steeds in de buurt. Als een schaduw lijkt hij jou te volgen. Het is of hij je observeert vanuit zijn comfortabele positie op die stoel in jouw woning. Terloops vraagt hij naar de dingen die zullen achterblijven. Het horloge. De klok. Het schilderij. Hij zal thee voor je maken in jouw eigen huis. Het weekend daarna komt hij weer. Tot en met de dood blijft hij komen. Zijn handen op de tafel gelegd. Werkeloos. De vingers spelend met een van de vele sigaretten die hij rookt. Zijn ogen ontwijken de jouwe. Je hoeft hem niets te vragen. Na een onaangekondigde dood is hij de eerste die op de deur klopt. Zwijgend veegt hij zijn voeten op jouw mat. Hij zal ruiken naar rotte herfstbladeren, regen