Toen Meisje M. op schoot zat terwijl ze haar
ontbijt nuttigde, wees ze op mijn
buik.
‘Daar kom ik uit’ zei ze.
‘Ja’ ze ik. ‘Papa en mama hebben jou gemaakt
en toen kwam je uit mijn buik’.
‘Niet!’ zei meisje M., op de manier zoals alleen Meisje M. dat
kan.
‘Ben je niet uit mijn buik gekomen?’ zei ik
verbaasd.
‘Nee, papa en jij hebben mij niet gemaakt!’
zei ze vol vuur.
Waarbij stukjes brood met salami op het tafelkleed belanden.
‘Wie heeft jou dan gemaakt?’ vroeg ik.
‘God!’, was het korte en bondige antwoord.
Ik voelde een Char-moment opkomen.
Ik dacht
aan Derek Ogilvie en de uitzendingen van The Ghost Inside My Child.
Dit was het moment.
‘Waar was je dan voordat God jou in mijn buik stopte?’ vroeg ik met
nauwelijks verhuld enthousiasme.
'Bij de beesten’, kwam het antwoord zoals
gewoonlijk per ommegaande.
‘Bij de beesten en die liepen allemaal los
rond’.
Het klonk mij in de oren als een mogelijk
hervonden herinnering uit het voorgeborchte van Het Leven Voordat Je Er Was.
Maar hier leek het verhaal wel te stoppen.
‘Wat zag je nog meer bij de beesten?’ vroeg ik
hoopvol.
‘Er was een busje’ antwoordde Meisje M.
terwijl ze het laatste korstje van haar boterham in haar mond stopte.
‘Zo’n wit busje waar je in kon zitten en dan
kon je tussen de beesten doorrijden’.
Ik slikte.
‘En was ik daar ook?’ vroeg ik vol
verwachting.
‘Ja’ zei Mejsje M. ‘jij was er ook want jij
zat bovenop de bus naar de beesten te kijken’.
Ik kreeg een visoen van de Beekse Bergen.
De antilopenweide in de dierentuin.
Wat achteloos bekeken uitzendingen op de
kinderzender op tv van ''Freek In
Het Wild''.
‘En was God er ook?’vroeg ik tot slot.
‘Nee’, ze Meisje M. ‘En mag ik nu televisie
kijken?’
Reacties
Een reactie posten