Gisteravond
maakte ik met G. een ommetje. Bij het mooiste plantsoen in U., vlakbij de
Sterrenwacht, zag ik een man staan.
Hij
droeg een wat ouderwets aandoende lange jas.
Naast
hem zat een hondje.
Het
gekke was ; man en hond stonden doodstil en staarden naar een boom.
Een
kale aprilboom.
Nog
haast zonder knoppen.
Het
was koud, noch warm.
En
die man keek en keek.
En
het hondje zat, en zat.
Man
en hond zijn een beeld.
Het
is ‘De Spoetnikkijker’.
Gemaakt
in 1957 door beeldhouwer Ludwig Oswald Wenckebach.
In
klare lijnen, volledig gestileerd, heeft Wenckebach een beeld gemaakt. Dat
letterlijk en figuurlijk een tijdsbeeld is.
De
Spoetnik was de eerste kunstmatige satelliet die in de ruimte werd gebracht, op
4 oktober 1957.
De
Koude Oorlog was op dat moment op zijn hoogtepunt en de lancering van de
Spoetnik verraste het Westen en leidde in de Verenigde Staten tot de
ruimtewedloop en een beweging die pleitte voor hervormingen in het wetenschappelijke
onderwijs.
In
het Russisch betekent ‘spoetnik’ letterlijk: metgezel.
Het
beeld van Wenckebach is prachtig.
Van
dichtbij zie je het gezicht van de man, die met open mond, afwachtend, vol
verwachting maar ook met enige angst, de hemel af lijkt te zoeken. Het hondje,
zijn metgezel, keert juist zijn
hele lichaam af van die vermaledijde lucht boven hem, en concentreert zich op
zichzelf.
De
man strekt zijn nek en hoofd naar buiten, op zoek naar die kunstmaan, die de
toekomst wel eens zou kunnen veranderen.
Het
hondje kromt naar binnen, keert in zichzelf.
En
hoewel het een groot, manshoog bronzen beeld is dat daar tussen de bomen staat,
lijkt het geheel nog het meest op een prachtige pentekening.
Met
mijn metgezel keek ik naar De Spoetnikkijker en zijn hondje.
Zelden
zag ik een beeld dat zo soepel, zo eenvoudig, zo sterk en prachtig was als dit.
Dat
het april was en er nog niet eens blaadjes aan de bomen waren, daar, op die vochtige
wat verlaten en koude plek, deed er niets aan af.
Reacties
Een reactie posten