Je hebt inmiddels tussen de vijftig en de honderd sprongen gemaakt.
Met je parachute.
Deze dag, waarop er veel sneeuw ligt, de eerste sneeuw van dit jaar,
begeef je je met je parachute naar Vliegveld Teuge.
Je bent er al veel eerder geweest, daar in Gelderland.
Je hebt daar geoefend.
Daar vandaan ben je steeds gesprongen.
Een instructeur heeft recent nog je parachute op veiligheid gecheckt.
Jouw eigen parachute.
Deze zomer gekocht.
Wat waren je plannen, zaterdag 8 december?
Een begin maken met het halen van je brevet?
Of een einde maken aan je leven, zoals deze dagen steeds maar weer
lijkt te gebeuren op de voorpagina’s van alle kranten?
Feit is dat je die zaterdag als een van de laatste parachutisten
gesprongen bent uit het vliegtuig dat jou en anderen naar die koude hoogte
bracht.
Je parachute is niet opengegaan.
En je noodparachute ook niet.
Jij bent gewoonweg van anderhalve kilometer hoogte naar beneden
gevallen.
En in een besneeuwd weiland neergekomen.
Waarschijnlijk was je op slag dood.
Alles wat breken kon moet in je gebroken zijn toen je neerkwam.
Je hebt negen dagen ongezien op dat gras
gelegen.
Eerst als een zwarte vlek in de witte sneeuw.
Daarna als een -op een zwarte homp aarde lijkend- iets.
Op koud, nat gras.
Op een steenworp afstand van een woonhuis lag je.
Waar de kerstverlichting voor het raam van de woonkamer avond na avond een heel flauw schijnsel jouw kant op heeft geworpen.
De kant van je dode lichaam op.
Dat door niemand werd gemist of gevonden.
Gister hebben ze je eindelijk zien liggen.
Vandaag sprak de instructeur die je parachutemateriaal als laatste
gecheckt heeft, over jou.
Er wordt een onderzoek gestart.
Dat zal moeten uitwijzen of er een malfunctie was aan beide parachutes.
Of dat deze welbewust onklaar zijn gemaakt.
Zodat ze niet zijn geopend.
Vandaag is je familie op de hoogte gebracht van je dood.
Opstijgend vanaf Teuge, heb je de teugels willen laten vieren.
Was je –zoals veel parachutisten- op zoek naar tijdelijke vrijheid.
Of die teugels voor even of voorgoed los moesten, dat weet je familie
nog niet.
Vandaag ruimt een handvol hulpverleningspersoneel je stoffelijke
resten.
Over een paar weken zal op het gras niets meer te zien zijn van je
neerdalen uit de hemel.
Maar het uitzicht vanuit de woonkamer van het huis vlakbij.
Dat zal nooit meer hetzelfde zijn.
Reacties
Een reactie posten