Doorgaan naar hoofdcontent

Groot.

 
Ik had de afgelopen jaren de eer meermaals in een rode Peugeot cabrio te mogen zitten die in de jaren zeventig gebouwd werd door Sergio Pininfarina.
Deze Italiaanse zoon van een carrosseriebouwer bouwde vanaf 1961 het bedrijf van zijn vader uit tot  een auto-designmerk, dat een duizelingwekkende groei van 10.000 procent kende in haar hoogtijdagen.
Vader Battista heette overigens van origine Farina.
Maar omdat hij klein van stuk was werd aan diens achternaam later zijn koosnaampje -Pinin, de kleinste- toegevoegd.
Zoon Sergio ontwierp auto’s, zoals Rem Koolhaas en Frank Lloyd Wright gebouwen ontwierpen.
Als een van de eerste auto-architecten was Sergio Pininfarina verantwoordelijk voor een ongelofelijk  aantal auto-ontwerpen die iconisch zouden blijken te zijn.
Hij tekende letterlijk en figuurlijk voor bijvoorbeeld de onsterfelijke Ferrari Testarossa uit 1984, de Alfa 164 en de Maserati Quattroporte uit 1963.
Maar ook de doodordinaire Peugeot 205 kwam van Pininfarina’s tekentafel.
Zijn stijl?
Tijdloos maar wel vernieuwend, zonder aan ingetogenheid te verliezen.
Die mooie rode Peugeot cabrio was er een magnifiek voorbeeld van.
Met zijn ingehouden strakke, maar soepele heldere lijnen.
Het was een staaltje pure designklasse uit het begin van de jaren zeventig.
Met de naam ‘Pininfarina’ even bescheiden als prachtig be-letterd op de zijkant van die mooie auto.
Eén nacht geleden stierf Pininfarina.
Hij is 85 jaar geworden en heeft tot zijn tachtigste auto's ontworpen voor de grote merken: Cadillac, Ferrari, Alfa Romeo, Lancia.
Het is geen toeval dat de architect er op zijn tachtigste mee ophield.
In dat jaar -2008- stierf zijn zoon Andrea, die hij in 2006 tot zijn opvolger had benoemd.
Er moet iets zijn gebroken in die grote man.
Hij laat een geweldig oeuvre achter.
Tijdloos, puur en functioneel in al haar subtiliteit.
Waar ‘een kleintje’ heel groot in kan zijn; Pininfarina.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Cantat, Rady, Trintignant.

    Waar was jij de avond van 26 juli 2003? Ik weet waar ik was. Ik vierde mijn verjaardag op De Parade in Utrecht, met mijn vrienden. En precies negentien dagen daarna zou ik degene ontmoeten die bijna mijn ondergang werd. Die tot tweemaal toe plotseling en razendsnel zijn handen om mijn keel zou zetten in een poging om me dood te knijpen. Op momenten dat ik het niet met hem eens was. En hem dat had laten weten. Ik weet ook waar de Franse actrice   Marie Trintignant was, die avond.  Op 26 juli 2003 was ze voor filmopnamen in de Litouwse stad Vilnius. De man met wie ze een affaire had aangeknoopt was bij haar. Bertrand Cantat was de frontman van de populaire Franse band   Noir Désir.  Getrouwd met de moeder van zijn twee kinderen, Krisztina Rady, was hij maanden daarvoor een affaire begonnen met de eveneens al getrouwde Trintignant. Hun affaire ging gepaard met ups en downs. Er waren ruzies. Er was de voortdurende zuigende aanwezig...

Duw het.

  Elke keer als ik die clip zie, sta ik denkbeeldig onmiddellijk in die geweldige discotheek onder het Stadhuis in Utrecht. Het is het begin van de jaren negentig. En Salt-N-Pepa hebben het nummer ‘Tramp’ uitgebracht, enkele jaren ervoor. De hiphopgroep, die uit drie meiden bestaat, krijgt echter wereldwijd succes met de B-kant van 'Tramp’. Deze hit ‘Push it’ is een van de eerste hiphopbeats die ik in Fellini hoorde. In die nachtclub waren veel eerste keren voor mij. Niet alleen werd er op donderdagavonden geweldige salsa- en latinmuziek gedraaid. Ook hoorde ik er de definitieve overgang van disco, soul en funk naar hip hop. En later naar electrobeats als trance en hard-bop, vervolgens ten slotte naar house.  Deze jaren, zo  bleek later, waren een snijpunt in de tijd waarin mode en muziek definitief veranderden. Drie avonden per week was ik in Fellini te vinden. Soms met een grote groep vrienden, soms met vriendinnen, bij gelegenheid alleen. Net als nu was ik ...

Dodenherdenking

    Onder een wolkenhemel waar de avondzon doorheen piepte terwijl het soms zachtjes motregende, was daar de Dodenherdenking. In het Walkart-park speelde het Koninklijk Zeister Harmonie Muziekgezelschap prachtige koralen. De burgemeester sprak een menigte mensen toe. Er waren jongeren die samen stonden. Gezinnen of moeders met grote en kleine kinderen. Ouderen, sommigen zeer slecht ter been die onder de grote kastanjes stilstonden. Boven alle hoofden was het enige geluid dat hoorbaar was in de diepe stilte, het gekwetter van de levendige groep knalgroene papegaaien. Die tussen de ruisende kruinen van de bomen hoog in de lucht dansten. Na de diepe, lange stilte werden kransen gelegd bij het Monument Voor De Gevallen.   Waarna de tocht ging naar het Joods Monument met daarop de 153 namen van Joodse Zeistenaren die omkwamen als gevolg van de Holocaust. De kranslegging eindigde bij het Indië Monument, daar geplaatst...