Doorgaan naar hoofdcontent

Help.

 
De pijn in mijn nek en arm en schouder- al vier dagen ondraaglijk- verminderde niet.
Ik deed mijn polsbrace af.
En om.
Ik droeg mijn mitella.
En daarna weer een poos niet.
Ik keek naar The Kardashians, las een boek dat ik niet lang genoeg kon vasthouden.
Volgde een moordzaak op Investigation Discovery.
Zag hoe de duiven de restjes brood van meisje M. opaten, buiten.
Niks hielp.
Geen domme afleiding.
Geen ontstekingsremmers.
Geen zware pijnstilling.
En al helemaal het liggen op de bank niet.
Ik besloot per fiets naar de Oudste Winkelstraat van U. te rijden.
Voor een zak drop.
En een smerig roddelblad.
Onderweg, maar één hand aan het stuur,  passeerde ik De Dierenwinkel.
Ik kocht een mandje voor de anderhalve week oude poes R., waar zij pas over twee maanden in zal liggen.
Bij mij thuis.
En een eten-en drinkbakje.
Dezelfde als poes W., P. en D. hadden gehad.
Ik maakte grapjes met De Geestige Dierenwinkelman.
Hij lachte er hard om.
Opgewekt kocht ik verderop drop.
Krabsalade.
Een smerig roddelblad.
Buiten opende ik de doos drop en stak er vijf tegelijk in mijn mond.
Hamsteren.
Daarna haalde ik mijn fiets van het slot en reed terug naar huis.
Daar stond ze op de stoep, vlakbij De Dierenwinkel.
Zo hard huilend dat ze haar handen voor haar gezicht had geslagen.
Lang blond haar, een openhangende trenchcoat, twee tassen naast zich op de stoep. 
Een witte fiets tegen haar benen geleund.
Ik remde.
En reed in een halve bocht via de stoep op haar af.
‘Kan ik je helpen?’vroeg ik.
Ze keek op. Ongeveer 22 jaar, betraand gezicht. Wanhoop.
‘Oh alsjeblieft, wil je dat doen?’ vroeg ze.
Ze wees op haar kettingkast.
‘Ik sta hier al tien minuten en ik krijg dat ding er niet tussenuit en niemand is gestopt, jij bent de enige die gestopt is en ik heb al zo'n klotedag...’
Ze begon opnieuw te huilen. Hard.
'Oh, maar die ken ik wel, klote-dagen' zei ik met een lach.
Ik zette mijn fiets schuin tegen een boom.
’Wat is er gebeurd?’ zei ik opgewekt.’
Ze wees me op het achterwiel. 
De katoenen ceintuur van haar jas had zich driemaal rond de plek geslagen waar de ketting en de spaken het zogenoemde tandwielpakket vormen.
Bovendien zat haar elastieken snelbinder eveneens in die chaos klem. 
In datzelfde tandwielpakket.
Ik heb twee linkerhanden.
En daarnaast geen enkel ruimtelijk inzicht.
Laat staan een technisch oog voor wat dan ook.
Toch zag ik onmiddellijk wat we moesten doen.
Ik vroeg haar het wiel langzaam achteruit te draaien terwijl ik trok aan de stoffen massa.
Dat leverde al een strook van twintig centimeter loshangende ceintuur op.
En de volledige snelbinder, die ik veilig weghing op het zadel.
Daarna wikkelde ik- als betrof het een punnikwerkje op de lagere school- in drie fasen de rest van de ceintuur terug via de spaken, om en om.
Mijn handen werden zwart.
Mijn schouder brandde als de hel.
Mijn nek deed afgrijselijke pijn.
Mijn polsen werkten bijna niet.
Laat staan mijn vingers.
Het duurde al met al een minuut of tien.
Op het laatst vroeg ik haar de trappers een slag naar voren te draaien. 
De ceintuur schoot los.
Haar blijdschap was ingetogen maar intens.
Nu ze weg kon met haar fiets, drong weer tot haar door hoe lang ze had staan klungelen in eenzaamheid.
‘Ik stond hier helemaal alleen en niemand stopte’ zei ze opnieuw.
‘En’ zei ik’ Dat is nog niet alles. Ik heb een zak drop gekocht. Wil je er ook een paar?’
Alsof ik haar verkering vroeg.
Zo blij.
Ik gaf haar een handvol.
We namen zonder omhaal afscheid.
Thuis waste ik het smeer van mijn handen.
En at ik drop.
Toeval bestaat niet.
Right place, right time.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Cantat, Rady, Trintignant.

    Waar was jij de avond van 26 juli 2003? Ik weet waar ik was. Ik vierde mijn verjaardag op De Parade in Utrecht, met mijn vrienden. En precies negentien dagen daarna zou ik degene ontmoeten die bijna mijn ondergang werd. Die tot tweemaal toe plotseling en razendsnel zijn handen om mijn keel zou zetten in een poging om me dood te knijpen. Op momenten dat ik het niet met hem eens was. En hem dat had laten weten. Ik weet ook waar de Franse actrice   Marie Trintignant was, die avond.  Op 26 juli 2003 was ze voor filmopnamen in de Litouwse stad Vilnius. De man met wie ze een affaire had aangeknoopt was bij haar. Bertrand Cantat was de frontman van de populaire Franse band   Noir Désir.  Getrouwd met de moeder van zijn twee kinderen, Krisztina Rady, was hij maanden daarvoor een affaire begonnen met de eveneens al getrouwde Trintignant. Hun affaire ging gepaard met ups en downs. Er waren ruzies. Er was de voortdurende zuigende aanwezig...

Duw het.

  Elke keer als ik die clip zie, sta ik denkbeeldig onmiddellijk in die geweldige discotheek onder het Stadhuis in Utrecht. Het is het begin van de jaren negentig. En Salt-N-Pepa hebben het nummer ‘Tramp’ uitgebracht, enkele jaren ervoor. De hiphopgroep, die uit drie meiden bestaat, krijgt echter wereldwijd succes met de B-kant van 'Tramp’. Deze hit ‘Push it’ is een van de eerste hiphopbeats die ik in Fellini hoorde. In die nachtclub waren veel eerste keren voor mij. Niet alleen werd er op donderdagavonden geweldige salsa- en latinmuziek gedraaid. Ook hoorde ik er de definitieve overgang van disco, soul en funk naar hip hop. En later naar electrobeats als trance en hard-bop, vervolgens ten slotte naar house.  Deze jaren, zo  bleek later, waren een snijpunt in de tijd waarin mode en muziek definitief veranderden. Drie avonden per week was ik in Fellini te vinden. Soms met een grote groep vrienden, soms met vriendinnen, bij gelegenheid alleen. Net als nu was ik ...

Dodenherdenking

    Onder een wolkenhemel waar de avondzon doorheen piepte terwijl het soms zachtjes motregende, was daar de Dodenherdenking. In het Walkart-park speelde het Koninklijk Zeister Harmonie Muziekgezelschap prachtige koralen. De burgemeester sprak een menigte mensen toe. Er waren jongeren die samen stonden. Gezinnen of moeders met grote en kleine kinderen. Ouderen, sommigen zeer slecht ter been die onder de grote kastanjes stilstonden. Boven alle hoofden was het enige geluid dat hoorbaar was in de diepe stilte, het gekwetter van de levendige groep knalgroene papegaaien. Die tussen de ruisende kruinen van de bomen hoog in de lucht dansten. Na de diepe, lange stilte werden kransen gelegd bij het Monument Voor De Gevallen.   Waarna de tocht ging naar het Joods Monument met daarop de 153 namen van Joodse Zeistenaren die omkwamen als gevolg van de Holocaust. De kranslegging eindigde bij het Indië Monument, daar geplaatst...