Doorgaan naar hoofdcontent

Gloot.


Het was natuurlijk mijn eigen schuld.
Ik had haar al zien kijken naar De Octopus, hoe die gillende mensen hoog boven de kermis rondjes liet draaien en weer naar beneden liet zoeven.
En vice versa.
Ze had gebiologeerd staan kijken.
En toen ik haar mee wilde nemen naar de peuterattractie-een in treintjesformatie langzaam achter elkaar aanrijdende stoet autootjes- wees ze op de gillende mensen in De Octopus en zei beslist: ‘Nee mama. Ik wil dah in’.
Ze was niet te vermurwen.
Ook niet toen ik zei dat dat voor grote kinderen was.
Dat ze er bang in zou worden.
Dat we het niet zouden doen.
Ze trok me gewoonweg zwijgend mee terug richting de attractie.
En ik dacht: laten we het maar proberen.
Ik heb haar wel meer zien doen dat niet bij haar leeftijd past.
Het grijnzen duurde precies de volle tien seconden dat De Octopus met haar en mij erin een eerste rustige rondje draaide.
Toen werd de gang er pas goed in gezet.
En zette meisje M. het op een onbedaarlijk huilen,
Ik zette mijn tas klem op de metalen bodem van ons karretje en plantte mijn schoenen erop.
Stopte mijn fotocamera in mijn broekzak.
En trok meisje M. tegen me aan.
Met ƩƩn hand hield ik me vast aan de metalen dwars-stang om de middelpuntvliegende kracht te weerstaan. 
Mijn andere hand hield ik -de volle duur van de rit- over haar ogen geslagen.
Af en toe hoorde ik boven de stampende Tokkie-muziek haar dunne stemmetje.
‘Ik wil ah uit, mama. Ik willah uit!!’
Ik kuste haar haartjes en hield haar vast.
Ik zei dat het bijna afgelopen was en dat ik haar niet los zou laten.
Toen de helletocht ten einde was, stond haar witte snuitje op onweer.
Eenmaal thuis  klom ze in haar nieuwe bed, legde haar knuffels er netjes in te slapen, glimlachte gelukkig.
En sprak de historische worden:’Ik ban al gloot meisje, mama!’

Reacties

Populaire posts van deze blog

Cantat, Rady, Trintignant.

    Waar was jij de avond van 26 juli 2003? Ik weet waar ik was. Ik vierde mijn verjaardag op De Parade in Utrecht, met mijn vrienden. En precies negentien dagen daarna zou ik degene ontmoeten die bijna mijn ondergang werd. Die tot tweemaal toe plotseling en razendsnel zijn handen om mijn keel zou zetten in een poging om me dood te knijpen. Op momenten dat ik het niet met hem eens was. En hem dat had laten weten. Ik weet ook waar de Franse actrice   Marie Trintignant was, die avond.  Op 26 juli 2003 was ze voor filmopnamen in de Litouwse stad Vilnius. De man met wie ze een affaire had aangeknoopt was bij haar. Bertrand Cantat was de frontman van de populaire Franse band   Noir DĆ©sir.  Getrouwd met de moeder van zijn twee kinderen, Krisztina Rady, was hij maanden daarvoor een affaire begonnen met de eveneens al getrouwde Trintignant. Hun affaire ging gepaard met ups en downs. Er waren ruzies. Er was de voortdurende zuigende aanwezig...

Duw het.

  Elke keer als ik die clip zie, sta ik denkbeeldig onmiddellijk in die geweldige discotheek onder het Stadhuis in Utrecht. Het is het begin van de jaren negentig. En Salt-N-Pepa hebben het nummer ‘Tramp’ uitgebracht, enkele jaren ervoor. De hiphopgroep, die uit drie meiden bestaat, krijgt echter wereldwijd succes met de B-kant van 'Tramp’. Deze hit ‘Push it’ is een van de eerste hiphopbeats die ik in Fellini hoorde. In die nachtclub waren veel eerste keren voor mij. Niet alleen werd er op donderdagavonden geweldige salsa- en latinmuziek gedraaid. Ook hoorde ik er de definitieve overgang van disco, soul en funk naar hip hop. En later naar electrobeats als trance en hard-bop, vervolgens ten slotte naar house.  Deze jaren, zo  bleek later, waren een snijpunt in de tijd waarin mode en muziek definitief veranderden. Drie avonden per week was ik in Fellini te vinden. Soms met een grote groep vrienden, soms met vriendinnen, bij gelegenheid alleen. Net als nu was ik ...

Dodenherdenking

    Onder een wolkenhemel waar de avondzon doorheen piepte terwijl het soms zachtjes motregende, was daar de Dodenherdenking. In het Walkart-park speelde het Koninklijk Zeister Harmonie Muziekgezelschap prachtige koralen. De burgemeester sprak een menigte mensen toe. Er waren jongeren die samen stonden. Gezinnen of moeders met grote en kleine kinderen. Ouderen, sommigen zeer slecht ter been die onder de grote kastanjes stilstonden. Boven alle hoofden was het enige geluid dat hoorbaar was in de diepe stilte, het gekwetter van de levendige groep knalgroene papegaaien. Die tussen de ruisende kruinen van de bomen hoog in de lucht dansten. Na de diepe, lange stilte werden kransen gelegd bij het Monument Voor De Gevallen.   Waarna de tocht ging naar het Joods Monument met daarop de 153 namen van Joodse Zeistenaren die omkwamen als gevolg van de Holocaust. De kranslegging eindigde bij het IndiĆ« Monument, daar geplaatst...