Doorgaan naar hoofdcontent

Ziel.


 In mijn droom pleegde mijn vader, die vijf jaar geleden overleed aan de gevolgen van een herseninfarct, zelfmoord.
Voordat hij dat deed in de duisternis van mijn slapende geest, bracht hij al zijn persoonlijke spullen naar de kringloop.
Dat hij dat gedaan had bleek uit een briefje dat degene -die met mijn droom-zelf aanwezig was na zijn suïcide- vond in de kamer waarin hij zich van het leven had beloofd.
In het briefje stond ook dat mijn vader de prachtige oude smeedijzeren ketel die in het echte leven van mijn moeder geweest was, had weggegooid. ‘Daar was ook al eens een trap tegen gegeven’ zo luidde de verklaring in zijn brief, daarover.
In mijn droom was ik verbijsterd over zijn daad.
Verdriet scheurde mijn hart in tweeën, zoals het in het echt geweest was, vijf jaar terug.
De andere aanwezige lag onverstoorbaar op het okergele matras waarop het lichaam van mijn vader gevonden was.
Het hoofd op de vlekken. Onverschillig. Onverstoorbaar.
Ik zat op de bank aan het voeteneinde van het provisorische bed en huilde en huilde.
Plots was het tijd voor de uitvaart.
Ik keek naar mijn kleding en zag een wit shirt met een football-print om mijn lijf, een spijkerbroek en sneakers aan mijn blote voeten.
‘Het kan niet’ wees ik De Ander op ons beider doordeweekse outfit .’Het mag niet, hem zo begraven , het is respectloos’.
De Ander stond bruusk op van het matras en zei geïrriteerd: ’Oké dan, dan huren we wel wat van de uitvaartondernemer’.
En beende naar een hoek van de haveloze kamer.
Daar hingen aan een provisorische roede, gemaakt van een oude stok, donkerblauwe kledingstukken.
Setjes uitvaartkleding voor dames, in alle maten.
Ik pakte een jurkje met een col van kant van een hanger en voelde dat het kledingstuk gemaakt was van het plastic waarmee keukenschorten gemaakt worden.
Via een intercom schalde plotseling luid de aankondiging van de start van mijn vader’s begrafenis door de schamele  kamer.
In mijn droom verstijfde ik, de hanger in mijn verkrampte handen, mijn ogen wijdopen in een mengeling van angst, verdriet en wanhoop.
Dat was het moment waarop ik wakker werd.
Doodstil liggend in mijn bed probeerde mijn verstand de schok van deze droom te verwerken.
En ergens diep, aan de achterkant van mijn bewustzijn, kroop een zin over de vochtige vloer van mijn geestgrond.
‘Je vader is boos’, sprak die zin tegen mijn oogleden die dicht waren.
Ik deed mijn ogen open en keek naar de lichtloze schemer van deze decemberochtend.
Ik wist dat het waar was. Drie dagen voor zijn verjaardag.
Vijf jaar na zijn dood.
Hij kon het niet meer aanzien.
En ik kon hem geen ongelijk geven.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Cantat, Rady, Trintignant.

    Waar was jij de avond van 26 juli 2003? Ik weet waar ik was. Ik vierde mijn verjaardag op De Parade in Utrecht, met mijn vrienden. En precies negentien dagen daarna zou ik degene ontmoeten die bijna mijn ondergang werd. Die tot tweemaal toe plotseling en razendsnel zijn handen om mijn keel zou zetten in een poging om me dood te knijpen. Op momenten dat ik het niet met hem eens was. En hem dat had laten weten. Ik weet ook waar de Franse actrice   Marie Trintignant was, die avond.  Op 26 juli 2003 was ze voor filmopnamen in de Litouwse stad Vilnius. De man met wie ze een affaire had aangeknoopt was bij haar. Bertrand Cantat was de frontman van de populaire Franse band   Noir Désir.  Getrouwd met de moeder van zijn twee kinderen, Krisztina Rady, was hij maanden daarvoor een affaire begonnen met de eveneens al getrouwde Trintignant. Hun affaire ging gepaard met ups en downs. Er waren ruzies. Er was de voortdurende zuigende aanwezig...

Duw het.

  Elke keer als ik die clip zie, sta ik denkbeeldig onmiddellijk in die geweldige discotheek onder het Stadhuis in Utrecht. Het is het begin van de jaren negentig. En Salt-N-Pepa hebben het nummer ‘Tramp’ uitgebracht, enkele jaren ervoor. De hiphopgroep, die uit drie meiden bestaat, krijgt echter wereldwijd succes met de B-kant van 'Tramp’. Deze hit ‘Push it’ is een van de eerste hiphopbeats die ik in Fellini hoorde. In die nachtclub waren veel eerste keren voor mij. Niet alleen werd er op donderdagavonden geweldige salsa- en latinmuziek gedraaid. Ook hoorde ik er de definitieve overgang van disco, soul en funk naar hip hop. En later naar electrobeats als trance en hard-bop, vervolgens ten slotte naar house.  Deze jaren, zo  bleek later, waren een snijpunt in de tijd waarin mode en muziek definitief veranderden. Drie avonden per week was ik in Fellini te vinden. Soms met een grote groep vrienden, soms met vriendinnen, bij gelegenheid alleen. Net als nu was ik ...

Dodenherdenking

    Onder een wolkenhemel waar de avondzon doorheen piepte terwijl het soms zachtjes motregende, was daar de Dodenherdenking. In het Walkart-park speelde het Koninklijk Zeister Harmonie Muziekgezelschap prachtige koralen. De burgemeester sprak een menigte mensen toe. Er waren jongeren die samen stonden. Gezinnen of moeders met grote en kleine kinderen. Ouderen, sommigen zeer slecht ter been die onder de grote kastanjes stilstonden. Boven alle hoofden was het enige geluid dat hoorbaar was in de diepe stilte, het gekwetter van de levendige groep knalgroene papegaaien. Die tussen de ruisende kruinen van de bomen hoog in de lucht dansten. Na de diepe, lange stilte werden kransen gelegd bij het Monument Voor De Gevallen.   Waarna de tocht ging naar het Joods Monument met daarop de 153 namen van Joodse Zeistenaren die omkwamen als gevolg van de Holocaust. De kranslegging eindigde bij het Indië Monument, daar geplaatst...