Doorgaan naar hoofdcontent

Klein.


 Samuel Little is dood.

Hij vermoordde tussen 1970 en 2005 in de Verenigde Staten meer dan negentig vrouwen. Daarmee kon hij zo lang ongestoord wegkomen, omdat bijna al zijn slachtoffers voornamelijk jonge, kwetsbare zwarte vrouwen  waren. Onder hen waren veel prostituees en drugsverslaafden. Daardoor kreeg hun dood destijds weinig publiciteit. Soms werd de moord niet geregistreerd als de doodsoorzaak maar overdosis, een ongeluk of onbekende doodsoorzaak.

Dat was exact wat de seriemoordenaar beoogde: Little richtte zijn daden doelbewust op  hoeren, drugsverslaafden en andere vrouwen van wie hij vermoedde dat die niet gemist zouden worden. Met succes.Hij bewoog zich ongestoord als een roofdier door meerdere staten en wurgde drieënnegentig vrouwen met zijn blote handen. Grote handen waren het. Met lange vingers. Je stelt je voor dat het niet moeilijk was ze samen te doen komen rond de nek van een vrouw. En te knijpen, drukken, duwen. Tot de dood erop volgde. Drieënnegentig keer deed Little dat. In vijfendertig jaar.

Toen hij in 2014 werd gepakt, was hij 74 jaar oud. Hij kreeg  levenslang voor de moord op drie vrouwen in Los Angeles. Autoriteiten kwamen hem op het spoor toen zijn DNA overeenkwam met monsters op de plaats delict. Eenmaal in de cel biechtte Little in 2018 meer moorden op aan een politieagent uit Texas. Meer dan de helft van die moorden zijn de afgelopen twee jaar met succes geverifieerd door de FBI.
Little getuigde niet alleen vrijwillig over de talloze moorden. De afgelopen zes jaar bleek dat hij een zeer levendige herinnering had aan zijn slachtoffers en beschikte over afdoende artistieke kwaliteiten. In zijn cel kreeg Little dan ook tekenbenodigdheden. Zo schetste hij dertig portretten in kleur. De meeste vrouwen die hij tekende fronsen. Hun haar is kort of lang en gekruld. Ze staren je aan vanaf het papier of kijken net van je weg. Sommigen dragen lippenstift of juwelen. De FBI hoopt dat deze portretten gematcht kunnen worden aan de vrouwen wiens moord Little bevestigd heeft. En die, in veel gevallen, nog geïdentificeerd moeten worden.

Een seriemoordenaar zijn slachtoffers laten tekenen zodat een compositietekening ontstaat, is nooit eerder gedaan. Maar het laat zien dat seriemoordenaars gedetailleerd de gebeurtenissen en details van hun daden opslaan in hun geheugen en ze jarenlang mentaal herkauwen. Het zijn wanstaltige maar persoonlijke overwinningen van een zieke geest die ze het gevoel geven van macht en controle.
Dat de FBI de tekeningen openbaar maakte  omdat ze een beroep willen doen op het publiek om onopgeloste moorden en vermissingen te doen oplossen, is een weloverwogen keus. Waarbij wordt meegerekend dat een door de moordenaar getekend portret van een moeder, dochter, zus, tante of nicht eventueel traumatiserend kan helpen. Het is -zeker na de dood van Little gister- de  vaak enige manier om een moord op te lossen en de dader aan de slachtoffers te linken.
Ook na zijn dood zal Little’s DNA overigens gebruikt blijven worden,  alsmede de tapes waarop Little de moorden bekend.

Samuel Little is dood. Maar door zijn tekeningen blijft hij krijgen wat hij hebben wilde.En dat is het indirect en doelbewust pijn en trauma toebrengen aan familieleden van zijn slachtoffers.

Elk portret van Little getuigt van de allerlaatste en duistere ontmoeting die deze vrouwen hadden in hun leven. Die met een man met donker haar. Groot, bijna twee meter. Sterk. Met lichte ogen. Die dwars door je heen lijken te kijken.
‘Ik trok haar uit de auto, sleurde haar de bosjes in. Ik trok haar naar een pad dieper de bosjes in.We stuitten op een beekje. Het was modderig daar. Ik liet haar los en ze viel met haar gezicht naar beneden op de drassige grond’ ,vertelt Little in een van zijn talloze getuigenissen. Op zijn gezicht, dan al dat van een zeventig jarige man, strijden eerzucht en vrijmoedigheid om de eer. Kijkend naar de portretten van al zijn slachtoffers, start een vreemde werveling van emoties in je binnenste. Medelijden, woede, angst, deemoed.


Samuel Little is dood.
God hebbe hun ziel.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Cantat, Rady, Trintignant.

    Waar was jij de avond van 26 juli 2003? Ik weet waar ik was. Ik vierde mijn verjaardag op De Parade in Utrecht, met mijn vrienden. En precies negentien dagen daarna zou ik degene ontmoeten die bijna mijn ondergang werd. Die tot tweemaal toe plotseling en razendsnel zijn handen om mijn keel zou zetten in een poging om me dood te knijpen. Op momenten dat ik het niet met hem eens was. En hem dat had laten weten. Ik weet ook waar de Franse actrice   Marie Trintignant was, die avond.  Op 26 juli 2003 was ze voor filmopnamen in de Litouwse stad Vilnius. De man met wie ze een affaire had aangeknoopt was bij haar. Bertrand Cantat was de frontman van de populaire Franse band   Noir Désir.  Getrouwd met de moeder van zijn twee kinderen, Krisztina Rady, was hij maanden daarvoor een affaire begonnen met de eveneens al getrouwde Trintignant. Hun affaire ging gepaard met ups en downs. Er waren ruzies. Er was de voortdurende zuigende aanwezig...

Duw het.

  Elke keer als ik die clip zie, sta ik denkbeeldig onmiddellijk in die geweldige discotheek onder het Stadhuis in Utrecht. Het is het begin van de jaren negentig. En Salt-N-Pepa hebben het nummer ‘Tramp’ uitgebracht, enkele jaren ervoor. De hiphopgroep, die uit drie meiden bestaat, krijgt echter wereldwijd succes met de B-kant van 'Tramp’. Deze hit ‘Push it’ is een van de eerste hiphopbeats die ik in Fellini hoorde. In die nachtclub waren veel eerste keren voor mij. Niet alleen werd er op donderdagavonden geweldige salsa- en latinmuziek gedraaid. Ook hoorde ik er de definitieve overgang van disco, soul en funk naar hip hop. En later naar electrobeats als trance en hard-bop, vervolgens ten slotte naar house.  Deze jaren, zo  bleek later, waren een snijpunt in de tijd waarin mode en muziek definitief veranderden. Drie avonden per week was ik in Fellini te vinden. Soms met een grote groep vrienden, soms met vriendinnen, bij gelegenheid alleen. Net als nu was ik ...

Dodenherdenking

    Onder een wolkenhemel waar de avondzon doorheen piepte terwijl het soms zachtjes motregende, was daar de Dodenherdenking. In het Walkart-park speelde het Koninklijk Zeister Harmonie Muziekgezelschap prachtige koralen. De burgemeester sprak een menigte mensen toe. Er waren jongeren die samen stonden. Gezinnen of moeders met grote en kleine kinderen. Ouderen, sommigen zeer slecht ter been die onder de grote kastanjes stilstonden. Boven alle hoofden was het enige geluid dat hoorbaar was in de diepe stilte, het gekwetter van de levendige groep knalgroene papegaaien. Die tussen de ruisende kruinen van de bomen hoog in de lucht dansten. Na de diepe, lange stilte werden kransen gelegd bij het Monument Voor De Gevallen.   Waarna de tocht ging naar het Joods Monument met daarop de 153 namen van Joodse Zeistenaren die omkwamen als gevolg van de Holocaust. De kranslegging eindigde bij het Indië Monument, daar geplaatst...