Doorgaan naar hoofdcontent

Droom.

De vrouw die ik maar een paar jaar kende en die drie maanden geleden overleed, bezocht mij  vannacht in een droom.
Plotseling stond zij naast mij terwijl ik in een donkere nacht keek naar het wassende water van een rivier die weldra de hele stad weg zou vagen.
In mijn slaap was ik niet verbaasd over haar verschijning, zo mager maar vitaal als ik me haar herinnerde bij leven.
Dicht bij mij bleef ze die hele droom lang, ook terwijl de nachtmerrie over de ondergelopen stad zich voor ons oog ontvouwde.
Terwijl het water kwam, stonden wij gefascineerd naar de chaos om ons heen te kijken in de straat waar zij en ik samen, in het echte leven, gewoond hadden.
Telkens als ik naar haar keek vielen me haar fluweelzachte donkere ogen op.
En in mijn droom had ze precies die lieve lach in dat zachte gezicht vol droefenis.
Geïnteresseerd bevroeg ze mij over de tijd waarin zij afwezig was geweest.
Daarna noemde ze de naam van haar man en zei, dat ze zich afvroeg hoe het met hem ging.
Nog voor ik antwoord kon geven, trok iets in de overstroming mijn aandacht.
Ik keek een tel de andere kant op.
Toen ik me weer keerde naar de plek waar zij naast mij had gestaan, was ze verdwenen.
Automatisch keek ik in mijn droom naar de gevel van het huis waarin zij gewoond had.
Zoals ik dat talloze malen doe in het echt, wanneer ik wakker ben.
En op datzelfde moment viel zij van het balkon af, het water in.
In mijn droom stierf zij nogmaals.
Ik werd wakker op het moment van haar duikvlucht, naar beneden.
Er was geen overstroming.
Het was helemaal geen nacht.
En zij was er ook niet meer.
Bedrieglijk is de nacht.
Leugenachtig de geest.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Cantat, Rady, Trintignant.

    Waar was jij de avond van 26 juli 2003? Ik weet waar ik was. Ik vierde mijn verjaardag op De Parade in Utrecht, met mijn vrienden. En precies negentien dagen daarna zou ik degene ontmoeten die bijna mijn ondergang werd. Die tot tweemaal toe plotseling en razendsnel zijn handen om mijn keel zou zetten in een poging om me dood te knijpen. Op momenten dat ik het niet met hem eens was. En hem dat had laten weten. Ik weet ook waar de Franse actrice   Marie Trintignant was, die avond.  Op 26 juli 2003 was ze voor filmopnamen in de Litouwse stad Vilnius. De man met wie ze een affaire had aangeknoopt was bij haar. Bertrand Cantat was de frontman van de populaire Franse band   Noir Désir.  Getrouwd met de moeder van zijn twee kinderen, Krisztina Rady, was hij maanden daarvoor een affaire begonnen met de eveneens al getrouwde Trintignant. Hun affaire ging gepaard met ups en downs. Er waren ruzies. Er was de voortdurende zuigende aanwezig...

Duw het.

  Elke keer als ik die clip zie, sta ik denkbeeldig onmiddellijk in die geweldige discotheek onder het Stadhuis in Utrecht. Het is het begin van de jaren negentig. En Salt-N-Pepa hebben het nummer ‘Tramp’ uitgebracht, enkele jaren ervoor. De hiphopgroep, die uit drie meiden bestaat, krijgt echter wereldwijd succes met de B-kant van 'Tramp’. Deze hit ‘Push it’ is een van de eerste hiphopbeats die ik in Fellini hoorde. In die nachtclub waren veel eerste keren voor mij. Niet alleen werd er op donderdagavonden geweldige salsa- en latinmuziek gedraaid. Ook hoorde ik er de definitieve overgang van disco, soul en funk naar hip hop. En later naar electrobeats als trance en hard-bop, vervolgens ten slotte naar house.  Deze jaren, zo  bleek later, waren een snijpunt in de tijd waarin mode en muziek definitief veranderden. Drie avonden per week was ik in Fellini te vinden. Soms met een grote groep vrienden, soms met vriendinnen, bij gelegenheid alleen. Net als nu was ik ...

Dodenherdenking

    Onder een wolkenhemel waar de avondzon doorheen piepte terwijl het soms zachtjes motregende, was daar de Dodenherdenking. In het Walkart-park speelde het Koninklijk Zeister Harmonie Muziekgezelschap prachtige koralen. De burgemeester sprak een menigte mensen toe. Er waren jongeren die samen stonden. Gezinnen of moeders met grote en kleine kinderen. Ouderen, sommigen zeer slecht ter been die onder de grote kastanjes stilstonden. Boven alle hoofden was het enige geluid dat hoorbaar was in de diepe stilte, het gekwetter van de levendige groep knalgroene papegaaien. Die tussen de ruisende kruinen van de bomen hoog in de lucht dansten. Na de diepe, lange stilte werden kransen gelegd bij het Monument Voor De Gevallen.   Waarna de tocht ging naar het Joods Monument met daarop de 153 namen van Joodse Zeistenaren die omkwamen als gevolg van de Holocaust. De kranslegging eindigde bij het Indië Monument, daar geplaatst...