Doorgaan naar hoofdcontent

Zij van haar.

Op het schaduwrijke terras zat eerst een man met maar één been.
Hij rookte zware shag en dronk biertjes. En op zijn onderarm prijkte een tatoeage van een anker.
Zelf getekend, zo te zien.
Nu en dan sprak hij kort met de serveerster.
Verder keek hij, net als ik, naar het winkelend publiek dat op deze warme aprildag langs paradeerde.
Toen hij vertrok, zetten twee vrouwen zich aan de tafel naast mij.
De een blond, elegant en petite, de ander bruinharig, groot en wat hoekig.
De laatste luisterde, de eerste sprak.
Aan één stuk door.
Zo vernam ik over de staat van haar huwelijk( relatietherapie waaruit haar echtgenoot had willen opstappen), de plannen voor de meivakantie( toch maar een huisje in Zeeland, want dan zijn we er gewoon in ieder geval maar even uit), de wijze waarop haar schoonouders haar man hadden opgevoed ( hij heeft het gewoon nooit geléérd). Over haar kinderen ( hij doet er nooit iets mee), het huishouden( hij ziet niet wat er allemaal gedaan moet worden) en haar werk( het is gewoon nooit af, je neemt het altijd mee naar huis).
De toehoorster voerde de spreekster steeds net genoeg goed-en afkeurende knikjes met bijbehorende keelgeluiden, om haar aan te sporen tot meer.
En nog meer.
Het duurde niet lang of daar kwamen de smeuïge details.
Samenzweerderig boog de blonde zich over de wankele tafel naar haar gehoor en sprak op doordringende fluistertoon tussen de twee glazen wijn richting de overkant:
’Ken je Sandra nog? Nou, die stort zich dus op dit moment in een affaire’.
‘Neeee!’ fluisterde haar vriendin geschokt terug.
De blonde leunde weer naar achter, knikte triomfantelijk en zette haar verhaal voort op conversatietoon.
‘Dus ik zeg tegen haar, weet waar je aan begint, want ik heb het ook gedaan en het leidt nergens toe, het lost zeker je problemen niet op’.
Ineens zag ik hem voor me, de echtgenoot van de blonde.
In relatietherapie.
Gewoon een doorsnee aardige man die belazerd was door zijn vrouw en daarover spreken moest in het bijzijn van een volslagen vreemde.
 Een relatietherapeut.
Voort ging de blonde, over Sandra:’Maar ze luistert niet want vorige week had ze met hem afgesproken, haar vent zat in het buitenland en die andere vent zijn vrouw was een weekend weg dus ze gingen voor het eerst de nacht met elkaar doorbrengen’.
‘Neeeeh!’ klonk het als een kanonschot van de overkant van het tafeltje.
“Jawel dus’, sprak de blonde kordaat ‘en toen was het bijna zover en toen belde die gast dus af omdat zijn dochtertje gevallen was en hij met haar naar het ziekenhuis moest dus toen ging het hele feest niet door. En toen zag ik Sandra de dag erna en toen liet zij me hun app-verkeer zien’.
‘En?’ sprak de toehoorster.
‘Nou, allemaal geile praat natuurlijk en helemaal onderaan een app van hem dat hij het zo jammer vond dat ze elkaar niet hadden gezien die avond omdat hij speciaal zijn hele zaakje voor haar geschoren had’.
Zo snel als het verhaal zich ontvouwt had, zo diep was de stilte die ineens viel.
Ook dit zag ik voor me. Een man die in zijn badkamer met een scheermes in de weer is. Voor de goede zaak.
’Neeeej!’ zei de bruinharige.
‘Ja.’ sprak de blonde. Waarna ze er een welgemeend en veelbetekenend ‘dus’ op liet volgen.
Daar kwam de serveerster.
Ze bestelden vitello tonnato en kip. En wijn.
Waarna de blonde een pakje sigaretten uit haar tas haalde en- nog voor haar vriendin een opmerking kon maken- op geërgerde toon zei:
’Ja, ik ga volgende week écht stoppen. Dit is mijn laatste pakje. Maar ik kan het nu even allemaal niet bijhebben.’
’Snap ik’, sprak de vriendin
Ik snapte het ook.
Het leek me nogal veel.
Zo alles bij elkaar.
En daar dan bovenop ook  nog eens een geschoren zaakje.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Cantat, Rady, Trintignant.

    Waar was jij de avond van 26 juli 2003? Ik weet waar ik was. Ik vierde mijn verjaardag op De Parade in Utrecht, met mijn vrienden. En precies negentien dagen daarna zou ik degene ontmoeten die bijna mijn ondergang werd. Die tot tweemaal toe plotseling en razendsnel zijn handen om mijn keel zou zetten in een poging om me dood te knijpen. Op momenten dat ik het niet met hem eens was. En hem dat had laten weten. Ik weet ook waar de Franse actrice   Marie Trintignant was, die avond.  Op 26 juli 2003 was ze voor filmopnamen in de Litouwse stad Vilnius. De man met wie ze een affaire had aangeknoopt was bij haar. Bertrand Cantat was de frontman van de populaire Franse band   Noir Désir.  Getrouwd met de moeder van zijn twee kinderen, Krisztina Rady, was hij maanden daarvoor een affaire begonnen met de eveneens al getrouwde Trintignant. Hun affaire ging gepaard met ups en downs. Er waren ruzies. Er was de voortdurende zuigende aanwezig...

Duw het.

  Elke keer als ik die clip zie, sta ik denkbeeldig onmiddellijk in die geweldige discotheek onder het Stadhuis in Utrecht. Het is het begin van de jaren negentig. En Salt-N-Pepa hebben het nummer ‘Tramp’ uitgebracht, enkele jaren ervoor. De hiphopgroep, die uit drie meiden bestaat, krijgt echter wereldwijd succes met de B-kant van 'Tramp’. Deze hit ‘Push it’ is een van de eerste hiphopbeats die ik in Fellini hoorde. In die nachtclub waren veel eerste keren voor mij. Niet alleen werd er op donderdagavonden geweldige salsa- en latinmuziek gedraaid. Ook hoorde ik er de definitieve overgang van disco, soul en funk naar hip hop. En later naar electrobeats als trance en hard-bop, vervolgens ten slotte naar house.  Deze jaren, zo  bleek later, waren een snijpunt in de tijd waarin mode en muziek definitief veranderden. Drie avonden per week was ik in Fellini te vinden. Soms met een grote groep vrienden, soms met vriendinnen, bij gelegenheid alleen. Net als nu was ik ...

Dodenherdenking

    Onder een wolkenhemel waar de avondzon doorheen piepte terwijl het soms zachtjes motregende, was daar de Dodenherdenking. In het Walkart-park speelde het Koninklijk Zeister Harmonie Muziekgezelschap prachtige koralen. De burgemeester sprak een menigte mensen toe. Er waren jongeren die samen stonden. Gezinnen of moeders met grote en kleine kinderen. Ouderen, sommigen zeer slecht ter been die onder de grote kastanjes stilstonden. Boven alle hoofden was het enige geluid dat hoorbaar was in de diepe stilte, het gekwetter van de levendige groep knalgroene papegaaien. Die tussen de ruisende kruinen van de bomen hoog in de lucht dansten. Na de diepe, lange stilte werden kransen gelegd bij het Monument Voor De Gevallen.   Waarna de tocht ging naar het Joods Monument met daarop de 153 namen van Joodse Zeistenaren die omkwamen als gevolg van de Holocaust. De kranslegging eindigde bij het Indië Monument, daar geplaatst...