Van God en alle mensen verlaten.
Omringd door
idioten.
Ik was al eerder op deze plek.
En ik weet dat ik deze binnenkort ook weer verlaten zal.
Maar nu is het eerst tijd om de horlepiep te dansen.
Benen gehoekt, handen op schouderhoogte.
Het geluid van het blaasinstrument irritant dichtbij mijn oren.
Beter zo.
Alles vervaagd door de schrille klank en het vreemde dansen.
Ik herinner mij bijvoorbeeld niet meer hoe ik soepel danste met hem.
In de keuken.
De woonkamer.
Ik herinner me niet meer hoe zijn ogen mij opnamen, naar me keken.
Alle liefde was daar.
Ik herinner me niets meer.
Niet die liefde.
Het lachen.
Het samen drinken.
De muziek waarnaar we luisteren.
De broodjes met kaas en mosterdmayonaise die
we altijd aten.
Mijn kind op zijn schouders.
Het achterop zijn fiets zitten, mijn hand onder
zijn shirt op zijn blote buik.
De horlepiep slaat de maat nu.
Een onhandige rondedans, recht uit de middeleeuwen, zo deze smerige wereld in.
Het gaat goed.
Ik sla de maat met mijn gebroken hand en dans als een malle die vreemde rondedans met evenzo gebroken voeten.
Omdat er niemand is op wiens schouders ik mijn handen kan laten rusten, strek ik mijn knuisten uit in het luchtledige.
Links
en rechts van mij leunen ze op een denkbeeldige horlepiep-danser naast
mij.
Mijn verbeelding heeft me altijd ver gebracht.
Mijn fantasie duwde me steevast voort.
Hoop hield alles in leven.
Zelfs al was ik van God en alle mensen verlaten. Omringd door idioten.
Laat de muziek niet stoppen.
Laat me de
horlepiep dansen.
Sneller en snellere rondjes draai ik, alleen in mijn keuken.
Geen kind te bekennen.
Geen broodjes, geen drank.
Alleen ik en de boetstraf voor al dat houden van.
Maak je geen zorgen.
Ik was hier al eerder.
Ik ken deze plek als mijn broekzak.
En altijd vind ik een weg.
Ik ben de boeienkoning.
Die op het allerlaatst
zijn ketenen afgooit en tevoorschijn komt. Sterker als nooit te voren.
Ik beraad mij op een Houdini-act.
Zo een waarvan de snelheid en eenvoud waarmee
de ontsnapping plaatsvindt, het publiek verbijsterd zal achterlaten.
Onbegrijpelijk zal het zijn.
Een mysterie.
Waar geen
God of idioot aan te pas komt.
Alleen kadaverdiscipline.
En gehoorzaamheid aan
het ritme van de horlepiep.

Reacties
Een reactie posten