Doorgaan naar hoofdcontent

In de ban van de ring.


 

 

Er was de ring.

Te klein om over de knokkel van mijn ringvinger te schuiven. Iets te groot voor om mijn pink.
Hij was van een eenvoudig ontwerp.
Tussen de uiteinden van een gouden smalle band, hield een ingenieus scharnier een munt vast.

Daarop afgebeeld stond Anna Galeria Faustina, waarschijnlijk geboren in het jaar 98 na Christus. Vrouw van de Romeinse keizer Antoninus Pius.
Pius liet haar na haar dood goddelijk verklaren door de Senaat. Zij kreeg de titel diva en hij liet een tempel op het Forum Romanum voor haar bouwen. Faustina was daarmee de eerste keizerin die een permanente aanwezigheid - in de vorm van een tempel - had in het toenmalige politieke centrum van de Romeinse wereld.

Ook liet Pius een enorme hoeveelheid munten met haar beeltenis slaan. 

Met daarop de tekst DIVA AVG(VSTA) FAVSTINA, wat zoveel betekende als ‘vergoddelijkte keizerin Faustina’.

Na 147, toen hun enige nog levende dochter Faustina keizerin werd, veranderde dit in DIVA FAVSTINA.

Affijn, een kleine ring met een klassieke Romeinse afbeelding. Dat was het.
Ik droeg hem twee weken geleden aan mijn pink bij het afhalen van de lakens van mijn bed. Bij het daarna spannen van het schone hoeslaken om het matras, schoot de ring van mijn pink.
Ik voelde het.
Maar hoorde het ook.
Links van mij, ergens op de vloer, kwam hij na een duidelijke rinkeling tot stilstand.
Ik liet mijn ogen over het kleed, de vloer en langs de dichte onderzijde van de kast glijden.
Niks.
Ik tilde de onderkant van de gordijnen op om te kijken of de ring tegen de plint terecht was gekomen.
Knielde op het kleed en scheen met de zaklamp van mijn telefoon in de duistere ruimte onder het bed.
Liep naar de andere zijde van de slaapkamer, daar waar ik de ring juist niet had horen vallen. Zocht daar vergeefs achter de radiatoren, de mand met de kussens, de deur.
Ik schudde met mijn armen in de hoop dat de ring zich op wonderbaarlijke wijze had verstopt in mijn mouw.
Maar Faustina was weg.
Helemaal en totaal opgelost in ijle lucht.

Die weken droeg ik mijn andere ringen.
En elke dag dacht ik aan de ring met die Romeinse munt. 
Soms zocht ik opnieuw in de slaapkamer.
Toen ik enkele dagen na de vermissing de slaapkamer stofzuigde, hoopte ik het rinkelen in de metalen buis van de stofzuiger te horen.

Maar het bleef uit, dat verlossende geluid.
Gisteravond poetste ik mijn tanden voor het slapengaan.
En maakte al poetsend mijn gedachteloze, langzame ronde over de bovenverdieping. Via de lange gang liep ik naar de studio, waar die ochtend de gordijnen waren teruggehangen nadat het nieuwe raam was geplaatst.
Daartoe waren de tafel en de twee stoelen tweemaal verplaatst.
Eenmaal van het raam naar de kast.
Eenmaal van de kast naar het raam.
Daarna had ik de vloer van de studio met een swiffer provisorisch schoongeveegd.

Ik duwde de deur open en keek naar de gordijnen die sinds deze ochtend opnieuw voor het raam hingen.
Daarna viel mijn oog op iets glinsterents, dat midden voor de deur op de vloer lag.
Precies in het centrum van het looppad.
De munt met de kop van Faustina omhoog naar het plafond gericht.
Een seconde lang stond ik als aan de grond genageld.
Het was onmogelijk dat we die ochtend hadden geklust, de tafel, stoelen en trapladder heen en weer hadden geschoven én dat ik de vloer had geveegd op exact deze plek.
Zonder de ring op te merken.

Ik pakte hem op.

Daar ben je’ sprak ik met een mond vol tandpasta tegen het profiel van de bijna tweeduizend jaar oude diva.

Koel lag de ring in de palm van mijn hand toen ik terugliep naar de badkamer.

Daar legde ik hem op de rand van de wasbak.

Vandaag draag ik hem.
Om mijn ringvinger, ditmaal.
Hij past exact.
Magie is overal.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Cantat, Rady, Trintignant.

    Waar was jij de avond van 26 juli 2003? Ik weet waar ik was. Ik vierde mijn verjaardag op De Parade in Utrecht, met mijn vrienden. En precies negentien dagen daarna zou ik degene ontmoeten die bijna mijn ondergang werd. Die tot tweemaal toe plotseling en razendsnel zijn handen om mijn keel zou zetten in een poging om me dood te knijpen. Op momenten dat ik het niet met hem eens was. En hem dat had laten weten. Ik weet ook waar de Franse actrice   Marie Trintignant was, die avond.  Op 26 juli 2003 was ze voor filmopnamen in de Litouwse stad Vilnius. De man met wie ze een affaire had aangeknoopt was bij haar. Bertrand Cantat was de frontman van de populaire Franse band   Noir Désir.  Getrouwd met de moeder van zijn twee kinderen, Krisztina Rady, was hij maanden daarvoor een affaire begonnen met de eveneens al getrouwde Trintignant. Hun affaire ging gepaard met ups en downs. Er waren ruzies. Er was de voortdurende zuigende aanwezig...

Duw het.

  Elke keer als ik die clip zie, sta ik denkbeeldig onmiddellijk in die geweldige discotheek onder het Stadhuis in Utrecht. Het is het begin van de jaren negentig. En Salt-N-Pepa hebben het nummer ‘Tramp’ uitgebracht, enkele jaren ervoor. De hiphopgroep, die uit drie meiden bestaat, krijgt echter wereldwijd succes met de B-kant van 'Tramp’. Deze hit ‘Push it’ is een van de eerste hiphopbeats die ik in Fellini hoorde. In die nachtclub waren veel eerste keren voor mij. Niet alleen werd er op donderdagavonden geweldige salsa- en latinmuziek gedraaid. Ook hoorde ik er de definitieve overgang van disco, soul en funk naar hip hop. En later naar electrobeats als trance en hard-bop, vervolgens ten slotte naar house.  Deze jaren, zo  bleek later, waren een snijpunt in de tijd waarin mode en muziek definitief veranderden. Drie avonden per week was ik in Fellini te vinden. Soms met een grote groep vrienden, soms met vriendinnen, bij gelegenheid alleen. Net als nu was ik ...

Dodenherdenking

    Onder een wolkenhemel waar de avondzon doorheen piepte terwijl het soms zachtjes motregende, was daar de Dodenherdenking. In het Walkart-park speelde het Koninklijk Zeister Harmonie Muziekgezelschap prachtige koralen. De burgemeester sprak een menigte mensen toe. Er waren jongeren die samen stonden. Gezinnen of moeders met grote en kleine kinderen. Ouderen, sommigen zeer slecht ter been die onder de grote kastanjes stilstonden. Boven alle hoofden was het enige geluid dat hoorbaar was in de diepe stilte, het gekwetter van de levendige groep knalgroene papegaaien. Die tussen de ruisende kruinen van de bomen hoog in de lucht dansten. Na de diepe, lange stilte werden kransen gelegd bij het Monument Voor De Gevallen.   Waarna de tocht ging naar het Joods Monument met daarop de 153 namen van Joodse Zeistenaren die omkwamen als gevolg van de Holocaust. De kranslegging eindigde bij het Indië Monument, daar geplaatst...