Doorgaan naar hoofdcontent

Samen.


 

Zittend aan mijn tafel zie ik elke ochtend rond elf uur en elke avond rond zes uur een ouder echtpaar.

Ze begeven zich op die uren samen op het balkon aan de achterzijde van hun woning.
Die uitkijkt op mijn tuin.
’s Ochtends opent de vrouw de balkondeur.
Zij is een lange, statige dame met onberispelijk gewatergolfd kapsel, de smaakvolle outfit beschermd met een keukenschort.
Aansluitend komt haar man naar buiten. Meestal gekleed in een trui en overhemd. Op koude ochtenden daagt hij zijn winterjas. In zijn ene hand heeft hij een borstel, in de andere de blauwe badmat.
Die laatste hangt hij over de rand van het balkon. Waarna hij, geconcentreerd door zijn bril kijkend, minutenlang centimeter voor centimeter de mat afschuierd met de borstel. Tegen de vleug in.
Na deze klus sluit hij de balkondeur.

Nooit kijkt hij op van zijn karwei.

Geen enkele keer hebben zij mij aangekeken, hun onderbuurvrouw die vaak aan haar keukentafel zit te schrijven of tekenen.

Hij komt het balkon op voor deze bordes-scène.

Om na gedane arbeid weer naar binnen te gaan.
Om zes uur ’s avonds stipt vangt het volgende dagelijkse ritueel aan.
Opnieuw opent zij de deur.
Hij draagt de keukentrap.
Waarna zij, staand op de wankele treden,  de balkondeur met een vochtige doek afneemt. Bovenlichtje eerst.
Dan de kozijnen.
Vervolgens de deur.
Hierna klapt hij het trapje weer in. Bekijken zij samen de boom op de uiterste punt van hun langwerpige balkon. Een bolvormige buxus op stam die vorige lente aangeschaft werd. En waar bijna onmiddellijk na aanschaf permanent een wit net over werd gespannen. Waarschijnlijk om de duiven te weren die er god weet wat op los konden laten.
Na een licht gespannen maar liefdevolle inspectie van have en goed sluit de deur zich weer.

Zo, als was het een koekoeksklok waar op vaste uren een mannetje en een vrouwtje door een deurtje naar buiten floepen, speelt zich dit  kalme tafereel af.
Elke dag.
Ook in het weekend.
Eerst bevreemdde deze strakke routine mij.
De monotonie van de obsessie met badmat, kozijn en boom.
Langzaam echter drong iets anders tot mij door.
De stille tevredenheid van een huishouden waarin alles zijn vaste plek en plaats kent.
Waarin ieder zijn taken kent. De een de ander assisteert zonder een woord te spreken. De dagelijkse geruststellende gewoontes. De soepele coöperatie binnen een lang huwelijk. De rustgevende sleur.
Samen gaan ze dag in dag uit de denkbeeldige stofjes, haren en spinrag te lijf.
In hun kleine biotoopje op dat balkon van vier vierkante meter.
Het is van een ontroerend eenvoud.
En getuigt van een decennialange verwevenheid.
Ik zit er zo weer klaar voor.
Om 11 uur. Het is van een aangrijpende schoonheid.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Cantat, Rady, Trintignant.

    Waar was jij de avond van 26 juli 2003? Ik weet waar ik was. Ik vierde mijn verjaardag op De Parade in Utrecht, met mijn vrienden. En precies negentien dagen daarna zou ik degene ontmoeten die bijna mijn ondergang werd. Die tot tweemaal toe plotseling en razendsnel zijn handen om mijn keel zou zetten in een poging om me dood te knijpen. Op momenten dat ik het niet met hem eens was. En hem dat had laten weten. Ik weet ook waar de Franse actrice   Marie Trintignant was, die avond.  Op 26 juli 2003 was ze voor filmopnamen in de Litouwse stad Vilnius. De man met wie ze een affaire had aangeknoopt was bij haar. Bertrand Cantat was de frontman van de populaire Franse band   Noir Désir.  Getrouwd met de moeder van zijn twee kinderen, Krisztina Rady, was hij maanden daarvoor een affaire begonnen met de eveneens al getrouwde Trintignant. Hun affaire ging gepaard met ups en downs. Er waren ruzies. Er was de voortdurende zuigende aanwezig...

Duw het.

  Elke keer als ik die clip zie, sta ik denkbeeldig onmiddellijk in die geweldige discotheek onder het Stadhuis in Utrecht. Het is het begin van de jaren negentig. En Salt-N-Pepa hebben het nummer ‘Tramp’ uitgebracht, enkele jaren ervoor. De hiphopgroep, die uit drie meiden bestaat, krijgt echter wereldwijd succes met de B-kant van 'Tramp’. Deze hit ‘Push it’ is een van de eerste hiphopbeats die ik in Fellini hoorde. In die nachtclub waren veel eerste keren voor mij. Niet alleen werd er op donderdagavonden geweldige salsa- en latinmuziek gedraaid. Ook hoorde ik er de definitieve overgang van disco, soul en funk naar hip hop. En later naar electrobeats als trance en hard-bop, vervolgens ten slotte naar house.  Deze jaren, zo  bleek later, waren een snijpunt in de tijd waarin mode en muziek definitief veranderden. Drie avonden per week was ik in Fellini te vinden. Soms met een grote groep vrienden, soms met vriendinnen, bij gelegenheid alleen. Net als nu was ik ...

Dodenherdenking

    Onder een wolkenhemel waar de avondzon doorheen piepte terwijl het soms zachtjes motregende, was daar de Dodenherdenking. In het Walkart-park speelde het Koninklijk Zeister Harmonie Muziekgezelschap prachtige koralen. De burgemeester sprak een menigte mensen toe. Er waren jongeren die samen stonden. Gezinnen of moeders met grote en kleine kinderen. Ouderen, sommigen zeer slecht ter been die onder de grote kastanjes stilstonden. Boven alle hoofden was het enige geluid dat hoorbaar was in de diepe stilte, het gekwetter van de levendige groep knalgroene papegaaien. Die tussen de ruisende kruinen van de bomen hoog in de lucht dansten. Na de diepe, lange stilte werden kransen gelegd bij het Monument Voor De Gevallen.   Waarna de tocht ging naar het Joods Monument met daarop de 153 namen van Joodse Zeistenaren die omkwamen als gevolg van de Holocaust. De kranslegging eindigde bij het Indië Monument, daar geplaatst...