Doorgaan naar hoofdcontent

Vondst.


 

Gister een rondje kringloop gedaan.
Ik was op zoek naar een rond bijzettafeltje van hout. Of een op zijn kop gezette grote vaas die als pilaar kon dienen. Of een grote pot die ik zwart zou kunnen spuiten als zuil.
Affijn.
Ik zocht iets, waartegen mijn oog zou stoten.
Waarvan ik dan zou weten dat het dát was, wat ik zocht.

Bij de potterie stond buiten in de regen iets zwarts.
Het leek een bloempot. Of een tonnetje. Het had een vreemd handvat in het midden, volledig verroest.
Ik pakte het op. Het sprak me aan. Een vreemd object was het. Smoezelig en inktzwart. Te vies om aan te pakken. Precies mijn ding.
Twee euro vijftig moest het kosten.
Ik bracht het naar de kassa en liet het bemodderde, kletsnatte ding apart zetten.

Ik neusde verder en vond een klein handzaam cakeblik voor mijn bananenbrood. En een handgeschilderde kan van Portugees aardewerk in donkere tonen met twee zwarte honden die de wacht hielden onder een vrolijk gestreept handvat.

Ik rekende alles af, plaatste de vieze ton in een plastic tas en bracht de buit naar huis.

Cakeblik en kan gingen in de afwasmachine.
Voor het pikzwarte object maakte ik van heet water een sopje met groene zeep.
Twee nagelnieuwe schuursponzen die helemaal tot pulp waren geboend later, had ik een houten ton in mijn handen. Met metalen band en op ranke pootjes.

Het opschrift zei: 1799.
Een rondje googelen later bleek ik voor nog geen drie euro een 226 jaar oude korenmaat te hebben gekocht.

Waarin -nog voor het metriek stelsel in 1816 in Nederland werd ingevoerd- de juiste hoeveelheid koren werd afgemeten. De korenmaat is zelfs geijkt met de V van de maker.

Hij staat voorlopig buiten in de tuin onder de overkapping.
Op twee witte vellen papier.
Om te zien of eventuele houtworm nog actief is.
En ik heb een museum aangeschreven met de vraag of dit inderdaad een hele oude korenmaat is.
Zo niet, dan is het een fantastisch item.
Zo wel, dan is het een fantastisch item.
Dat meer dan tweehonderd jaar lang gereisd heeft.
Eerst een korenmaat was.
Toen een plantenbak waarschijnlijk, in een tuin.
Tot slot een smerig ding achterin het open gedeelte van een kringloop.
Zoekt, en je zult vinden.
Sommige clichés zijn echt waar.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Cantat, Rady, Trintignant.

    Waar was jij de avond van 26 juli 2003? Ik weet waar ik was. Ik vierde mijn verjaardag op De Parade in Utrecht, met mijn vrienden. En precies negentien dagen daarna zou ik degene ontmoeten die bijna mijn ondergang werd. Die tot tweemaal toe plotseling en razendsnel zijn handen om mijn keel zou zetten in een poging om me dood te knijpen. Op momenten dat ik het niet met hem eens was. En hem dat had laten weten. Ik weet ook waar de Franse actrice   Marie Trintignant was, die avond.  Op 26 juli 2003 was ze voor filmopnamen in de Litouwse stad Vilnius. De man met wie ze een affaire had aangeknoopt was bij haar. Bertrand Cantat was de frontman van de populaire Franse band   Noir Désir.  Getrouwd met de moeder van zijn twee kinderen, Krisztina Rady, was hij maanden daarvoor een affaire begonnen met de eveneens al getrouwde Trintignant. Hun affaire ging gepaard met ups en downs. Er waren ruzies. Er was de voortdurende zuigende aanwezig...

Duw het.

  Elke keer als ik die clip zie, sta ik denkbeeldig onmiddellijk in die geweldige discotheek onder het Stadhuis in Utrecht. Het is het begin van de jaren negentig. En Salt-N-Pepa hebben het nummer ‘Tramp’ uitgebracht, enkele jaren ervoor. De hiphopgroep, die uit drie meiden bestaat, krijgt echter wereldwijd succes met de B-kant van 'Tramp’. Deze hit ‘Push it’ is een van de eerste hiphopbeats die ik in Fellini hoorde. In die nachtclub waren veel eerste keren voor mij. Niet alleen werd er op donderdagavonden geweldige salsa- en latinmuziek gedraaid. Ook hoorde ik er de definitieve overgang van disco, soul en funk naar hip hop. En later naar electrobeats als trance en hard-bop, vervolgens ten slotte naar house.  Deze jaren, zo  bleek later, waren een snijpunt in de tijd waarin mode en muziek definitief veranderden. Drie avonden per week was ik in Fellini te vinden. Soms met een grote groep vrienden, soms met vriendinnen, bij gelegenheid alleen. Net als nu was ik ...

Dodenherdenking

    Onder een wolkenhemel waar de avondzon doorheen piepte terwijl het soms zachtjes motregende, was daar de Dodenherdenking. In het Walkart-park speelde het Koninklijk Zeister Harmonie Muziekgezelschap prachtige koralen. De burgemeester sprak een menigte mensen toe. Er waren jongeren die samen stonden. Gezinnen of moeders met grote en kleine kinderen. Ouderen, sommigen zeer slecht ter been die onder de grote kastanjes stilstonden. Boven alle hoofden was het enige geluid dat hoorbaar was in de diepe stilte, het gekwetter van de levendige groep knalgroene papegaaien. Die tussen de ruisende kruinen van de bomen hoog in de lucht dansten. Na de diepe, lange stilte werden kransen gelegd bij het Monument Voor De Gevallen.   Waarna de tocht ging naar het Joods Monument met daarop de 153 namen van Joodse Zeistenaren die omkwamen als gevolg van de Holocaust. De kranslegging eindigde bij het Indië Monument, daar geplaatst...