Gister maakte een vriend van mij een
fout.
Vlak erna liet hij weten spijt te hebben van zijn woorden.
En daden.
Zei
zich rot te voelen.
Hij vroeg me of we even konden bellen.
Ik liet weten er even
niet over te willen praten, die dag.
Maar wel de dag erna.
Vanmorgen belde hij mij,
zoals gister afgesproken.
Hij maakte onmiddellijk nogmaals
excuus voor wat hij gister deed.
Ik zei dat ik begrip had voor zijn keuze. En
liet de verantwoordelijkheid daarvoor verder bij hem.
Maar vroeg hem ook wat het zo comfortabel had
gemaakt mij te kwetsen.
Wat, aan mij, het zo eenvoudig had gemaakt dit te doen.
Omdat ik niet de indruk had dat iets in mij hem had toegestaan of zelfs
uitgenodigd te kwetsen. Of zo achteloos met mij om te gaan. Het was een oprechte vraag.
Opnieuw kwam er
excuus.
En een gesprek waarin wederzijds werd geluisterd.
Nog nooit heeft
iemand zo eloquent sorry tegen mij gezegd.
Na een menselijke fout, die
gewoonweg gebeuren kan in een lange vriendschap.
Ik bedankte hem voor de manier
waarop hij zich verontschuldigd had.
Het had me goed gedaan. Een last van me
afgenomen. Mijn emotie verlicht.
En nogmaals kwam er sorry.
Dat waren in totaal misschien drie excuses teveel.
Maar
het was belangrijk dat iemand uit
zichzelf de handschoen oppakte.
De telefoon gepakt heeft.
En liet weten een
mens te zijn.
Dat fouten maakt. Net als ik.
Begrip had voor de per ongeluk
toegebrachte pijn.
Wie goed sorry kan zeggen, betoont de waarde van de
relatie.
Een grote vriendschap die lang duurt.
En die tegen een stootje kan.

Reacties
Een reactie posten