Doorgaan naar hoofdcontent

Onmacht.


 

Dit is Vincent Hoffmans.
Op 6 september 1944 werd hij voor een Duits vuurpeloton in Waalwijk gezet. Samen met zijn broertje Joop en de burgemeester van hun dorp.
Hij was vijfentwintig jaar oud.
Als door een Godswonder overleefde Vincent de fusillade. De kogels die een van de SS-ers op hem afvuurde van zes meter afstand, troffen zijn rechterarm en doorboorden een long. Het genadeschot dat moest volgen miste doel.
De bij de executie aanwezige pastoor zag dat Vincent zijn hoofd ophief. Deze pastoor wist de Duitse militairen meteen na de executie mee te tronen naar het Raadhuisplein.
De zwaargewonde Vincent wist daardoor ongezien naar de Winterdijk achter de fusillade-plek te strompelen. Daar wilde hij over een sloot springen. Dat lukte niet: hij bleef in het prikkeldaad hangen en verloor het bewustzijn.
Via het Rode Kruis en met behulp van enkele burgers werd hij naar het ziekenhuis in Den Bosch gebracht, een helletocht waarbij de auto viermaal werd aangehouden. In Den Bosch werd Vincent onmiddellijk geopereerd. Na drie weken coma ontwaakte hij. Een lange revalidatie volgde. Met een deels verlamde arm en geestelijk gebroken hervatte Vincent de werkzaamheden in zijn vaders’ fabriek.
Kort voor die fatale septemberdag had Vincents broertje Joop in gevangenschap met potlood op een stukje papier geschreven: ‘Er blijft nog genoeg over voor de weinige tijd dat ik zal leven.’
Dit waren de woorden waaraan Vincent zich de rest van zijn leven zou optrekken.
Getrouwd is hij nooit.
Kinderen had hij ook niet.
’Kinderen zijn in mijn geval niet verantwoord’, was zijn antwoord.
Vincent werd vijfenzestig jaar oud en stierf na een lang ziekbed in 1984.
Morgen herdenkt Nederland de doden die vielen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Dat doen we in een jaar waarin de wereld opnieuw in de fik staat en oorlogsmisdaden opnieuw plaatshebben.
Elke dag opnieuw .
Zoals we machteloos zien op de televisie en waarover we met onbehagen lezen in de krant. Nog steeds worden mensen standrechtelijk geëxecuteerd.
Zoals Vincent en zijn broer.
Niets hebben we geleerd van de geschiedenis waarover we altijd zeggen dat die ons tot voorbeeld moet dienen.
De SS-er die Vincent moest executeren, heeft na de oorlog vergiffenis gevraagd aan Vincent. Hoe vergeef je de dood van je broertje, het sterven van je ziel terwijl jijzelf negenendertig lange jaren nog leven moet met die dood in je ogen?
Elke tergende minuut, van elke dag, lang?

‘De mens is een wolf voor zijn medemens’, schreef Plautus.
Niets blijkt  minder waar als je om je heen kijkt. Slechts negenenzeventig jaar na de bevrijding van ons land.


 

 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Cantat, Rady, Trintignant.

    Waar was jij de avond van 26 juli 2003? Ik weet waar ik was. Ik vierde mijn verjaardag op De Parade in Utrecht, met mijn vrienden. En precies negentien dagen daarna zou ik degene ontmoeten die bijna mijn ondergang werd. Die tot tweemaal toe plotseling en razendsnel zijn handen om mijn keel zou zetten in een poging om me dood te knijpen. Op momenten dat ik het niet met hem eens was. En hem dat had laten weten. Ik weet ook waar de Franse actrice   Marie Trintignant was, die avond.  Op 26 juli 2003 was ze voor filmopnamen in de Litouwse stad Vilnius. De man met wie ze een affaire had aangeknoopt was bij haar. Bertrand Cantat was de frontman van de populaire Franse band   Noir Désir.  Getrouwd met de moeder van zijn twee kinderen, Krisztina Rady, was hij maanden daarvoor een affaire begonnen met de eveneens al getrouwde Trintignant. Hun affaire ging gepaard met ups en downs. Er waren ruzies. Er was de voortdurende zuigende aanwezig...

Duw het.

  Elke keer als ik die clip zie, sta ik denkbeeldig onmiddellijk in die geweldige discotheek onder het Stadhuis in Utrecht. Het is het begin van de jaren negentig. En Salt-N-Pepa hebben het nummer ‘Tramp’ uitgebracht, enkele jaren ervoor. De hiphopgroep, die uit drie meiden bestaat, krijgt echter wereldwijd succes met de B-kant van 'Tramp’. Deze hit ‘Push it’ is een van de eerste hiphopbeats die ik in Fellini hoorde. In die nachtclub waren veel eerste keren voor mij. Niet alleen werd er op donderdagavonden geweldige salsa- en latinmuziek gedraaid. Ook hoorde ik er de definitieve overgang van disco, soul en funk naar hip hop. En later naar electrobeats als trance en hard-bop, vervolgens ten slotte naar house.  Deze jaren, zo  bleek later, waren een snijpunt in de tijd waarin mode en muziek definitief veranderden. Drie avonden per week was ik in Fellini te vinden. Soms met een grote groep vrienden, soms met vriendinnen, bij gelegenheid alleen. Net als nu was ik ...

Dodenherdenking

    Onder een wolkenhemel waar de avondzon doorheen piepte terwijl het soms zachtjes motregende, was daar de Dodenherdenking. In het Walkart-park speelde het Koninklijk Zeister Harmonie Muziekgezelschap prachtige koralen. De burgemeester sprak een menigte mensen toe. Er waren jongeren die samen stonden. Gezinnen of moeders met grote en kleine kinderen. Ouderen, sommigen zeer slecht ter been die onder de grote kastanjes stilstonden. Boven alle hoofden was het enige geluid dat hoorbaar was in de diepe stilte, het gekwetter van de levendige groep knalgroene papegaaien. Die tussen de ruisende kruinen van de bomen hoog in de lucht dansten. Na de diepe, lange stilte werden kransen gelegd bij het Monument Voor De Gevallen.   Waarna de tocht ging naar het Joods Monument met daarop de 153 namen van Joodse Zeistenaren die omkwamen als gevolg van de Holocaust. De kranslegging eindigde bij het Indië Monument, daar geplaatst...