Doorgaan naar hoofdcontent

Het misprijzen.


 
Er doet een verhaal de ronde.
Over mij.
Het klopt van geen kant.
En dat is met de feiten te verifiëren.
Maar de mensen die het verhaal bedacht hebben en verspreiden, hebben er nog nooit met mij over gesproken. Toch vinden ze het comfortabel de leugen te blijven delen.
Dat is nou eenmaal een kenmerk van roddelen. Degene over wie het gaat wordt nooit betrokken in het gesprek.
Aan hem of haar wordt niets gevraagd.
Je krijgt domweg geen stem.
Maar aan insinuaties en verdachtmakingen komt altijd een einde.
Het is namelijk doodgewoon de tijd, die het verhaal om zeep helpt.
Belangrijker nog: degene die mijn goede naam schaadt, zet zichzelf te kijk.
Mensen die een verhaaltje ophangen over een ander zonder bij diegene  feiten te verifieëren, betonen zich als wraaklustig.
Ze zijn zo diep onzeker dat ze over de rug van een ander middels een roddel waardering proberen te scoren bij hun willige gehoor.
In alle gevallen gaat het om mensen die gebrek aan zelfvertrouwen hebben en onzeker zijn.
En daar komt de tijd om de hoek die het verhaal om zeep zal brengen.
Als een boemerang zal deze roddel terugkeren bij degene die hem verspreidde.
Niets maakt mij zekerder dan de lengte van deze tijd.
Al deze jaren.
De decennia die nog komen gaan.
Want allang gebleken is dat mijn eer niet geroofd kan worden door een verhaal dat niet waar is.
Mijn goede naam wordt niet aangetast door de wraak van iemand die slechts boosaardigheid heeft als wisselgeld tegen een wereld waarin diens persoonlijke wensen niet uitkwamen.
Mijn identiteit hangt niet af van het mij moeten verdedigen tegen mensen die zich betoond hebben als onkundig, onvriendelijk, onwillig en doof bovendien.
Niets voelt beter dan elke dag wakker te worden in de wetenschap dat afkeer die mij aankleeft mij niet toebehoort.
Maar een smerige fluim is uit de roddelende mond van een mens dat te kleinmoedig is om mij onder ogen te komen.
Geestelijke armoe.
Ik lig er geen nacht wakker van.
Keep talking.
Want alles wat we horen is een mening, geen feit.
Alles wat we zien is een perspectief, niet de waarheid.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Cantat, Rady, Trintignant.

    Waar was jij de avond van 26 juli 2003? Ik weet waar ik was. Ik vierde mijn verjaardag op De Parade in Utrecht, met mijn vrienden. En precies negentien dagen daarna zou ik degene ontmoeten die bijna mijn ondergang werd. Die tot tweemaal toe plotseling en razendsnel zijn handen om mijn keel zou zetten in een poging om me dood te knijpen. Op momenten dat ik het niet met hem eens was. En hem dat had laten weten. Ik weet ook waar de Franse actrice   Marie Trintignant was, die avond.  Op 26 juli 2003 was ze voor filmopnamen in de Litouwse stad Vilnius. De man met wie ze een affaire had aangeknoopt was bij haar. Bertrand Cantat was de frontman van de populaire Franse band   Noir Désir.  Getrouwd met de moeder van zijn twee kinderen, Krisztina Rady, was hij maanden daarvoor een affaire begonnen met de eveneens al getrouwde Trintignant. Hun affaire ging gepaard met ups en downs. Er waren ruzies. Er was de voortdurende zuigende aanwezig...

Duw het.

  Elke keer als ik die clip zie, sta ik denkbeeldig onmiddellijk in die geweldige discotheek onder het Stadhuis in Utrecht. Het is het begin van de jaren negentig. En Salt-N-Pepa hebben het nummer ‘Tramp’ uitgebracht, enkele jaren ervoor. De hiphopgroep, die uit drie meiden bestaat, krijgt echter wereldwijd succes met de B-kant van 'Tramp’. Deze hit ‘Push it’ is een van de eerste hiphopbeats die ik in Fellini hoorde. In die nachtclub waren veel eerste keren voor mij. Niet alleen werd er op donderdagavonden geweldige salsa- en latinmuziek gedraaid. Ook hoorde ik er de definitieve overgang van disco, soul en funk naar hip hop. En later naar electrobeats als trance en hard-bop, vervolgens ten slotte naar house.  Deze jaren, zo  bleek later, waren een snijpunt in de tijd waarin mode en muziek definitief veranderden. Drie avonden per week was ik in Fellini te vinden. Soms met een grote groep vrienden, soms met vriendinnen, bij gelegenheid alleen. Net als nu was ik ...

Dodenherdenking

    Onder een wolkenhemel waar de avondzon doorheen piepte terwijl het soms zachtjes motregende, was daar de Dodenherdenking. In het Walkart-park speelde het Koninklijk Zeister Harmonie Muziekgezelschap prachtige koralen. De burgemeester sprak een menigte mensen toe. Er waren jongeren die samen stonden. Gezinnen of moeders met grote en kleine kinderen. Ouderen, sommigen zeer slecht ter been die onder de grote kastanjes stilstonden. Boven alle hoofden was het enige geluid dat hoorbaar was in de diepe stilte, het gekwetter van de levendige groep knalgroene papegaaien. Die tussen de ruisende kruinen van de bomen hoog in de lucht dansten. Na de diepe, lange stilte werden kransen gelegd bij het Monument Voor De Gevallen.   Waarna de tocht ging naar het Joods Monument met daarop de 153 namen van Joodse Zeistenaren die omkwamen als gevolg van de Holocaust. De kranslegging eindigde bij het Indië Monument, daar geplaatst...