Doorgaan naar hoofdcontent

Voor H.



Als je gaat, dan kom ik bij je. Eerder niet, ook later niet. Ik ben er en zal stil zijn.

Ik zal kijken naar de vrouw met wie je bijna dertig jaar samen was. Aan tafel zal ik met haar zitten, precies zoals we daar met jou altijd zaten. Ieder op zijn eigen stoel. De jouwe leeg.

Als je gaat, dan zal ik schrijven. Over de liefde  die geweest is tussen jou en haar.  Als andere Grote Liefdes was die grillig en eenvoudig. Ingewikkeld en rustgevend. Diep en stil.

Ik heb meer dan dertig jaar aan de overkant van de tafel naar jullie gekeken. Met jullie beiden gepraat, gedronken, gegeten en gelachen. Toen mijn kind geboren werd, kwam jij als een van de eersten kijken. Ik hoor nu nog je stem, terwijl je  gebogen over dat minimensje, eenvoudig ‘Ach’ hebt gezegd.

We zijn allebei ziek geworden. Jij driemaal ernstig. Ik eenmaal definitief. Jouw laatste ziekte werd je fataal.In mij zocht je houvast voor de pijn van een haperend lichaam, het verlies van een werkend leven, de wreedheid van een afnemende actieradius. Onze verschillende manieren van omgaan met een onwillig lichaam bracht jou geen opluchting.
Maar ik hoorde je wel. En ik zag jou ook. Heb je gezien dat ik gekomen ben?

Ik zie je zitten, deze dagen. In mijn huis, aan jullie tafel, in de kerk toen je luisterde naar je dochter en de keer dat je zong. Ik zie je grote handen en de armband die ik twee dagen geleden opnieuw zag, toen om je o zo smalle pols.

Hoe een vriend te beschrijven als jij?

Als je gaat  dan kom ik bij je. Ik neem bloemen mee, van ons allemaal. Voor jou. Ik zal ze leggen, op de aarde vandaag,  naast de glazen stolp die mijn kind maakte en die ze vulde met een papieren bloemenzee.

Ik leg vandaag mijn bloemen neer naast jou, die laatste keer dat ik bij je ben.
Om jou.

Als je gaat, dan kom ik.
En ik zal blijven bij de vrouw die jou zo liefhad.
En die jouw ringen om haar vinger draagt.

Als jij gaat, dan blijf ik. Dat  beloof ik.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Cantat, Rady, Trintignant.

    Waar was jij de avond van 26 juli 2003? Ik weet waar ik was. Ik vierde mijn verjaardag op De Parade in Utrecht, met mijn vrienden. En precies negentien dagen daarna zou ik degene ontmoeten die bijna mijn ondergang werd. Die tot tweemaal toe plotseling en razendsnel zijn handen om mijn keel zou zetten in een poging om me dood te knijpen. Op momenten dat ik het niet met hem eens was. En hem dat had laten weten. Ik weet ook waar de Franse actrice   Marie Trintignant was, die avond.  Op 26 juli 2003 was ze voor filmopnamen in de Litouwse stad Vilnius. De man met wie ze een affaire had aangeknoopt was bij haar. Bertrand Cantat was de frontman van de populaire Franse band   Noir Désir.  Getrouwd met de moeder van zijn twee kinderen, Krisztina Rady, was hij maanden daarvoor een affaire begonnen met de eveneens al getrouwde Trintignant. Hun affaire ging gepaard met ups en downs. Er waren ruzies. Er was de voortdurende zuigende aanwezig...

Duw het.

  Elke keer als ik die clip zie, sta ik denkbeeldig onmiddellijk in die geweldige discotheek onder het Stadhuis in Utrecht. Het is het begin van de jaren negentig. En Salt-N-Pepa hebben het nummer ‘Tramp’ uitgebracht, enkele jaren ervoor. De hiphopgroep, die uit drie meiden bestaat, krijgt echter wereldwijd succes met de B-kant van 'Tramp’. Deze hit ‘Push it’ is een van de eerste hiphopbeats die ik in Fellini hoorde. In die nachtclub waren veel eerste keren voor mij. Niet alleen werd er op donderdagavonden geweldige salsa- en latinmuziek gedraaid. Ook hoorde ik er de definitieve overgang van disco, soul en funk naar hip hop. En later naar electrobeats als trance en hard-bop, vervolgens ten slotte naar house.  Deze jaren, zo  bleek later, waren een snijpunt in de tijd waarin mode en muziek definitief veranderden. Drie avonden per week was ik in Fellini te vinden. Soms met een grote groep vrienden, soms met vriendinnen, bij gelegenheid alleen. Net als nu was ik ...

Dodenherdenking

    Onder een wolkenhemel waar de avondzon doorheen piepte terwijl het soms zachtjes motregende, was daar de Dodenherdenking. In het Walkart-park speelde het Koninklijk Zeister Harmonie Muziekgezelschap prachtige koralen. De burgemeester sprak een menigte mensen toe. Er waren jongeren die samen stonden. Gezinnen of moeders met grote en kleine kinderen. Ouderen, sommigen zeer slecht ter been die onder de grote kastanjes stilstonden. Boven alle hoofden was het enige geluid dat hoorbaar was in de diepe stilte, het gekwetter van de levendige groep knalgroene papegaaien. Die tussen de ruisende kruinen van de bomen hoog in de lucht dansten. Na de diepe, lange stilte werden kransen gelegd bij het Monument Voor De Gevallen.   Waarna de tocht ging naar het Joods Monument met daarop de 153 namen van Joodse Zeistenaren die omkwamen als gevolg van de Holocaust. De kranslegging eindigde bij het Indië Monument, daar geplaatst...