Doorgaan naar hoofdcontent

Huis.

 

In de kerk deed Meisje M. haar jas uit en begaf zich naar de kaarsjes .
In de op het altaar opengeslagen Bijbel las ik een stuk over de dood.
Over de bedoeling ervan, zoals in het klassieke woord van God beschreven staat.
Het was teveel.
In te korte tijd.
Het duizelde mij.
Ik wees Meisje M. op een Mariabeeld.
Dat is Jezus’, zei ze hardop terwijl ze met een groezelige zojuist-van-school-vinger naar het kind op de arm van het beeld wees.
Achter ons ging de deur open.
‘Mama!’ zei Meisje M. dringend.
En ze legde haar vinger op mijn lippen.
Ja goed zo’ zei ik zachtjes in haar haren, ‘nu moeten we fluisteren want nu zijn we niet meer alleen hier’.
Ik keek even om.
In die halve seconde was een man met een grijze jas, grijze bolhoed en lang vettig haar de deur in gekomen en er weer uitgeglipt.
Ik kon nog net zijn rug zien.
En een briefje dat op de achterste bank van de kerk lag.
Dat lag daar eerder nog niet.
Meisje M. stak haar eigen kaars aan.
Daarna deed ik dat.
Ik schreef iets in het schrift naast het altaar.
Iets dat bedoeld was als een groet, over de duizeling van de dood heen.
We bleven even in de stilte zitten.
Daarna liepen we naar de uitgang.
Bij de laatste bank ging ik naast het opgevouwen briefje zitten.
Dat daar zojuist was neergelegd door die vreemd uitziende verschijning.
Ik vouwde het papier open.
In een groot, bij vlagen kinderlijk handschrift stond dit te lezen;
Ik wil een huis. Een thuis met twee kamers in de stad. En ik wil trouwen. En 120 jaar oud worden. Alstublieft’.
Ik las de tekst twee keer.
Daarna legde ik het opengevouwen vel papier in het schrift waarin al die andere mensen, net als ik, hun grote wensen ,verlangens en hoop in hadden opgeschreven.
Ik pakte Meisje M.’s hand en stapte tussen de winkels, het rumoer, het leven.
Een diepe rust kwam over mij.
En een intense ontroering voor de man  van  dat briefje dat zojuist op die achterste bank was beland.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Cantat, Rady, Trintignant.

    Waar was jij de avond van 26 juli 2003? Ik weet waar ik was. Ik vierde mijn verjaardag op De Parade in Utrecht, met mijn vrienden. En precies negentien dagen daarna zou ik degene ontmoeten die bijna mijn ondergang werd. Die tot tweemaal toe plotseling en razendsnel zijn handen om mijn keel zou zetten in een poging om me dood te knijpen. Op momenten dat ik het niet met hem eens was. En hem dat had laten weten. Ik weet ook waar de Franse actrice   Marie Trintignant was, die avond.  Op 26 juli 2003 was ze voor filmopnamen in de Litouwse stad Vilnius. De man met wie ze een affaire had aangeknoopt was bij haar. Bertrand Cantat was de frontman van de populaire Franse band   Noir Désir.  Getrouwd met de moeder van zijn twee kinderen, Krisztina Rady, was hij maanden daarvoor een affaire begonnen met de eveneens al getrouwde Trintignant. Hun affaire ging gepaard met ups en downs. Er waren ruzies. Er was de voortdurende zuigende aanwezig...

Duw het.

  Elke keer als ik die clip zie, sta ik denkbeeldig onmiddellijk in die geweldige discotheek onder het Stadhuis in Utrecht. Het is het begin van de jaren negentig. En Salt-N-Pepa hebben het nummer ‘Tramp’ uitgebracht, enkele jaren ervoor. De hiphopgroep, die uit drie meiden bestaat, krijgt echter wereldwijd succes met de B-kant van 'Tramp’. Deze hit ‘Push it’ is een van de eerste hiphopbeats die ik in Fellini hoorde. In die nachtclub waren veel eerste keren voor mij. Niet alleen werd er op donderdagavonden geweldige salsa- en latinmuziek gedraaid. Ook hoorde ik er de definitieve overgang van disco, soul en funk naar hip hop. En later naar electrobeats als trance en hard-bop, vervolgens ten slotte naar house.  Deze jaren, zo  bleek later, waren een snijpunt in de tijd waarin mode en muziek definitief veranderden. Drie avonden per week was ik in Fellini te vinden. Soms met een grote groep vrienden, soms met vriendinnen, bij gelegenheid alleen. Net als nu was ik ...

Dodenherdenking

    Onder een wolkenhemel waar de avondzon doorheen piepte terwijl het soms zachtjes motregende, was daar de Dodenherdenking. In het Walkart-park speelde het Koninklijk Zeister Harmonie Muziekgezelschap prachtige koralen. De burgemeester sprak een menigte mensen toe. Er waren jongeren die samen stonden. Gezinnen of moeders met grote en kleine kinderen. Ouderen, sommigen zeer slecht ter been die onder de grote kastanjes stilstonden. Boven alle hoofden was het enige geluid dat hoorbaar was in de diepe stilte, het gekwetter van de levendige groep knalgroene papegaaien. Die tussen de ruisende kruinen van de bomen hoog in de lucht dansten. Na de diepe, lange stilte werden kransen gelegd bij het Monument Voor De Gevallen.   Waarna de tocht ging naar het Joods Monument met daarop de 153 namen van Joodse Zeistenaren die omkwamen als gevolg van de Holocaust. De kranslegging eindigde bij het Indië Monument, daar geplaatst...