Doorgaan naar hoofdcontent

Kort.

Eén keer, toen ik pauze had op het reclamebureau waar ik werkte, schreef ik voor de Duitse artdirector waarmee ik een team vormde een verhaal.
Hij duurde niet lang, die pauze.
Ik probeerde de artdirector in de taal die we beiden meester waren, te duiden hoe ik een filmpje voor me zag.
In mijn hoofd ontstond die pauze, tijdens het schrijven een man.
Aan het einde van de pauze was de man van het papier weggewandeld, het verhaal uit.
Maar het verhaal is niet uit.
Want een paar maal per jaar denk ik aan die man.
En waarheen hij eigenlijk is gegaan.
En waarom.
Dit is het verhaal:
 
‘Vern needs a hobby’, his wife told the neighbours.
On his next birthday, the neighbours gave Vern a big box, wrapped up in red christmaspaper. Outside it was really hot: the august sun had beaten the grass on the lawn for weeks. Verns birthdayparty was held inside. In the airconditioned shady livingroom, Vern tore the red christmaspaper.
A brown cardboard box came from underneath it.
‘What is it!’ Verns wife said in a high pitched voice. She clapped her hands twice. The neighbours smiled.
Vern opened the cardboard box. For a moment he thought nothing was in it. Then, when his eyes were used tot the dark shadows deep down in the corners of the box, he saw it wasn’t empty at all. In one of the corners Vern noticed a little book. He picked it up. His hands were sweaty.
‘What is it! What is it, Vern?’ his wife said.
He handed her the little book and saw it was a handbook on how to fish.
‘Oh Vern!’,  his wife said and smiled at the neighbours. ‘That’s so sweet. Now you can go fishing with Hank!’
Vern nodded and looked at his neighbour. Hank smiled. Vern smiled back. Suddenly the room felt very  hot. He stood up and turned up the airconditioner.
Vern had never caught a fish in his entire life. And he never intended  to. He went to the kitchen to get Hank a new beer. He stood in front of the refrigerator door, silently breathing in the cold air. He thought of the men he had seen fishing in his life. Stubborn, silent guys. Sometimes with the wife sitting next to them, knitting or reading.
Vern put his hand in the iced compartment where the beers were. He put his hand around a longneck. Suddenly, psalm 23 sprung to his mind. ‘Though I walk through the valley of the shadows of death’.
‘Yes’ he mumbled, into the refigerator, right to the stew his wife had made.
‘Yes. Though I walk through the valley of the shadows of death’, he thought, again.
In the livingroom, he could hear his wife talking to the neighbours. She was telling them about his retirement. And how he so desperately needed a hobby. And how fishing was so very much a Vern-thing. He closed the door of the fridge. He held Hank’s beer to his forehead. He longed for something and that longing reminded him of the Vern he was some forty years ago.
He had never intended to be the fishing type.
He hated fishing.
He hated fish.
Impulsively, he opened the door that led to the veranda.
He took Hanks beer with him and stepped into the garden and its brown lawn.
Heat grabbed his body with its suffocating fingers.
Vern started moving towards the street with the dried out trees. The merciless sun beat on the asphalt. Every tree in their goddamned street cast a black shadow on the white pavement. Water from the cold bottle in his hand started to drip down his pulse.
He felt like walking, walking on forever with the bottle untouched in his hand. He was never a fishing guy. Never had been. Never would be. He passed the first of many shades in the street he had been living in since his marriage.
‘Yes’ he thought again. ‘Yes  Though I walk through the valley of the shadows of death’. Soon he turned the corner of the street.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Cantat, Rady, Trintignant.

    Waar was jij de avond van 26 juli 2003? Ik weet waar ik was. Ik vierde mijn verjaardag op De Parade in Utrecht, met mijn vrienden. En precies negentien dagen daarna zou ik degene ontmoeten die bijna mijn ondergang werd. Die tot tweemaal toe plotseling en razendsnel zijn handen om mijn keel zou zetten in een poging om me dood te knijpen. Op momenten dat ik het niet met hem eens was. En hem dat had laten weten. Ik weet ook waar de Franse actrice   Marie Trintignant was, die avond.  Op 26 juli 2003 was ze voor filmopnamen in de Litouwse stad Vilnius. De man met wie ze een affaire had aangeknoopt was bij haar. Bertrand Cantat was de frontman van de populaire Franse band   Noir Désir.  Getrouwd met de moeder van zijn twee kinderen, Krisztina Rady, was hij maanden daarvoor een affaire begonnen met de eveneens al getrouwde Trintignant. Hun affaire ging gepaard met ups en downs. Er waren ruzies. Er was de voortdurende zuigende aanwezig...

Duw het.

  Elke keer als ik die clip zie, sta ik denkbeeldig onmiddellijk in die geweldige discotheek onder het Stadhuis in Utrecht. Het is het begin van de jaren negentig. En Salt-N-Pepa hebben het nummer ‘Tramp’ uitgebracht, enkele jaren ervoor. De hiphopgroep, die uit drie meiden bestaat, krijgt echter wereldwijd succes met de B-kant van 'Tramp’. Deze hit ‘Push it’ is een van de eerste hiphopbeats die ik in Fellini hoorde. In die nachtclub waren veel eerste keren voor mij. Niet alleen werd er op donderdagavonden geweldige salsa- en latinmuziek gedraaid. Ook hoorde ik er de definitieve overgang van disco, soul en funk naar hip hop. En later naar electrobeats als trance en hard-bop, vervolgens ten slotte naar house.  Deze jaren, zo  bleek later, waren een snijpunt in de tijd waarin mode en muziek definitief veranderden. Drie avonden per week was ik in Fellini te vinden. Soms met een grote groep vrienden, soms met vriendinnen, bij gelegenheid alleen. Net als nu was ik ...

Dodenherdenking

    Onder een wolkenhemel waar de avondzon doorheen piepte terwijl het soms zachtjes motregende, was daar de Dodenherdenking. In het Walkart-park speelde het Koninklijk Zeister Harmonie Muziekgezelschap prachtige koralen. De burgemeester sprak een menigte mensen toe. Er waren jongeren die samen stonden. Gezinnen of moeders met grote en kleine kinderen. Ouderen, sommigen zeer slecht ter been die onder de grote kastanjes stilstonden. Boven alle hoofden was het enige geluid dat hoorbaar was in de diepe stilte, het gekwetter van de levendige groep knalgroene papegaaien. Die tussen de ruisende kruinen van de bomen hoog in de lucht dansten. Na de diepe, lange stilte werden kransen gelegd bij het Monument Voor De Gevallen.   Waarna de tocht ging naar het Joods Monument met daarop de 153 namen van Joodse Zeistenaren die omkwamen als gevolg van de Holocaust. De kranslegging eindigde bij het Indië Monument, daar geplaatst...