Doorgaan naar hoofdcontent

Mat.



Schaken is een spel waarbij je de tegenstander steeds een stap voor moet zijn.
Het is een mindgame, waarbij het denkvermogen een grote rol speelt.
Een schaker, zo zou je dus aannemen, is iemand die alle zetten steeds opnieuw rustig overdenkt en daarna pas handelt.
Toch is dat niet waar.
Zelfs in die abstracte, haast wiskundige schaaksport, speelt de intuïtie een grote rol.
Onderzoek liet zien dat ervaren schakers hebben geleerd groepen te vormen van stukken en zetten. 
In plaats van alle stukken of zetten stuk voor stuk te overdenken.
En ook wees onderzoek uit, dat veel van dit impliciete gedrag door oefening kan  worden aangeleerd.
Het bewust gecontroleerde of expliciete gedrag fungeert daarbij als een voorstadium.
Een eerste fase waarbij alle individuele stapjes worden doorlopen en uitgeprobeerd.
In de tweede fase 'slijt' dit patroon van denken als het ware geleidelijk in.
En gaat de schaker intuïtief zijn zetten doen.
Intuïtie wordt soms ook omschreven als een andere vorm van denken of handelen.
Waarbij het gevoel mede bepalend is voor het verloop van een schaakspel.
Van een denkproces.
Een proces.
Neuroloog Antonio Damasio  stelt dat bij het nemen van moeilijke beslissingen het gevoel -en de signalen van ons lichaam die door dit gevoel worden opgeroepen- kunnen helpen om de 'knoop door te hakken'.
Ik moet veel knopen doorhakken, de laatste tijd.
Ik maak daarbij gebruik van de kunst van het schaken.
Ik blijf de tegenstander voor.
En gebruik mijn intuïtie.
Ik overdenk het geheel, zowel als de individuele delen.
De conclusie tot nu toe?
Schaken is geen eenvoudig spel.
Maar als je je denken en je voelen gebruikt, kun je de tegenstander schaakmat zetten.
Nog een conclusie?
Wat je zaait, zul je oogsten.
And be very careful what you are wishing for.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Cantat, Rady, Trintignant.

    Waar was jij de avond van 26 juli 2003? Ik weet waar ik was. Ik vierde mijn verjaardag op De Parade in Utrecht, met mijn vrienden. En precies negentien dagen daarna zou ik degene ontmoeten die bijna mijn ondergang werd. Die tot tweemaal toe plotseling en razendsnel zijn handen om mijn keel zou zetten in een poging om me dood te knijpen. Op momenten dat ik het niet met hem eens was. En hem dat had laten weten. Ik weet ook waar de Franse actrice   Marie Trintignant was, die avond.  Op 26 juli 2003 was ze voor filmopnamen in de Litouwse stad Vilnius. De man met wie ze een affaire had aangeknoopt was bij haar. Bertrand Cantat was de frontman van de populaire Franse band   Noir Désir.  Getrouwd met de moeder van zijn twee kinderen, Krisztina Rady, was hij maanden daarvoor een affaire begonnen met de eveneens al getrouwde Trintignant. Hun affaire ging gepaard met ups en downs. Er waren ruzies. Er was de voortdurende zuigende aanwezig...

Duw het.

  Elke keer als ik die clip zie, sta ik denkbeeldig onmiddellijk in die geweldige discotheek onder het Stadhuis in Utrecht. Het is het begin van de jaren negentig. En Salt-N-Pepa hebben het nummer ‘Tramp’ uitgebracht, enkele jaren ervoor. De hiphopgroep, die uit drie meiden bestaat, krijgt echter wereldwijd succes met de B-kant van 'Tramp’. Deze hit ‘Push it’ is een van de eerste hiphopbeats die ik in Fellini hoorde. In die nachtclub waren veel eerste keren voor mij. Niet alleen werd er op donderdagavonden geweldige salsa- en latinmuziek gedraaid. Ook hoorde ik er de definitieve overgang van disco, soul en funk naar hip hop. En later naar electrobeats als trance en hard-bop, vervolgens ten slotte naar house.  Deze jaren, zo  bleek later, waren een snijpunt in de tijd waarin mode en muziek definitief veranderden. Drie avonden per week was ik in Fellini te vinden. Soms met een grote groep vrienden, soms met vriendinnen, bij gelegenheid alleen. Net als nu was ik ...

Dodenherdenking

    Onder een wolkenhemel waar de avondzon doorheen piepte terwijl het soms zachtjes motregende, was daar de Dodenherdenking. In het Walkart-park speelde het Koninklijk Zeister Harmonie Muziekgezelschap prachtige koralen. De burgemeester sprak een menigte mensen toe. Er waren jongeren die samen stonden. Gezinnen of moeders met grote en kleine kinderen. Ouderen, sommigen zeer slecht ter been die onder de grote kastanjes stilstonden. Boven alle hoofden was het enige geluid dat hoorbaar was in de diepe stilte, het gekwetter van de levendige groep knalgroene papegaaien. Die tussen de ruisende kruinen van de bomen hoog in de lucht dansten. Na de diepe, lange stilte werden kransen gelegd bij het Monument Voor De Gevallen.   Waarna de tocht ging naar het Joods Monument met daarop de 153 namen van Joodse Zeistenaren die omkwamen als gevolg van de Holocaust. De kranslegging eindigde bij het Indië Monument, daar geplaatst...