Doorgaan naar hoofdcontent

Rilling.

 

Eerst kleedde ik die dag mijn moeder aan. 
Die zat ontredderd in haar leunstoel, de ogen dicht, het hele lichaam verkrampt.
‘Wat is er, mama? vroeg ik
‘Oh, ik heb het zo koud’, kwam het antwoord.
De verwarming loeide op volle sterkte.
Ik had de plant op de tafel een eindje bij de radiator vandaan gezet, zo heet werd het op die plek.
Uit haar kast haalde ik een wollen trui.
Ik hielp mijn moeder overeind.
Het uittrekken van het dunne vestje dat ze droeg, was geen kinderspel.
Een aantal maal verloor ze bijna haar evenwicht.
Ik vroeg haar weer te gaan zitten.
Ze wist niet meer hoe dat moest.
Toen ze eenmaal zat, haalde ik de bril van haar neus. 
Haar handen klauwden in het luchtledige voor haar gezicht.
Ik beschreef elke handeling die komen zou om nog meer desoriëntatie te voorkomen.
Het hielp niet.
Bij het over haar hoofd treken van de trui, reageerde ze alsof ik haar een klap in het gezicht had gegeven.
Haar handen staken vruchteloos omhoog toen de armsgaten aan de beurt waren.
Die lieten zich met grote moeite de mouw in sturen.
Ik vroeg haar naar voren te hellen.
Ook dat duurde, voor ze begreep waar ze heen moest en ik haar met zachte hand in haar rug naar voren deed gaan.
Toen ze -met warme trui en dikke shawl-eindelijk tegen de rugleuning leunde, had ze het iets warmer.
De verkramping op haar gezicht verminderde gaandeweg.
Daarna kleedde ik mijn kind uit.
Dat was later, die dag.
Bij mij thuis.
Er zat precies zevenenzeventig jaar tussen het ene en het andere lijf.
Meisje M. trok rap haar maillot, onderbroek en rokje uit toen het water het bad in begon te stromen.
In één beweging trok ik haar truitje over haar hoofd. 
Haar geheven armpjes knisperden langs haar oren toen ik trok.
Haar lange haren stonden even als een kuif omhoog voor ze als een blonde waterval langs haar blote rug stroomden.
Niets aan haar was verkrampt.
Of koud.
Alles aan haar was kind.
Twee mensen geholpen met hun kleren.
Op één dag.
Op één, pijnlijke dag

Reacties

Populaire posts van deze blog

Cantat, Rady, Trintignant.

    Waar was jij de avond van 26 juli 2003? Ik weet waar ik was. Ik vierde mijn verjaardag op De Parade in Utrecht, met mijn vrienden. En precies negentien dagen daarna zou ik degene ontmoeten die bijna mijn ondergang werd. Die tot tweemaal toe plotseling en razendsnel zijn handen om mijn keel zou zetten in een poging om me dood te knijpen. Op momenten dat ik het niet met hem eens was. En hem dat had laten weten. Ik weet ook waar de Franse actrice   Marie Trintignant was, die avond.  Op 26 juli 2003 was ze voor filmopnamen in de Litouwse stad Vilnius. De man met wie ze een affaire had aangeknoopt was bij haar. Bertrand Cantat was de frontman van de populaire Franse band   Noir Désir.  Getrouwd met de moeder van zijn twee kinderen, Krisztina Rady, was hij maanden daarvoor een affaire begonnen met de eveneens al getrouwde Trintignant. Hun affaire ging gepaard met ups en downs. Er waren ruzies. Er was de voortdurende zuigende aanwezig...

Duw het.

  Elke keer als ik die clip zie, sta ik denkbeeldig onmiddellijk in die geweldige discotheek onder het Stadhuis in Utrecht. Het is het begin van de jaren negentig. En Salt-N-Pepa hebben het nummer ‘Tramp’ uitgebracht, enkele jaren ervoor. De hiphopgroep, die uit drie meiden bestaat, krijgt echter wereldwijd succes met de B-kant van 'Tramp’. Deze hit ‘Push it’ is een van de eerste hiphopbeats die ik in Fellini hoorde. In die nachtclub waren veel eerste keren voor mij. Niet alleen werd er op donderdagavonden geweldige salsa- en latinmuziek gedraaid. Ook hoorde ik er de definitieve overgang van disco, soul en funk naar hip hop. En later naar electrobeats als trance en hard-bop, vervolgens ten slotte naar house.  Deze jaren, zo  bleek later, waren een snijpunt in de tijd waarin mode en muziek definitief veranderden. Drie avonden per week was ik in Fellini te vinden. Soms met een grote groep vrienden, soms met vriendinnen, bij gelegenheid alleen. Net als nu was ik ...

Dodenherdenking

    Onder een wolkenhemel waar de avondzon doorheen piepte terwijl het soms zachtjes motregende, was daar de Dodenherdenking. In het Walkart-park speelde het Koninklijk Zeister Harmonie Muziekgezelschap prachtige koralen. De burgemeester sprak een menigte mensen toe. Er waren jongeren die samen stonden. Gezinnen of moeders met grote en kleine kinderen. Ouderen, sommigen zeer slecht ter been die onder de grote kastanjes stilstonden. Boven alle hoofden was het enige geluid dat hoorbaar was in de diepe stilte, het gekwetter van de levendige groep knalgroene papegaaien. Die tussen de ruisende kruinen van de bomen hoog in de lucht dansten. Na de diepe, lange stilte werden kransen gelegd bij het Monument Voor De Gevallen.   Waarna de tocht ging naar het Joods Monument met daarop de 153 namen van Joodse Zeistenaren die omkwamen als gevolg van de Holocaust. De kranslegging eindigde bij het Indië Monument, daar geplaatst...