Doorgaan naar hoofdcontent

Weg.


We zochten zorgvuldig haar spullen uit. De keramieken bekers met de blauwe rudimentaire koeien erop. De schets van het babyhoofdje, door haarzelf gekocht in Utrecht, meer dan en halve eeuw terug.
Haar favoriete boeken die ze nooit meer zou kunnen lezen. Gedichtenbundels. De zilveren vaas. Kussens die ik maakte waarop twee vogels in een zwarte boomtak naar hun vilten nageltjes zitten te koekeloeren.  De foto van meisje M. die met haar vader en moeder onbezonnen de wereld in lachte.
We stopten alles in dozen, ontmantelden haar tafel en kast en reden die dag een paar maal op en neer naar het verzorgingshuis.
Aan het einde van de dag leek de kamer een beetje op haarzelf. Het steriele was eraf.
Het was een warme, gezellige kamer geworden met haar eigen spullen erin.
Toen was het zover. We namen mijn moeder mee naar de plek waar ze vanaf dinsdag voor de rest van haar leven alleen zal wonen.
We wisten niet of ze het echt begreep.
Maar ze was blij verrast.
‘Ach’ zei ze en ze wees op haar eigen spullen.
‘Wat mooi. En wat fijn, daar heb ik allemaal herinneringen aan!’
In de tuin buiten kon je een vrouw horen schreeuwen.
Eerst riep die oude stem om een zuster. Daarna om haar vader.
‘Papa, help me!’ kon je horen wanneer je niet eens zo heel erg je best deed te luisteren.
Mijn moeder stond op en streek met haar hand over de tafel.
‘Mooi hoor’ zei ze tevreden.
We namen afscheid.
We waren moe maar opgelucht.
Dinsdag zou ik haar samen met mijn zus en vader definitief naar haar nieuwe kamer brengen.
Gister hoorden we echter dat dat sterk wordt afgeraden.
Het wegbrengen van je moeder en echtgenote naar een verpleeghuis kan maar het best met zo min mogelijk mensen en zo snel mogelijk gebeuren, zo stellen betrokken deskundigen die er wat van zeggen te weten.
Sterker nog; het beste is de dagen nadat ze gebracht is, helemaal niet op bezoek te komen.
Zodat ze kan acclimatiseren.
De klap kwam hard aan. Ik zat aan tafel en schreef een kaart.
Die dinsdag dan op haar zal liggen wachten in de kamer waar ze volledige losgezongen van geheugen maar dan ook van familie, opgesloten zal zijn.
Ik huilde, en de tranen vielen op de klaarliggende enveloppe.
Damnatio memoriae.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Cantat, Rady, Trintignant.

    Waar was jij de avond van 26 juli 2003? Ik weet waar ik was. Ik vierde mijn verjaardag op De Parade in Utrecht, met mijn vrienden. En precies negentien dagen daarna zou ik degene ontmoeten die bijna mijn ondergang werd. Die tot tweemaal toe plotseling en razendsnel zijn handen om mijn keel zou zetten in een poging om me dood te knijpen. Op momenten dat ik het niet met hem eens was. En hem dat had laten weten. Ik weet ook waar de Franse actrice   Marie Trintignant was, die avond.  Op 26 juli 2003 was ze voor filmopnamen in de Litouwse stad Vilnius. De man met wie ze een affaire had aangeknoopt was bij haar. Bertrand Cantat was de frontman van de populaire Franse band   Noir Désir.  Getrouwd met de moeder van zijn twee kinderen, Krisztina Rady, was hij maanden daarvoor een affaire begonnen met de eveneens al getrouwde Trintignant. Hun affaire ging gepaard met ups en downs. Er waren ruzies. Er was de voortdurende zuigende aanwezig...

Duw het.

  Elke keer als ik die clip zie, sta ik denkbeeldig onmiddellijk in die geweldige discotheek onder het Stadhuis in Utrecht. Het is het begin van de jaren negentig. En Salt-N-Pepa hebben het nummer ‘Tramp’ uitgebracht, enkele jaren ervoor. De hiphopgroep, die uit drie meiden bestaat, krijgt echter wereldwijd succes met de B-kant van 'Tramp’. Deze hit ‘Push it’ is een van de eerste hiphopbeats die ik in Fellini hoorde. In die nachtclub waren veel eerste keren voor mij. Niet alleen werd er op donderdagavonden geweldige salsa- en latinmuziek gedraaid. Ook hoorde ik er de definitieve overgang van disco, soul en funk naar hip hop. En later naar electrobeats als trance en hard-bop, vervolgens ten slotte naar house.  Deze jaren, zo  bleek later, waren een snijpunt in de tijd waarin mode en muziek definitief veranderden. Drie avonden per week was ik in Fellini te vinden. Soms met een grote groep vrienden, soms met vriendinnen, bij gelegenheid alleen. Net als nu was ik ...

Dodenherdenking

    Onder een wolkenhemel waar de avondzon doorheen piepte terwijl het soms zachtjes motregende, was daar de Dodenherdenking. In het Walkart-park speelde het Koninklijk Zeister Harmonie Muziekgezelschap prachtige koralen. De burgemeester sprak een menigte mensen toe. Er waren jongeren die samen stonden. Gezinnen of moeders met grote en kleine kinderen. Ouderen, sommigen zeer slecht ter been die onder de grote kastanjes stilstonden. Boven alle hoofden was het enige geluid dat hoorbaar was in de diepe stilte, het gekwetter van de levendige groep knalgroene papegaaien. Die tussen de ruisende kruinen van de bomen hoog in de lucht dansten. Na de diepe, lange stilte werden kransen gelegd bij het Monument Voor De Gevallen.   Waarna de tocht ging naar het Joods Monument met daarop de 153 namen van Joodse Zeistenaren die omkwamen als gevolg van de Holocaust. De kranslegging eindigde bij het Indië Monument, daar geplaatst...